Filmfestival van Cannes 2005
Volgende week: deel 2.
De 58ste editie van het Filmfestival van Cannes staat meer dan ooit in het teken van de auteurscinema en de visie van die auteurs op de maatschappij en/of een bepaald filmgenre. Artistiek directeur Thierry Frémaux haalt daarvoor enkele Cannes-habitués naar de Croisette: Jim Jarmusch, Wim Wenders, Lars Von Trier, David Cronenberg, Luc en Jean-Pierre Dardenne, Michael Haneke, Atom Egoyan en Hou Hsiao-hsien. Maar ook nieuw talent steekt in de officiële selectie de kop op.
Het overheersende thema in de films – zowel in als buiten competitie – is het ouderschap. Voor Frémaux moet film een confrontatie uitlokken en in dialoog treden met de toeschouwer. Maar voldoen alle producties uit de officiële selectie aan dit criterium? We starten met een greep uit de Amerikaanse bijdragen.
Vooreerst George Lucas. Lucas als ‘auteur’ bestempelen, lijkt ons een te grote eer. Maar goed, zijn nieuwe film Star Wars – Episode III – Revenge of the Sith beleeft in Cannes zijn wereldpremière en in het zog daarvan zal wel veel mooi volk naar de rode loper afzakken. George Lucas mocht zich begin jaren zeventig – met de twee klassiekers THX 1138 en American Graffiti – tot de nieuwe generatie Amerikaanse filmmakers rekenen. Na die wapenfeiten wordt zijn persoon evenwel vooral vereenzelvigd met de Star Wars-saga en zijn speciale effecten- en geluidslaboratoria. Maar is hij ook een goede regisseur, een ‘auteur’? Naar onze mening niet. Star Wars – Episode III is vanaf 18 mei ook in België te zien. Naar verluidt is Revenge of the Sith het donkerste deel uit de saga. Wij hopen vooral een betere film te zien dan de twee vorige hoofdstukken.
Sin City van Robert Rodriguez en Frank Miller (vanaf 1 juni in de Belgische zalen) behoort tot het soort cinema dat vrij snel als ‘Tarantinoësk’ wordt omschreven. Quentin Tarantino regisseerde voor één symbolische dollar trouwens een scène uit Sin City. De gelijknamige stripreeks van Frank Miller (die ook coregisseur is) diende als voorbeeld voor dit visueel verbluffend spektakel. Sin City is dan ook zuivere strip: de felle zwartwitcontrasten tekenen (letterlijk) de pikdonkere sfeer van de prent. Het zwart-wit wordt hier en daar opgehelderd door rood (het vele bloed), blauw (de ogen) of geel. Sin City mag als stripverfilming voor de volle honderd procent geslaagd zijn, de personages laten ons Siberisch. Mickey Rourke is nochtans fantastisch als de brutale Marv en ook Benicio Del Toro, Clive Owen, Bruce Willis, Elijah Wood, Jessica Alba en Rutger Hauer schitteren. Maar hun presence is louter formeel en ondanks het vele bloedvergieten ontbeert het hondsbrutale Sin City personages van vlees en bloed.
Gus Van Sant heeft altijd wel iets met ontspoorde adolescenten gehad. Drugs, hoererij, zelfdoding en moord maakten de drijfveren uit van de kids uit Drugstore Cowboy, My Own Private Idaho, To Die For, Gerry en laatst nog Elephant. In Last Days (nationale release op 15 juni) – een niet mis te verstane allusie op de laatste dagen van Nirvana-frontman Kurt Cobain – mixt Van Sant de verhaalstructuur van Elephant met het minimalisme van Gerry. Het doelloze slenteren, het gemompel en het bewust gekozen isolement van de protagonist worden niet verklaard. Van Sant creëert nogal vrijblijvende sfeertjes. Maar een film waar Venus in Furs van de Velvet Underground de uitzichtloosheid eventjes doorbreekt, kan natuurlijk niet meer stuk. Piet Goethals
Piet Goethals
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier