Flapuiten van de crisis
Wat hebben Anton Van Rossum, directievoorzitter van de bank- en verzekeringsgroep Fortis, en Al Gore, de gewezen Amerikaans vice-president en de man die zich opmaakt om het bij de volgende Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2004 voor de tweede keer op rij op te nemen tegen George W. Bush, met elkaar gemeen? Ze sturen momenteel hoogst merkwaardige mededelingen de wereld in.
Over de Europese verzekeraars flapte Van Rossum er in een interview met De Financieel-Economische Tijd uit dat “het hier om hele rijke maatschappijen gaat, die bijvoorbeeld heel wat onroerend goed bezitten. Ik maak mij dus niet veel zorgen dat ze echt in de problemen komen.” In turbulente tijden willen lieden als Van Rossum sereniteit en controle uitstralen. Ze mogen echter niet overdrijven, want dan dreigt een averechts effect. Dan vraagt men zich al gauw af wat zo’n man te verbergen heeft of wat hem zoveel angst inboezemt.
Sedert begin 2001 daalden de aandelen van de Europese verzekeringssector gemiddeld met 70%. Hiermee doen de maatschappijen waarover Van Rossum zich geen zorgen maakt het zelfs slechter dan de telecombedrijven (hun aandelen kelderden in dezelfde periode met 64%). Met het mes op de keel voerde een rist Europese verzekeraars – zoals Aegon, Zurich Financial Services en Swiss Life – voor miljarden euro kapitaalverhogingen door.
In hetzelfde interview borstelt Van Rossum een beeld van Fortis als een ijzersterke constructie. Vergat hij even dat de Fortis-top in een niet zo ver verleden ervan uitging dat het aandeel van de groep onmogelijk onder 20 euro kon zakken? Bij het schrijven van deze tekst staat het aandeel net boven 14 euro. Nog een kleine duik en ook voor Fortis wordt een kapitaalverhoging onvermijdelijk.
Zo vreemd de visie van Anton Van Rossum op de toestand van de Europese verzekeraars is, zo bizar is de opinie van Al Gore op de Amerikaanse economie. In Washington argumenteerde Gore terecht dat de Amerikaanse economie “in grote moeilijkheden” verkeert. Prompt verwees de gewezen vice-president naar de toename van het aantal werklozen met twee miljoen, de verschrompeling van de bedrijfsinvesteringen, de escalerende bijdragen voor de ziekteverzekering, het spaargebrek en het wegsmelten van het perspectief op een budgettair surplus bij de overheid. Maar met geen woord repte hij over dé twee kernproblemen: de ontzettende opmars van de schulden en de fors dalende winstgraad van de bedrijven. Zwijgt Gore omdat hij er zich niet van bewust is? Of omdat hij er vreselijk de kriebels van krijgt?
De algemene schuld in de Amerikaanse economie (overheid, gezinnen, bedrijven, financiële instellingen) bedraagt nu 32.000 miljard dollar, bijna vier keer het nationaal inkomen. In het begin van de jaren tachtig lag de schuld nog op twee keer het nationaal inkomen. In de jaren negentig stapelde vooral de privé-sector de schulden op. Nu doet ook de overheid weer mee. Vroeg of laat moet die tendens omgebogen worden. Kan dat zonder nog méér ellende dan alleen maar een milde recessie en/of een wilde crash van de dollar?
Johan Van Overtveldt [{ssquf}]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier