FN. Het genadeschot

Strategische blunders, foute cijfers, onkundige industriëlen en alwetende financiers : het roemloos einde van Generale-dochter FN.

“Als men me had gezegd dat het zo makkelijk was om de dode takken van de Generale te snoeien, zou ik onmiddellijk getekend hebben, ” orakelt de intussen gevallen topman van het Franse Suez Gérard Worms in maart 1990. Worms maakt zich op dat ogenblik nog sterk dat hij de Herstalse wapenfabrikant FN (Fabrique Nationale d’Armes de Guerre de Herstal) dan voor 76 % eigendom van Suez-dochter Generale Maatschappij van België (GMB) mee dankzij mega-investeringen in ’88 en ’89, uit het moeras kan trekken. In juli ’90 al slaat diezelfde Worms pal achterover wanneer hij de nieuwste cijfers onder ogen krijgt : na een verlies in ’89 van 2,5 miljard, frank inkasseert FN in de eerste helft van ’90 2,1 miljard verlies.

FN krijgt daarop van de Generale lees : Suez nog één kans. De allerlaatste. De Luikse wapenfabrikant ontvangt 5 miljard frank, maar al in december ’90 neemt het Franse GIAT FN over.

Worms bij de overname : “De Generale, en ook wij (nvdr Suez) hebben de handicaps van FN onderschat. Hoe kan iemand voorzien dat de omzet op 2 jaar tijd drievoudig zou verminderen. “

De FN-rekening van de Generale was niet mis. Op 2,5 jaar eind ’87 tot midden ’90 had GMB 12,5 miljard in het bedrijf gepompt. FN had eind ’87 een gekonsolideerd eigen vermogen van 1,6 miljard frank en een omzet van 23,8 miljard. De 12,5 miljard die de Generale in FN had gestoken, vertegenwoordigden een bedrag groter dan de dividenduitkeringen van de Generale NV in ’89 en ’90 samen. Stelde Worms : “Eigenlijk heeft elke aandeelhouder FN 200 frank gegeven. Sommigen vinden dat te veel. Wij hebben het beslist als goede burgers. “

Etienne Davignon verklaart : “De beslissing over FN was gebaseerd op te optimistische marktverwachtingen. Maar de eigen cijfers van FN waren niet fout. “

Suez, de Generale en FN hadden zich, een jaar na de val van de Berlijnse Muur, laten rollen door de markt. Zo lijkt het. Binnen de Suez-paleizen wordt met de verwijtende vinger gewezen naar de Boergondiër ofte : Hervé de Carmoy.

Moedermaatschappij Suez slaat door de misleidende winstvoorspellingen en het “FN-debâcle” van de Carmoy een absoluut modderfiguur tegenover de eigen aandeelhouders en al in februari ’91, twee maand na de FN-overname, wordt de Boergondiër aan de deur gezet.

Etienne Davignon, die, net als Tweedledee en Tweedledum, met de Carmoy de perfekt afgestelde tandem uithing, kan gerust zijn. Het FN-debâcle is het de Carmoy-debâcle : hij had eenzelfde verkoopsscenario voorzien voor zowel FN als Gechem én Gechem-dochter munitiemaker PRB.

Op 7 juni ’90, dag waarop de miserabele FN-cijfers Worms bereikten, tekende, opnieuw GIAT, een protokolovereenkomst met het Britse Astra. Astra had PRB in 1989 gekocht van de Generale voor 65 miljoen frank en 1,5 miljard frank schuldovername. GIAT pikte uiteindelijk wel FN in, niet PRB.

Een gepland proces van Astra tegen de verkopers van PRB, Gechem, omdat die foute cijfers had doorgespeeld en het bestaan van SRC International, een joint venture tussen PRB en Gerald Bull, de Canadese ontwerper van het Iraakse superkanon had verzwegen ging niet door. De Generale betaalde 351 miljoen frank zwijggeld.

De verkoop van FN aan het Franse GIAT ging wel door ; zij het niet tot ieders tevredenheid. De Generale haalde een zeer spitsvondige trukendoos boven : FN zou eerst worden overgenomen en dan failliet gaan. FN-bis zou in handen komen van GIAT. Aan Belgische zijde restte dan nog enkel een papieren vennootschap met als inhoud 1200 personeelsleden én 5 miljard schuld aan de overheid. Een kwijtschelding van de RSZ én van de stortingen in het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen zou de deal nog aantrekkelijker maken.

Met de overname van FN raakte de mars van de Generale in de wapenproduktie definitief beëindigd. Het was geen suksesverhaal. In de jaren ’70 investeerde FN massaal in de militaire sektor. In de jaren ’80 viel die plat. Sinds ’86 kon het bedrijf zijn eigen investeringen niet langer autofinancieren ; de rentelast bedroeg 10 % van het omzetcijfer.

“FN en Generale Maatschappij hebben fundamenteel strategische blunders begaan, ” meent Bernard Adam, direkteur van het Brusselse GRIP (Groupe de Recherche et d’Information sur la Paix). “Elke wapenproducent zocht openingen op de civiele markt, FN trok resoluut de militaire kar. De industriëlen zijn daartoe gedwongen door de financiers. “

De Groep Herstal, zoals GIAT FN herdoopte, sloot ’94 af met een lichte break even, vooral gerealizeerd door FNNH, de militaire tak, goed voor 1600 jobs in Herstal, 2300 in de VS en Brazilië. Browning Europe, de afdeling lichte jachtwapens, in ’90 nog winstgevend, inkasseert een verlies van 400 miljoen frank. Sinds de overname door GIAT vergaarde Browning al een gekumuleerd verlies van 1,5 miljard. De door Parijs beloofde commerciële autonomie is nog altijd dode letter en de intra-groep konkurrentie van het Franse Famas nekt Browning. Het wordt hét voorbeeld voor wat nog rest van FN : steeds meer wordt Herstal een loutere produktie-eenheid zonder enige autonome beslissingsmacht. Straks beslissen de financiers opnieuw. In 1975 die van de Generale, in 1995 die van Suez. Met de gekende gevolgen.

R.H.

FN HERSTALDe financiers beslisten. Met de gekende gevolgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content