FN. In het land van de Colts
Sinds het zich vijftien jaar geleden in de Verenigde Staten inplantte, heeft FN zich bij het Amerikaanse leger bewezen als een kwaliteitsleverancier. Het staat nu voor de uitdaging van een rekonversie naar de burgersektor.
FN, het huidige Groupe Herstal, vestigde zich vijftien jaar geleden in de omgeving van Columbia, de hoofdstad van South Carolina, om tegemoet te komen aan de wensen van een niet te verwaarlozen klant : het Amerikaanse leger. Als marktleider bij de lichte wapens was het bedrijf reeds via zijn burgerfiliaal, Browning, in de VS vertegenwoordigd, toen het er in 1978 in slaagde het Amerikaanse leger de fabrikagelicentie van de MAG 7,62 mitrailleur te verkopen.
De verkoop van wapens aan het Amerikaanse leger verloopt altijd in twee stappen. Eerst kiezen de militairen het type van wapen dat ze het best bij hun behoeften vinden passen. In dit geval was dat de MAG van FN. Vervolgens kopen ze de licentie aan, die ze afstaan aan het bedrijf dat na openbare aanbesteding het meest kompetitief blijkt te zijn dus niet noodzakelijk de oorspronkelijke fabrikant. Deze keer werden de wapens echter rechtstreeks in België gekocht.
Een verkoop aan het VS-leger levert veel prestige op, als garantie van kwaliteit, maar vooral omdat ze uitzicht biedt op toekomstige kontrakten. Die bleven niet lang uit, want het leger opende bijna onmiddellijk een aanbesteding voor nog eens 16.000 mitrailleurs. Het Amerikaanse Saco was kandidaat met zijn M60. FNNH, de militaire tak van de Groupe Herstal, deed mee met de MAG 7,62 die voor de VS herdoopt werd in M240. De militairen waren tevreden over de afwikkeling van het eerste kontrakt en kozen voor FNNH, dat echter volgens het kontrakt een produktie-eenheid op Amerikaanse bodem moest openen. Zo ontstond in 1979 FN Manufacturing Inc., dat zoals elk zichzelf respekterend Amerikaans bedrijf geregistreerd werd in Delaware, maar zich in South Carolina vestigde.
EISEN.
Het Amerikaanse leger is een veeleisende klant. Een investering van 10 miljoen dollar in een fabriek met bijna 400 werknemers (FN geeft geen gegevens over de omvang van de bestellingen vrij en verschuilt zich achter het militaire karakter van de kontrakten) was niet genoeg. Men moest zich ook schikken naar de strenge specifikaties van de ongewone klant. De keuze van de materialen, de kwaliteit van het staal, de fabrikageprocessen in feite alle stappen van de produktie werden geïnspekteerd en geverifieerd door drie kontroleurs van het leger die hun intrek namen in de fabriek. Elk wapen werd individueel gekeurd en moest slagen in een test waarbij men verscheidene mitrailleurs demonteerde, de onderdelen onderling verwisselde en de wapens opnieuw monteerde.
Toch bleven de ontgoochelingen niet uit. Het leger kondigde opeens aan dat het zijn behoeften had overschat en geen gebruik zou maken van de in het kontrakt voorziene opties. FN Manufacturing moest zich noodgedwongen aanpassen en verminderde zijn personeelsaantal.
De fabriek bleef ook niet bij de pakken zitten. Op zoek naar vervangende aktiviteiten ontwikkelde FN Manufacturing de sektoren onderhoud en fabrikage van onderdelen met name de loop van de M16 A2, het bekendste Amerikaanse aanvalsgeweer. Toen het leger in 1988, verwend door een reeks republikeinse budgetten, opnieuw grote aanbestedingen uitschreef, was het bedrijf in Columbia klaar en wist het een bestelling van meer dan 290.000 M16 A2-geweren af te snoepen van Colt, dat al vijfentwintig jaar aan het leger leverde. Bovendien kreeg het een bestelling voor meer dan 30.000 mitrailleurs voor ondersteuning van de infanterie, een wapen dat in België de naam “Minimi” kreeg. Voor beide kontrakten startte de produktie in 1990. In 1993 en 1994 werden respektievelijk 4600 en 5900 wapens geleverd. Dit jaar wordt opnieuw onderhandeld over nog eens 8700 wapens. FN beseft echter dat de militaire uitgaven zich in de toekomst zullen beperken tot het noodzakelijke onderhoud en het op peil houden van een minimumvoorraad.
Vandaar dat FN zich nu richt op de produktie van burgerwapens. Er zijn onderhandelingen gaande met Browning en Winchester, die moeten leiden tot de installatie van een produktie-eenheid voor de levering van jachtwapens en pistolen, over twee tot drie jaar. In afwachting blijft FN Manufacturing de koers volgen die het de bestelling van de M16 heeft opgeleverd : vanaf volgend jaar zal het in onderaanneming een gedeelte van de pistolen van Brown (BDM) fabrikeren.
In vijftien jaar tijd is de Groupe Herstal zo Amerikaans geworden dat er maar één Belg meer in de direktie zit, namelijk financieel direkteur Jean Louis Vanderstraeten. De algemeen direkteur is James H. Ritter, die in 1992 na een loopbaan bij General Electric en Teledyne naar FN Manufacturing overstapte. Hoewel de reputatie van FN ongetwijfeld sterk is, is het even essentieel dat men naar buiten treedt als een zuiver Amerikaanse onderneming. Vandaar dat FN Manufacturing een vijf man sterke onderzoeks- en ontwikkelingseenheid heeft opgezet, als antwoord op de vraag van zijn klant naar een betere kwaliteit van de produkten. In zekere zin heeft het zijn identiteit uitgevlakt om leverancier van het Amerikaanse leger te worden. En nu die markt krimpt, heeft FN in het achterhoofd een ambitie die Jean Louis Vanderstraeten als volgt samenvat : “Als er maar één overblijft, zullen wij het zijn. “
C.A.
FN EN MILITAIRE WAPENS Stilaan rekonversie naar burgerwapens.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier