FISKALE ONTVANGSTEN. Gammele rekenkunde
Dehaene & Co moeten Willy Claes dankbaar zijn. Dankzij de heisa rond de Limburgse staatsman kwam er de voorbije weken immers nauwelijks enige ernstige diskussie rond de begroting voor 1996 tot stand.
Bij de begrotingskontrole begin dit jaar schreef de regering-Dehaene I in dat zij 2237 miljard frank aan fiskale ontvangsten verwachtte voor 1995. Thans gaat de regering ervan uit dat zij niet meer dan 2176 miljard zal binnenkrijgen, 61 miljard minder dus. De twee belangrijkste oorzaken achter deze forse tegenvaller situeren zich bij enerzijds een opvallende vergetelheid en anderzijds een onder meer ook door dit blad voorspelde misrekening.
De vergetelheid valt te zoeken bij het schuldbeheer. Onze overheid heeft namelijk schuldtitels (obligaties) lopen waarop een zogenaamde call-optie rust. Deze optie geeft de minister van Financiën het recht om die titels als het ware terug te roepen op een bepaald moment en te vervangen door andere obligaties. Het spreekt voor zich dat de minister dit recht slechts zal uitoefenen als de nieuwe titel een lagere rente geeft.
Gezien de rentedaling van de jongste maanden was het de logika zelve dat de overheid zoveel mogelijk call-opties zou gaan uitoefenen. Men vergat echter één ding : veel van de teruggeroepen schuldtitels waren uitgegeven toen de roerende voorheffing (RV) nog op 25 % lag, terwijl tot voor de net voorbije begrotingsronde 13,7 % als RV gold. Het valt moeilijk exact te achterhalen welk makro-ekonomisch cijfer kan in dit land trouwens nog met enige zekerheid gehanteerd worden ? maar het gat dat deze “vergetelheid” in de fiskale ontvangsten sloeg, is minstens 10 miljard frank groot.
JOBILLUZIE.
Het tweede grote lek in de ontvangstenpot van de overheid werd geslagen door de lagere ekonomische groei. Het globale effekt daarvan mag op een 40 miljard geschat worden : onder meer via een kleine 9 miljard minder belastingontvangsten, 8 miljard minder registratierechten (slapte in de bouw) en vooral een veel kleinere jobkreatie.
De regering verwachtte voor dit jaar nl. 26.000 bijkomende arbeidsplaatsen, wat nu dient teruggeschroefd te worden tot 10.000. Ook dit laatste cijfer lijkt volgens fragmentaire gegevens nog overdreven optimistisch maar is, opnieuw, niet statistisch verifieerbaar. Vermits elke bijkomende werkloze minstens 1 miljoen kost aan de begroting praten we hier toch zeker over 16 miljard.
Deze misrekening was erg voorspelbaar omdat de regering die jobgroei verwachtte via hogere ekonomische groei. In het net verschenen nieuwe nummer van de Petercam-huispublikatie Belgian Economy zet ekonoom Geert Noels, die op een bijna onderkoelde maar daarom niet minder trefzekere wijze brandhout maakt van de jongste begroting van Dehaene II, terzake nog eens één en ander op een rij. De analyse van Noels leert dat de gemiddelde ekonomische groei voor de periode 1970-’94 iets boven de 2 % lag. In de helft van de jaren dat we een groei haalden boven het gemiddeld groeicijfer was er nog een krimp in de tewerkstelling.
GROEIDODERS.
Ondanks de niet direkt strakke, statistische relatie staat het voor Geert Noels vast dat er flinke ekonomische groei moet komen om de voor volgend jaar verwachte toename van het aantal arbeidsplaatsen met 25.000 eenheden te kunnen halen. Noels gelooft er echter niet in : “Van waar zouden die jobs moeten komen ? In de privé-sektor gaan de herstruktureringen gewoon door. Na de industrie zijn nu ook dienstensektoren als banken, verzekeringen, transport en detailhandel aan de beurt. “
Die herstruktureringen zullen pas minder op de tewerkstellingsevolutie gaan wegen als de groei echt herneemt en daarvoor verwacht de regering alle heil van een opvering van de konsumptie. Geert Noels : “Die aantrekkende konsumptie moet er dan komen via een vermindering van onze fameuze spaarquote die nu tegen de 20 % aanleunt. Vooral door de blijvende onzekerheid, niet in het minst omtrent de leefbaarheid op termijn van ons pensioenstelsel, verwacht ik die daling in de spaarkwote niet. “
Verder meent de Petercam-ekonoom dat de regering-Dehaene II erg haar best doet om zoveel mogelijk maatregelen te nemen die de ekonomische groei precies steeds meer de nek omwringen. Hij citeert daarbij vooral de onstelpbare drang naar meer progressiviteit in de fiskaliteit (zie ook blz. 9) en de bestraffing van risico nemen. Bijgaande tabel geeft aan dat er bij ondernemingen die een brutorendement op het eigen vermogen van 15 % halen en dat zijn enkel de echt zeer goed draaiende bedrijven na de belastingen nog 6,75 % rendement overblijft voor de aandeelhouder.
Iemand die opteert voor een risicoloze belegging, bijvoorbeeld in overheidspapier (alhoewel !), haalt een rendement van 5,95 %. Het spreekt voor zich dat dit een totale wanverhouding is tussen risicovolle en risicoloze geldbesteding. Daalt bovendien het bruto-ondernemingsrendement tot 10 %, dan blijft er netto nog… 4,5 %. Konklusie : men moet goed gek zijn om in dit land nog te ondernemen.
JVO
GEERT NOELS Gelooft niet in jobgroei. Herstruktureringen beginnen nu ook in dienstensektoren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier