FINANCIËLE FARAO

De fusie van AxaBelgium en Royale Belge hakt in Belgische banen. Deze week presenteert McKinsey zijn voorstel aan de groepsdirectie van Axa. Sedert 1996 is Axa de baas over UAP en dus haar Belgische dochter Royale Belge. De tweede poging is geslaagd. In 1986 en 1987 koopt Claude Bébéar geruisloos aandelen Royale Belge op de Brusselse beurs. In de lente van 1987 bezit hij 20% en de Belgische Haute Finance kraait van de opwinding en de bange verwachtingen. Bébéar zal van onder verraste neuzen een sleutelonderneming van het nationale financieleven wegkapen. De 20% mag niet baten. Claude Bébéar loopt een eerste blauwtje op als bedrijvenverzamelaar en verkoopt zijn RB-pakket met een forse meerwaarde aan UAP, dan nog een Franse staatsonderneming. UAP wordt toezichter, stiefmoeder, gids van Royale Belge. Albert baron Frère levert de zogenaamde Belgische verankering.

Claude Bébéar is Axa. Zonder zijn ambitie en strategisch inzicht had Axa nooit bestaan (Axa betekent niets als woord, het werd gekozen om de moderne klank en de internationale logo-uitstraling). De grootste verzekeraar van Frankrijk, positie die oninneembaar werd na de versmelting van Axa met een tegenstribbelend UAP en zijn falende président, Jacques Friedmann, een grossier in politieke vriendschappen, ontstond buiten de klassieke kanalen van het Franse staatskapitalisme en de netwerken van les grandes écoles. Claude Bébéar was tot aan de verovering van UAP de buitenstaander. Nu is hij de top van de totempaal. In zijn bureau hangen een luipaardvel, de slagtanden van zijn prooien en staat de foto van vriend Valéry Giscard d’Estaing. De zoon van een onderwijzertje uit de Dordogne, een bescheiden aftrapplaatsje, is jager op groot wild en op verzekeringsbedrijven. Avenue Matignon druipt van het prestige, je zit op de drempel van het Elysée, midden de kunsthandel en dicht bij de journalisten van Le Figaro Littéraire. Grijs marmer, okeren stenen, gebeeldhouwde deuren en een pompeuze trap leiden naar het hoekkantoor van Claude Bébéar. Je aanbidt de financiële farao in een tempel.

Claude Bébéar, eenzaat en zeer ambitieus, eindigt als een van de laatsten van zijn lichting polytechniciens en vecht met afkeer in de Algerijnse bloedkrijg. Het scheelde geen haar of hij was vertrokken als ingenieur naar Zuid-Amerika. ” Mais,” zegt hij, ” je voulais exister en France.” Slimme knapen maken het in Frankrijk als ze ook lukken in het bespelen van een netwerk. Gérard Mestrallet ( Suez Lyonnaise) is charmanter dan Claude Bébéar, maar heeft een vergelijkbare achtergrond: middenklasse en heldere hersenen. In 1958 vat Claude Bébéar zijn mars naar de top aan bij de mutualistische verzekeringsonderneming Mutuelles réunies in Belboeuf bij Rouen. Geen bled, maar evenmin een plek om grote glorie te zoeken. Niet de charmes van de actuariële berekeningen lokken Bébéar naar de Mutuelles réunies, maar de kenmerken van de mutualiteit waar de aandeelhouder niet bestaat, de baas een carrièrewaarborg geniet ad vitam aeterna en het geld van de verzekerden helpt om de meest gewaagde dromen te financieren. Een ideale hefboom voor een veroveraar. Als 23-jarige wordt hij al genoemd als toekomstige patron. Bij een sociaal conflict presteert hij dermate goed dat hij directeur-generaal wordt in 1974. De Mutuelles réunies staat dan op een povere vijftiende plaats onder de nationale verzekeraars. Claude Bébéar heeft de eerste plaats in het vizier. De rijpingsperiode duurt nog acht jaar, tot begin van de jaren tachtig kent niemand in de Lichtstad de ambitieuze provinciaal. Dan vloeit de stroom sneller: in 1982 koopt hij van een tegenstribbelende Francis Bouygues het slap presterende verzekeringsbedrijf Drouot, in 1986 is er de maandenlange strijd om de eigendom van La Providence, uit de galaxie van Paribas. Zijn rivaal voor de overname is Bernard Pagézy van de Compagnie du Midi, een protestant. De katholieke aandeelhouders van La Providence doen de balans overhellen naar Bébéar, patron catholique.

De PDG schuwt de fantasietjes van de psychologische massage niet. Als de hopman van een padvinderstroep staat Claude Bébéar in T-shirt en jeans met micro, op de achtergrond legertenten, in een oase. Met negentig directeuren van Axa houdt hij in november 1986 een strategievergadering in de Sahara. De reis ging per 4X4, de bezetting per jeep werd regelmatig gewisseld. Claude Bébear zegt kort nadien aan Trends: “De top van Axa, een groep in volle vorming en uitbreiding, moet een gelijklopende toekomstvisie ontwikkelen, we dienen allemaal op dezelfde lijn te staan. Hoe sterker er gedecentraliseerd wordt, en Axa is een gedecentraliseerde onderneming, hoe meer nood er bestaat aan een groepsfilosofie, aan charisma.”

Het verzekeraartje zonder vrienden in Parijs wordt een bekend personage. Echter nog geen gouden lid van het establishment en dus verhoogt hij het aantal interviews en peroreert over pensioenen, arbeidsflexibiliteit, de sociale uitsluiting. Aan Le Nouvel Observateur vertelt hij: ” C’était dur de passer pour un con alors qu’on sait qu’on ne fait pas un métier d’imbécile“. Een Brit zou een club opzoeken op Pall Mall. Claude Bébéar sticht een genootschap voor jonge PDG’s, Entreprises et Cité, en hanteert deze als maatschappelijke dubbelloop. Zijn rijkdom blijft niet achter, de directeur-generaal van Mutuelles réunies en de vele acquisities verliest nooit het eigen vermogen uit het oog: Bébéar verzamelt stock options die hem 1 miljard Franse frank doen wegen. Maar, il reste désespérément assureur. In 1996 schiet jager Bébéar zijn mammoet neer: UAP. Hij besluipt de belangrijkste, en intussen geprivatiseerde, Franse verzekeraar dan al tien jaar. Op het ogenblik van de privatisering (1994) is hij te duur, de beurskapitalisering van UAP bedraagt 50 miljard Franse frank, de waarde van Axa 30 miljard Franse frank. De tijd doet echter zijn werk. Door de mislukte en slinkse toenadering tot BNP en Suez en versplinterd door de slechte resultaten van zijn vastgoeddochter, verliest de nummer één van de Franse verzekeraars de pedalen. Claude Bébéar legt aan en vuurt. In 1996 weegt hij 50 miljard Franse frank en UAP 30 miljard Franse frank. Jacques Friedmann van UAP heeft gespeeld en fout gespeeld. Hij wordt met een erepost, voorzitter van de tweehoofdige groep Axa-UAP (wat hem maakt tot een dure pr-man die tafelt met wie het hem belieft), onschadelijk gemaakt (UAP holt van verlies naar verlies), terwijl Claude Bébéar triomfrerend binnenstapt in het Pantheon van de Très Haute Finance.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content