Filip Van Hool (49): ‘Ik ben heel tevreden over Macedonië’

Sinds 2013 is Filip Van Hool de CEO van Van Hool, de familiale constructeur van autobussen, touringcars en bedrijfsvoertuigen in Koningshooikt. Het jaar stond vooral in het teken van het nieuwe filiaal in Macedonië. “Het moest in één jaar worden gebouwd. De tijdsdruk was enorm. Ik had er slapeloze nachten en nachtmerries door. Maar het is gelukt.”

Het aantal werknemers in Macedonië is al geklommen van 200 naar 380. In Koningshooikt zullen de medewerkers dat niet graag zien.

FILIP VAN HOOL. “In Macedonië bouwen we goedkope standaardbussen. In Koningshooikt maken we de meer gesofisticeerde voertuigen op maat, met veel toegevoegde waarde. Door de productie van standaardbussen krijgen we ook extra orders voor Koningshooikt. Onze Amerikaanse invoerder wil 550 goedkope bussen en heeft bovendien tot 500 duurdere touringcars besteld. We kregen die order enkel door die gecombineerde levering.”

Maar u moet beide toch in Koningshooikt kunnen maken door de schaalvoordelen via grotere orders?

VAN HOOL. “Al onze concurrenten werken in lagelonenlanden. 85 procent van de nieuw geregistreerde bussen in Europa wordt daar gemaakt. Er is overcapaciteit en de prijzendruk neemt nog toe, zeker door de aanhoudende recessie in de zuiderse eurolanden.”

De MIVB bestelde in juli vorig jaar een megaorder van 170 stadsbussen bij het Duitse Evobus. Bij die beslissing waren de lonen toch niet doorslaggevend?

VAN HOOL. “Niet volledig, maar toch. De Belgische lonen zijn 15 procent duurder dan de Duitse. De productie van een stadsbus is zeer arbeidsintensief. Bij een loonverschil van 15 procent heb je per bus een verschil van meer dan 10.000 euro, enkel aan werkuren. En dan spreken we nog niet over het verschil met de lonen in Tsjechië. Daar loopt het verschil per bus op tot meer dan 50.000 euro.”

Sinds oktober vorig jaar bent u de nieuwe voorzitter van de sectorfederatie Agoria Automotive. De lonen zijn toch uw belangrijkste kopzorg?

VAN HOOL. “De loonkosten bedragen slechts 15 procent van de totale productieketen van een autobouwer, maar per autoassemblagefabriek belopen ze 60 à 70 procent. Multinationals vergelijken enkel de individuele fabrieken met elkaar. Maar voor alle duidelijkheid: Van Hool zit als het ware vastgeketend in België. Wij willen hier absoluut werkgelegenheid behouden.”

Nochtans verbleef u het voorbije jaar vooral in Macedonië voor het nieuwe filiaal.

VAN HOOL. “Ik verbleef drie tot zes dagen per maand in onze nieuwe fabriek in Skopje. Sinds oktober vorig jaar zijn de eerste bussen klaar. Het is ongelooflijk hoe die volledig nieuwe fabriek in een jaar tijd werd voltooid. Er werd zeven dagen per week, 24 uren per dag aan gewerkt. Macedonië is een land waar de mensen nog willen werken.”

Maar u bent de enige Belgische investeerder in het Balkanland. Een gok?

VAN HOOL. “Ik ben heel tevreden over mijn werknemers. Skopje heeft een traditie van busbouw. Ik heb vooraf drie dagen lang technische scholen bezocht. Die zijn goed en talrijk. Bovendien worden in de scholen nu specifieke opleidingen gegeven die zijn afgestemd op de productielijnen van onze fabriek. Want de werkloosheid blijft met 40 procent erg hoog in Macedonië.”

W.R.

“Van Hool wil absoluut werkgelegenheid behouden in België”