FILMDISTRIBUTIE. Gelukkig meer volk in het donker

De knik is uit het Europese filmbezoek. De belangstelling om een filmpje te pikken, groeit. De nieuwe bioskooppaleizen stimuleren de trend.

Het grootste en meest vermaarde van de Europese filmfeesten, Cannes, zit er bijna op. Terwijl sterren en starlets nog enkele uren flirten met de pers worden er achter de schermen druk zaken afgesloten. Producenten zoeken distributeurs of omgekeerd, al naargelang van de bekendheid van het produkt.

Eenmaal de film verkocht is aan een distributeur staat deze voor de moeilijkste taak : de film een publiek bezorgen “Nee, ” zegt Michael William-Jones, voorzitter van het Amerikaanse United International Pictures (UIP), omzet 21 miljard frank, een wereldgigant én een pletwals in Europa. “Je moet voor een film geen publiek zoeken. De mensen weten goed wat ze willen zien. Een distributeur werkt voor zijn publiek en moet het de juiste films aanbieden. “

Michael William-Jones zit midden in het kerndebat over de Europese film. Dit zou de strijd zijn van kultuur (Europees) tegen commercie (Amerikaans). Is protektionisme, het belemmeren van de distributie van Amerikaanse films in Europa, OK ? Of moeten de Europese filmers leren prenten draaien voor een breed publiek en niet voor de bezoekers van de art houses, de filmhuizen.

UIP distribueert enkel buiten de VS en krijgt het verwijt niet in Amerika te mogen opereren omdat het een kartel zou zijn. De repliek is dat UIP zelfs nooit de toelating gevraagd heeft om films te verdelen in eigen land. De taal- en kultuursituatie is er veel homogener en dus is een ingewikkelde struktuur als die van UIP met veel branches, 28 in de EU, niet nodig.

GROEI IN EUROPA EN ELDERS.

Het bioskooppubliek groeit opnieuw. De moderne multiplexen (onze Belgische Metropolis en Kinepolis) die komfort en kwaliteit bieden, brachten een nieuw en jong kliënteel aan. Dat is heel normaal vindt Williams-Jones omdat men films wil zien in de beste omstandigheden. UIP heeft een sterke band met de bazen van de multiplexen wat de kleinere bioskopen met tegenzin ondergaan.

“Ook buiten Europa zit de groei erin. Azië en Australië kennen een cinemaboom met een publieksaangroei tot 300 % op enkele jaren tijd. Maar de distributiestrijd is hard in Azië en men deinst er voor niets terug. Toen UIP in 1988 in Korea de strijd aanging met het plaatselijke kartel verwoestte een brandbom het kantoor en werden er slangen losgelaten in bioskopen die de UIP-opener Fatal Attraction vertoonden, ” zegt Williams-Jones. Voor enkele weken startte UIP in China, goed voor 250 miljoen potentiële bioskoopgangers. Aan de kassa verkocht Arnold Schwarzeneggers True Lies 1 miljoen tickets in de eerste week.

Sinds 1983 is UIP ‘s werelds belangrijkste verdeler van langspeelfilms met kassuksessen als E.T., Thelma & Louise, Top Gun en Forrest Gump. Gegroeid uit Cinema International Corporation (CIC) dat in 1970 ontstond uit de gezamenlijke inspanningen van Lew Wasserman, voorzitter van MCA/Universal Studio en Charlie Bludhorn, de Oostenrijkse immigrant aan het hoofd van Paramount. Beide zakenlui geloofden in de wereldwijde aantrekkingskracht van hun ontspanningsprodukten. Distributie was de cruciale sleutel. De snel stijgende kosten en de onstabiele wereldmarkt maakte een ombuiging van hun individuele aanpak noodzakelijk. Met de bundeling van de distributiekanalen van Universal en Paramount buiten de VS en Canada, schiepen ze een struktuur die hen een wereldwijde distributie bezorgde met het behoud van de kontrole over elke marketingbeslissing.

Vandaag verdeelt UIP de produkten van de drie (gelijke) partners, Paramount, Universal en Metro-Goldwyn-Mayer (MGM), samen met een aantal onafhankelijke Europese en internationale films. Via de studio’s heeft UIP een sterke internationale verankering met de Amerikaanse Viacom Group (Paramount), Crédit Lyonnais (MGM), terwijl Universal recent door Matsushita verkocht werd aan de Canadese Seagrams Group. UIP opereert in 150 landen via een wereldomvattend distributienetwerk. In 40 landen met eigen kantoren, elders via een systeem van licenties met plaatselijke verdelers. “Ik reis veel en ik zie overal groei, groei en groei. Het versterkt mij in mijn visie, cinema as a global opportunity, ” zegt Williams-Jones.

Met meer dan 30 jaar ervaring betwijfelt Williams-Jones niet dat de Amerikaanse film op de juiste weg zit. Hollywood produceert met het publiek als doel en dat moeten Europese filmmakers maar eens leren vindt hij : “Het is tijd voor Europa om zich te realizeren dat Hollywood geen boeman is. Europeanen hebben hun demokratische vrijheden. Dat houdt ook in dat ze hun vermaak vrij moeten kunnen kiezen. Men moet stoppen met het zoeken naar zondebokken en een begin maken met het herontdekken van het publiek door gebruik te maken van eigen talent, energie en passie. Het is zoals producent Sam Goldwyn jr. zei : “We’re an art and a business too. But if you don’t succeed in the art of entertaining, you won’t make it as a business. ” Er bestaan geen regels. Tarantino doet het op zijn vooruitstrevende manier en niemand geloofde in Schindler’s List, ook verdeeld door UIP, die door 200 miljoen mensen werd bekeken en goed bevonden. “

De Europese film komt langzaam uit het slop, gelooft Williams-Jones. “Films als Four Weddings and a Funeral, Before the Rain, Der Bewegte Mann, Johnny Stecchino, Les Visiteurs die de suksesrijkste films aller tijden werden in hun eigen land, zijn prenten die overal het publiek aanspreken. ” Door dat stijgende sukses richt UIP zich ook steeds aktiever op het verdelen van Europese films. Sinds 1989 waren dat er meer dan 150, waaronder ook Belgische films als Eline Vere, Oeroeg, Pardon Cupidon en Max.

Moderne filmmarketing is complex en risicovol. De release van een film is vakwerk. Williams-Jones : “Elke film is een prototype en vraagt een aangepaste marketingstrategie. Het aanbod is groot en de timing ontzettend belangrijk. Het is triest dat amper één op drie van de Hollywoodfilms winstgevend is. Films kennen vandaag een opvallend kort leven. Soms overleven ze enkele weken, soms enkele dagen. “

Het gemiddelde budget voor een Amerikaanse film bedraagt tegenwoordig 30 miljoen dollar. Studio’s met een potentiële kaskraker spenderen tot 8 miljoen dollar aan prints & advertising bij de lancering van hun film in Europa. Dat is een stijging met 50 % over de laatste vijf jaar. “Een nieuwe film krijgt steeds een algemene positionering, maar we moeten flexibel zijn en lokale aanpassingen brengen. Vertalingen, ondertitels en dubbing worden zorgvuldig voorbereid en plaatselijke titels worden geselekteerd. Wij geloven in het gigantische groeipotentieel van de ontspanningsindustrie. Na de kaskrakers in de bios volgen de tv-produkties, temaparken, soundtracks, knuffelbeesten en ga zo maar door. “

Michael Williams-Jones werd ooit door het vakblad Variety omschreven als de “veteran optimist” van de filmindustrie : “I’m not so sure about veteran but hell yes I am an optimist. “

BRAM CROLS

CANNES, TALENTENJACHT MET VOYEURS Achter de glitter, drukke handel in distributierechten.

MICHAEL WILLIAMS-JONES (UIP) “Wanneer leren de Europeanen dat films er zijn voor het publiek en niet omgekeerd. Dat zou de diskussie over de gevaren van de Amerikaanse films voor Europa al wat rationeler maken. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content