FONDSEN

Pensioenspaarfondsen

De pensioenspaarfondsen die dit jaar best scoorden, legden vooral de nadruk op de obligatiekomponent in BEF. Er werd relatief weinig belegd in buitenlandse aandelen en obligaties zodat het muntrisico beperkt bleef. Metropolitan Pension is weerom de hoogvlieger. Accent Pension sluit de rij en schrijft de minder goede prestatie toe aan het konservatief beheer. Té weinig obligaties in de beginfaze en té korte looptijden. De overweging in aandelen kon de meerwaarde op de obligatiekoersen (nog) niet ten volle kompenseren.

Belgische aandelen

De Belgische aandelenmarkt bleef lange tijd achter. Groot-Brittannië en Nederland deden het in Europa veel beter. De aandelenfondsen die bovenaan gerangschikt staan, leggen hoofdzakelijk de nadruk op hoogrenderende waarden. Banken en nutsbedrijven. Bank Degroof is aanwezig met twee fondsen in de top-drie. Dat verdient een eervolle vermelding. Opvallend minder goed presteerden de portefeuilles die op zoek gingen naar kleinere beurskapitalizaties (“small caps”). De topper van vorig jaar BBL Invest High Yield weet zich nog net in de top-tien te handhaven. Hier ligt de nadruk op rendementswaarden zoals bankaandelen en nutsbedrijven.

Obligaties in BEF/LUF

In de berekening volgens de Gemeentekrediet-index (tien deelrubrieken) waren obligatiefondsen in BEF/LUF dé beste koop de voorbije twaalf maanden.

Topperformer was weerom Bank Degroof. Osiris Belgian Bonds haalde een meerwaarde van 18,06 %. Vooral de lange looptijden die bij lagere rentevoeten aanzienlijke koerswinst op de obligaties genereren, maakten deel uit van de winnende portefeuilles.

In onze tabellen is 24 maanden zowat de grens tussen de activa die als obligaties kunnen beschouwd worden en die vermogensbestanddelen die onder de noemer tesaurie of cash vallen.

Cashfondsen in BEF

De tol voor absolute zekerheid woog zwaar dit jaar. De tesauriefondsen in BEF rendeerden nauwelijks meer dan een spaarboekje. Dit is vrij logisch gezien de alsmaar dalende korte-termijnrente. De toppers onder de cashfondsen zijn die portefeuilles die middellang belegd zijn. Zij konden profiteren van aantrekkende obligatiekoersen.

We nemen enkel die fondsen in de koerstabellen op waarvoor de doorsnee-looptijd overwegend lager ligt dan 24 maanden. General Treasury Medium Term wist de lauwerkrans naar zich toe te halen met een meerwaarde van 8,72 %. Dat is meer dan het dubbele van het rendement behaald door de hekkesluiter.

Internationaal gespreide obligaties

De meerwaarde die deze fondsenkategorie wist te behalen, is minder dan het verlies dat over 1994 werd geleden. Dit betekent dat de beleggers die op dergelijke fondsen inschreven begin 1994 nog steeds wachten om het initiële kapitaal terug te winnen. Oorzaak hiervan is overduidelijk het verzwakken van de dollarzone ten overstaan van de BEF. Daarenboven daalden ook de Italiaanse lire, de Spaanse peseta en het Britse pond behoorlijk in waarde tegenover onze frank. De fondsen die ook dit jaar het aksent legden op de sterke munten rond het DEM-blok (DEM, NLG, BEF/LUF en DKK) gaan met de beste plaatsen lopen in de tabel.

Hoogrentende obligaties

Hoewel in praktisch alle munten de lange-termijnrente naar omlaag ging, ligt de meerwaarde van de rubriek hoogrentende obligatieleningen gevoelig onder die van de obligatiefondsen in BEF-LUF of andere sterke valuta. De traditioneel hoogrentende valuta zoals lire, peseta, Canadese dollar en pond leden vooral begin ’95 een zwaar wisselkoersverlies. BBL Rentafund High Yield realizeerde een meerwaarde van 10,55 %. Vooral als gevolg van de tijdige afbouw in de dollarzone.

Obligatiefondsen NLG/DEM

Paribas Bank België toont zich als meest degelijke beheerder van de obligatiefondsen in sterke valuta. Parvest OBLI NLG staat op de tweede plaats en Parvest OBLI DEM kaapt de mooiste trofee weg. De winnaars kozen resoluut voor de langste looptijden en realizeerden hiermee de hoogste koerswinst op de obligaties. Ook vorig jaar was Paribas de primus in beide kategorieën.

Obligaties dollarzone

De heropstanding van de dollar is er ook dit jaar niet gekomen. De lange-termijngrafiek van de dollar vertoont nog steeds een dalende lijn. In Canada blijft de verdeeldheid aanwezig omtrent de afscheuring van de provincie Québec. Het referendum van oktober bedaarde voorlopig de gemoederen maar veel sterkte kan de CAD hier niet uit puren. De “buitenlanders” deden het goed in deze rubriek. Zelfs na de verrekening van de minwaarde op de USD bedraagt de stijging voor CUPP US Bond 10,97 %. De CUPP-fondsengroep wordt beheerd door de Britse verzekeraar Commercial Union. Bank J. Van Breda verzorgt de commerciële dienstverlening in België.

Internationaal gespreide aandelen

Opvallend bij deze rubriek is de grote verscheidenheid in prestatie. De topper Citinvest Selector haalt een meerwaarde van meer dan 15 %. Hekkesluiter Privalux Global Invest verliest net geen 10 %. De muntschommelingen zorgen voor een negatieve waarde ten overstaan van de BEF. De stijging van de aandelenmarkten kan volledig doorgerekend worden.

Wie het aksent legde op Amerika is duidelijk aan de winnende hand. Sommige van deze fondsen worden beheerd volgens een referentie-index. Andere portefeuilles worden zorgvuldig samengesteld na deskundig onderzoek. Vaak wordt het Capital Asset Pricing Model gebruikt om de interessante aandelen te selekteren.

Europese aandelen

Dewaay, Paribas en Bank Degroof vormen het toptrio. Deze drie financiële instellingen hebben een prachtig jaar achter de rug inzake fondsenbeheer. Vaak zijn ze terug te vinden in het koppeloton.

FFF European en FFF European Small (Dewaay) steken er met kop en schouder boven de rest uit. Vooral de grote beurskapitalizaties realizeerden een mooie koerswinst. Small Cap European van Bank Degroof sluit de rij. Vorig jaar schitterde dit aandelenfonds nog aan de top van de Europese aandelen.

Amerikaanse aandelen

Dé aandelenmarkt van 1995 is ongetwijfeld New York. De technologiewaarden stuwden de koersen naar omhoog. De Dow Jones-index overschreed vrijwel moeiteloos de kaap van 5000 punten. Opvallend is dat vele kleine aandelen een prachtige prestatie neerzetten. Sektorieel was de technologiesektor de grote uitblinker.

Absolute topper is VEGP aandelen US Small. Dit Small Cap fonds realizeerde een meerwaarde in BEF van maar liefst 49,04 % over de voorbije twaalf maanden. Nummer 2 in de rangschikking volgt op bijna 20 %. Het loonde zeker de moeite wat risico te nemen in de Verenigde Staten.

Britse aandelen

De City in Londen volgde de Amerikaanse beurshausse op enige afstand. De Footsie-index boekte een winst van haast 22 % de voorbije twaalf maanden tot 1 december. Het pond verloor bijna 10 % in waarde ten opzichte van de BEF over dezelfde periode. Parvest UK en CUPP UK Growth staan afgescheiden aan de top over 1995.

Duitse aandelen

Geen enkel fonds in Duitse aandelen wist de DAX-index (de referentie-index van de Duitse beurs) te verslaan. De beste prestatie was weggelegd voor Parvest Germany met een stijging van 7,82 %. De DAX-index realizeerde het afgelopen jaar een koerswinst van 10,9 %.

Nederlandse aandelen

Samen met Londen en Zürich was Amsterdam één van de betere Europese aandelenmarkten in 1995. De AEX-index ging er 16,5 % op vooruit. In tegenstelling tot de fondsen in Duitse aandelen presteren de portefeuilles in Nederlandse aandelen wel in lijn met de referentie-index.

Franse aandelen

Negatief over de hele lijn. Frankrijk kampt duidelijk met een vertrouwenskrisis. De politieke schandalen, de negatieve reaktie op de kernproeven en de sociale onrust na de voorstellen tot herschikking van de sociale zekerheid zetten de Franse aandelenmarkt in rep en roer. De CAC-index verloor 8,16 % de afgelopen twaalf maanden. De negatieve koersevolutie werd door de meeste fondsen beperkter gehouden.

Aandelen Zuidoost-Azië

De “groeilandenrage” is duidelijk over het hoogtepunt heen. Hoewel de ekonomische groei in Zuidoost-Azië intakt blijft, “scoren” de aandelenmarkten in de regio niet meer. Té veel kapitaal verliet de regio na de grote ontgoocheling einde 1994. Er wordt stilletjes gehoopt op een stagnerende markt in de Verenigde Staten. Dat zou Amerikaanse beleggers er kunnen toe aanzetten de overstap naar Zuidoost-Azië te maken.

Japanse aandelen

De Nikkei-index schommelde afgelopen jaar tussen 14.300 en nagenoeg 19.000 punten. Het dieptepunt lag in het begin van de zomervakantie. Het herstel sindsdien valt kompleet samen met de terugval van de yen. De yen zakte sindsdien van ongeveer 35,5 frank tot een laagste notering van ongeveer 28,5 frank.

De goedkopere yen gaf vooral de exportwaarden de wind in de zeilen. De konkurrentiepositie van de Japanse bedrijven in het buitenland verbetert hierdoor zienderogen. Hoewel de ekonomische groei zwak blijft, heeft Japan nog een inhaalbeweging te goed op het gros van de westerse aandelenmarkten.

Aandelen Latijns-Amerika

De aandelenfondsen die hun activa spreidden over Zuid-Amerika leverden veruit de minst goede prestatie in dit hele fondsenoverzicht. De aandelenindexen van Mexico en Brazilië gingen zwaar onderuit en verloren respektievelijk meer dan 30 en nagenoeg 20 %. Daarenboven verzwakte de Mexicaanse peso het voorbije jaar bijna 40 % ten overstaan van de BEF. Ook de Braziliaanse eenheidsmunt leverde meer dan 20 % in.

PAM Latinam werd pas gelanceerd in november 1994 net voor de grote krisis in Mexico. Dit fonds bleef lange tijd zitten op een grote cashpositie en dit kwam de return zeker ten goede. Het Latino-debâcle begin 1995 ging aan Pam Latinam grotendeels voorbij.

Aandelen groeilanden (gespreid)

De gespreide groeilandenfondsen investeren hun ingezameld geld over diverse regio’s : Zuidoost-Azië, Latijns-Amerika, Zuid-Afrika en Oost-Europa. Geen enkele groeiregio was dit jaar populair. Het vertrouwen is zoek. De minwaarden variëren tussen 6,39 % voor Panelfund van ASLK en 33,11 % voor GIF Equities Developing Markets van Indosuez.

Gemengde strategiefondsen

Gemengde strategiefondsen beleggen hun activa wereldwijd gespreid over obligaties, aandelen en likwiditeiten. De neutrale komponent, ook wel de “balanced” of “medium” portfolio genoemd, weerspiegelt doorgaans de ideale beleggingsstrategie van de betreffende financiële instelling of beursvennootschap. Ook hier merkt u dat de prestaties ver uiteenliggen. De top-drie ligt wel dicht bij elkaar.

Obligatie fix-fondsen BEF/LUF

De prestatietabel van de obligatie-fixfondsen neemt enkel die beleggingsfondsen op die werden gelanceerd in 1994 of vroeger. Wij nemen enkel de prestatie over de voorbije twaalf maanden. Zoals verwacht scoren de fixfondsen met de langste resterende looptijd de mooiste meerwaarde. Sommige van die fondsen scoren zelfs hoog in de algemene top-50 van 1995. De daling van de lange-termijnrente ligt hier aan de basis.

Click-fondsen België

De inventariswaarde is de resultante van de evolutie van de lange-termijnrente en van de stijging van de BEL 20 aandelenindex. Corluy/HBK/Codep scoort heel goed met TOP FIX BEL 20 09/2000.

De top-50

De voorbije twaalf maanden werden bijna volledig gedomineerd door de fondsen die hun middelen in Amerikaanse aandelen investeren. De eerste 13 plaatsen worden door Amerika-portefeuilles ingenomen.

Absolute topper is VEGP AANDELEN US SMALL. Kleine beurskapitalizaties maakten dit jaar het mooie weer op de Amerikaanse beurs.

Ook heel goed presteerden de aandelenfondsen met activa in Nederland. Van Lanschot AEX click 1 is de beste performer en biedt bovendien een kapitaalgarantie op eindvervaldag. Ook Zwitserse aandelen kenden een sterk jaar. BBL Invest Switserland is de eerste vertegenwoordiger op plaats 17.

De obligatie-fix-fondsen zijn sterk vertegenwoordigd in de top-50. KB Horizon 2001 staat als eerste op rang 20. Hoe langer de resterende looptijd, hoe hoger de return.

In de rangschikking zijn ook een aantal fondsen opgenomen die nog geen twaalf maanden terug gelanceerd werden. Toch komen ze door hun sterke prestatie in 1995 de top-50 binnen. Als eerste “nieuwkomer” vinden we Crelan Invest Fix terug te vinden op plaats 26.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content