‘Fonds moet gezondheidscatastrofe afdekken’
De kostprijs van de corona-epidemie blijft stijgen. In een paper pleiten onderzoekers van Vlerick voor een Europees noodfonds voor gezondheidsrisico’s.
In april schatte een rapport van het Internationaal Monetair Fonds de extra uitgaven voor de gezondheidszorg door covid-19 voor de Europese Unie op 0,5 procent van het bruto binnenlands product. Dat zou betekenen dat de lidstaten 91,5 miljard euro extra hebben uitgegeven door de coronacrisis. Sindsdien werd Europa nog geconfronteerd met een tweede en een derde golf. Het bedrag is dus een onderschatting van de echte kostprijs.
Begroting ontzien
Er zijn in de Europese Unie al heel wat instrumenten en mechanismen om extra uitgaven voor rampen en catastrofes te financieren. Maar voor een gezondheidscrisis zoals deze zijn ze ontoereikend. Daarom pleiten de Vlerick-onderzoekers Simon Ashby, Dimitrios Kolokas en David Veredas in een recente paper voor een Europees noodfonds voor gezondheidsrampen.
“Zelfs het Emergency Support Instrument (ESI) biedt geen antwoord in dit geval”, zegt David Veredas. “Dat wordt in noodsituaties geactiveerd op verzoek van de Europese Commissie. Maar het budget wordt opgehaald bij de lidstaten en verloopt via onderhandelingen in de Europese Raad. De premiers en de presidenten van de lidstaten bepalen hoeveel geld er beschikbaar is.”
Bovendien is een crisis zoals de covid-19-pandemie een erg zeldzame gebeurtenis met een bijzonder hoge impact. Voor dat type crisisuitgaven is het onverstandig in de begroting grote budgetten te blokkeren. De Vlerick-onderzoekers zien brood in een noodfonds dat een aanvulling op de bestaande Europese crisisstructuren vormt. Dat zou heel extreme crisissituaties moeten dekken zonder aan publieke middelen te raken.
Verzekeringsmechanisme
Het voorgestelde noodfonds sluit aan bij de evolutie van marktgebaseerde instrumenten voor risicofinanciering. De opzet van een Emergency Health Financial Facility (EHFF) maakt de risico’s van gezondheidscrisissen verzekerbaar in de vorm van effecten met vaste inkomsten. Die worden dan verkocht aan institutionele investeerders. In zo’n constructie reserveert de Europese Unie een klein deel van de Europese begroting om de couponintresten te financieren, maar in het geval van een pandemie wordt het schuldpapier gelicht en verliezen investeerders hun geld, omdat het wordt ingezet voor de financiering van de gevolgen van de crisis.
“Dat mechanisme is bekend in de verzekeringsindustrie”, zegt Veredas. “Al sinds de jaren negentig bestaan er rampenobligaties om orkaanschade te dekken. De return voor de investeerders is hoog.”
De cruciale vraag is welke risico’s worden gedekt en welke gebeurtenissen nodig zijn om het fonds te activeren. “Die grenzen bepalen, overstijgt de opzet van onze paper”, zegt Veredas. “Voor verzekeraars is covid-19 al een dure zaak. Maar het verdelen van middelen en risico’s is de kern van elke verzekeringsbusiness. Dit fonds zou volgens ons enkel mogen dienen om een gezondheidscatastrofe in de volledige Europese Unie af te dekken. Iedereen kan beter worden van zo’n aanpak. Covid-19 zal niet de laatste gezondheidscrisis in Europa zijn. Onder meer de klimaatopwarming veroorzaakt nieuwe gezondheidsrisico’s. Met een noodfonds kunnen we de risico’s beter spreiden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier