Financiële toverformule ?

Op 15 juni gaat de musical “De Tovenaar van Oz” in première. Voor het evenementenbureau Music Hall moet De Tovenaar de eerste van een lange reeks groots opgezette musicalproducties worden. Kunnen dergelijke megaspektakels dan toch rendabel zijn ?

Met De Tovenaar van Oz zet het evenementenbureau Music Hall op zaterdag 15 juni de stap naar de markt voor grote musicals. Gedelegeerd bestuurder Geert Allaert wil het komende decennium achtereenvolgens Les Misérables, The Phantom of The Opera, The Beauty and The Beast en Miss Saigon op het publiek loslaten. Allaert : “De Tovenaar wordt minstens vier weken opgevoerd, Les Misérables moet in 1998 twaalf tot zestien maanden in Antwerpen lopen en The Phantom of The Opera willen we vanaf september 1999 anderhalf tot drie jaar opvoeren in ons nieuwe theater dat in Vilvoorde wordt opgetrokken.” Er is nu al een princiepsakkoord over de licenties met The Really Useful Group, de productiefirma van Andrew Lloyd Webber (componist van onder meer Jesus Christ Superstar, Cats en Evita) en met Cameron MacIntosh (producent van Les Misérables, Miss Saigon en Martin Guerre). Met Joop van den Ende van de groep Endemol en met het Koninklijk Ballet van Vlaanderen worden coöperaties opgezet. Het Ballet van Vlaanderen wordt organisator van de grote producties, maar doet een beroep op de knowhow van Music Hall en Endemol, dat in Nederland de reclame voor de Belgische vertoningen zal voeren.

Geert Allaert : “Musical in Vlaanderen bleef in het verleden beperkt tot kleinere, mobiele producties van Linda Lepomme voor het Ballet van Vlaanderen. De Tovenaar van Oz is een primeur, omdat we voor het eerst met een grote internationale licentie werken. Ook de grootse benadering is nieuw : platenfirma BMG heeft bijvoorbeeld nu al een cd met de Vlaamse Tovenaar van Oz uit.”

KOSTEN.

Music Hall werd tien jaar geleden opgericht. Vorig jaar realiseerde het bedrijf onder meer Cats in co-productie met het Ballet van Vlaanderen en Endemol, Holiday on Ice en Saltimbanco. Het bedrijf is een dochteronderneming van Flanders Event Hall, dat ook Ticket Club, Vorst Nationaal, de stadsschouwburg van Antwerpen, het Casino Kursaal in Oostende en het in januari opgerichte VTM Events (een joint venture met VTM) overkoepelt. “We hebben dus alles in huis om zo’n productie te laten slagen,” meent Allaert, “Artistiek talent, bedreven organisatoren, marketingmensen en een bureau dat de ticketverkoop in handen neemt.”

Het succes van Cats inspireerde tot een eerste volledig eigen productie. Artistiek directeur Frank Van Laecke van Music Hall produceert, VTM Events promoot het gebeuren, draagt de risico’s en incasseert eventueel de winsten. Kostprijs van de hele investering : 47,5 miljoen frank. Of 60 miljoen als de musical niet vier, maar zeven weken blijft lopen. Ter vergelijking : Cats vier maanden in de zalen houden, kostte 160 miljoen frank.

“De 20 miljoen frank initiële productiekosten van De Tovenaar gaat op aan salarissen voor cast, artistiek personeel, koor, orkest, hoofdrolspelers, crew en backstagepersoneel. 130 mensen in totaal. We betalen 15 miljoen voor decors, kostuums en lichtinstallaties, 12 miljoen voor marketing en huurprijs van de zaal. Maar we springen flexibel om met die budgetten,” zegt projectleider Veerle Hoppenbrouwers. “Als de musical loopt, verminderen de kosten, omdat je ze kunt afschrijven. Bovendien kan het creatieve team worden afgeslankt eenmaal het denk- en repeteerwerk achter de rug is. Na de vierde week zal De Tovenaar nog zo’n 2 miljoen per week kosten.” De prijs van een toegangsticket schommelt tussen de 750 en 1350 frank. Die lanceerprijs ligt lager dan, bijvoorbeeld, de gemiddelde toegangsprijzen voor musicals in Duitsland of Nederland.

INTERNATIONAAL.

Om de kosten van de productie te recupereren, moet De Tovenaar van Oz in zeven weken 70.000 toeschouwers naar de Antwerpse Stadsschouwburg lokken. En dus vijftig shows lang voor een bezetting van bijna 70 % spelen. Maar de geschiedenis van De Tovenaar stopt niet in Antwerpen. De musical is een Benelux-productie. Van Antwerpen verhuist hij een maand naar Carré, daarna doet de musical met een Duitse cast Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland aan. Geert Allaert : “Elke productie kost weken opbouw. Daarna moet je verplicht een aantal maanden draaien om uit de kosten te komen. Je blijft spelen zolang er tickets worden verkocht. Maar je kunt de formule ook in eigen land op poten zetten, en ze daarna in het buitenland doorverkopen. Choreografie, belichting, decors en kostuums staan dan op punt, je moet alleen buitenlandse acteurs in de productie passen.”

F.D.

GEERT ALLAERT EN VEERLE HOPPENBROUWERS (MUSIC HALL) Rotsvast geloof in de toekomst van grote musicals.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content