Financiële crisiscommunicatie
De zomer van 2011 zal in de geschiedenisboeken herinnerd worden als een rotzomer. Politiek viel er weinig opbeurends te noteren. Voorts waren er het gehakketak in de VS over de miljardenschuld, de complete verwarring in Europa over hoe de eurocrisis aan te pakken en de straatrellen in het Verenigd Koninkrijk. En alsof dat nog niet genoeg was: de klimatologische zomer had meer weg van een vervroegde herfst dan van een zomer.
De enigen die we in deze periode niet horen klagen, zijn journalisten. Waar zij traditioneel in augustus node op zoek moeten naar vliegende schotels, het monster van Loch Ness en andere komkommers, worden ze nu op hun wenken bediend. De komkommers – de echte dan – hadden hun EHEC-crisis al gehad voor de zomer, maar de economische neergang – met beurzen die wereldwijd bokkensprongen maken – zorgt voor de kers op de mediataart.
Uiteraard heeft elke crisissituatie een reeks onderliggende oorzaken. Dat zijn dan keiharde feiten en echte gebeurtenissen. Die zijn ondertussen genoegzaam bekend: banken die lichtzinnig kredieten toestonden aan mensen waarvan ze wisten dat die op een gegeven moment in grote problemen zouden komen (de subprimecrisis). Banken en andere financiers die de gekste en meest complexe financiële producten uitdachten, met labels en terminologieën die de bankiers zelfs niet meer begrepen (de CDO’s en andere ‘herverpakte rommel’). Maar ook: vele landen die na jarenlang socialistisch geïnspireerd wanbeleid – zoals Spanje, Griekenland en ook België – wakker worden in het midden van een financieel-economische nachtmerrie.
Iedereen beseft – te beginnen bij de man in de straat – dat de tering naar de nering moet worden gezet. Een aantal regeringen en andere instanties zoals internationale economische organisaties (OESO, IMF) en werkgeversorganisaties, hebben dat al langer begrepen. Maar blijkbaar nog lang niet iedereen. Terwijl ingrijpende en duurzame maatregelen noodzakelijk zijn, overheerst al maanden een kakofonie in visies en mogelijke oplossingen. Dat academici en andere specialisten hun denkbeelden ventileren via vrije tribunes en andere kanalen is hun goed recht. Zij zijn uiteindelijk beïnvloeders.
Maar daarnaast zijn er de beslissers: de regeringsleiders, de ministers van Financiën en Begroting, de centrale bankiers. Zij moeten dringend leren om in deze financiële crisis een van de basisregels van goed bestuur toe te passen: zeggen wat je doet, en doen wat je zegt. Daarnaast moeten zij met één stem spreken. Zeker op Europees niveau. Vanuit dat oogpunt was het idee om een Mister Euro te creëren een prima idee. Maar: men moet dat idee niet aankondigen, wel toepassen. Vraag is natuurlijk of de grote jongens en meisjes uit de klas – met Angela Merkel en Nicolas Sarkozy voorop – dat kunnen pruimen. Zo te zien niet.
Het zijn echter niet alleen de overheidsmanagers zoals ministers en andere mandatarissen die in deze crisis nog heel wat te leren hebben. Ook in de privésector wordt de ene bok na de andere geschoten. De wijze waarop de ratingagentschappen tewerk gaan is ronduit onverantwoord. Standard & Poor’s, dat bij het beoordelen van de kredietwaardigheid van de VS een rekenfoutje maakt van 2000 miljard dollar, dat is ontoelaatbaar. Pijnlijker is nog de vaststelling dat tientallen regeringen van evenveel landen, hun gehele financieel-economisch beleid afstemmen op pakweg een drietal firma’s.
Al deze fouten, blunders, uitschuivers zijn op geen enkele wijze goed te praten. Zulke misstappen worden zeker in deze barre tijden dubbel en dik afgestraft. Maar het is de communicatie van en over die pijnlijke voorvallen, die mee veroorzaakt dat het vertrouwen en de geloofwaardigheid van instellingen en hun leiders een extra knauw krijgen.
Die communicatie hebben de diverse spelers zelf in handen. Fouten, blunders en uitschuivers worden door de media opgepikt en uitvergroot. Daarbij gaan journalisten ook niet vrijuit. Illustratief is de koersval waarin het Franse SocGen terechtkwam, nadat de Britse krant Mail on Sunday een fictief bericht uit Le Monde voor waar overnam.
Moraal van het verhaal: eenieder dient te allen tijde zijn verantwoordelijkheid te nemen. Dat impliceert: kritisch analyseren, nuchter nadenken, durven te beslissen, actie nemen, én doordacht en verstandig communiceren. Vertrouwen en geloofwaardigheid zijn de peilers van elke reputatie.
De auteur is expert in reputatiemanagement.
PETER-FRANS ANTHONISSEN
Terwijl ingrijpende en duurzame maatregelen nood-zakelijk zijn, overheerst op dit ogenblik een kakofonie in visies en mogelijke oplossingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier