Festivalorganisatoren worden bedrijfsleiders

Zomerfestivals worden steeds duurder. De organisatoren profileren zich als heuse bedrijfsleiders. En: ze vinden de weg naar de politiek.

Noem iemand die een festival organiseert niet langer domweg een organisator. Spreek wel over leidinggevende of manager, want wie voorheen bekendstond als een festivalorganisator moet tegenwoordig beschikken over dezelfde talenten als een bedrijfsleider. Zo ook Marnique Deswarte (56) van folkfestival Dranouter, dat van 3 tot 5 augustus voor de 33ste keer de hekken opent. Hij werd 25 jaar geleden bij het oprichten van de vzw folkfestival Dranouter van muziekliefhebbende medewerker gebombardeerd tot voorzitter. “Ik had er nooit bij stilgestaan dat ik door het aanvaarden van die titel sinds tien jaar dezelfde taken als een bedrijfsleider moet uitvoeren. Het sociale aspect was mijn motivatie, nu is mijn baan financieel-economisch getint,” vindt Deswarte.

Vijf jaar werkt hij nu voltijds voor de organisatie, na eerst een vijftal jaren zijn voorzitterschap te hebben gecombineerd met zijn benoeming in het onderwijs. “Dat ik eerst een kader vormde voor ik zelf in loondienst in de organisatie stapte, was een bewuste keuze. Doordat ikzelf niet financieel afhankelijk was van het festival, kwam er minder stress bij kijken en kon ik het financieel gezond uitbouwen.”

Als een volleerde manager speelt De-swarte met de cijfers van zijn vzw, al is de evolutie daarin niet altijd even positief. Eerste cijfer: 70.000. Het bezoekersaantal dat Folk Dranouter in 2006 op de wei kreeg. Tweede cijfer: 15.000. Het aantal bezoekers dat de voorbije drie jaar afhaakte. “Het weer liet het al vier jaar afweten, zowel tijdens het festival als tijdens de voorverkoopperiode,” verklaart Deswarte de verminderde belangstelling. “Die 15.000 bezoekers minder zorgden voor een terugval van 150.000 euro. Opgeteld bij de tekorten van de vorige jaren, betekent dit dat onze kleine marge helemaal verdween.” In 2006 moest Deswarte zijn personeelsbestand dan ook afslanken van twintig naar vijftien mensen die op zijn minst halftijds meewerken.

Het wegblijven van bezoekers wordt door sommigen toegeschreven aan de nieuwe oriëntering van Folk Dranouter. Met de ondertitel The New Generation richt de vzw zich niet langer alleen op folkliefhebbers. “In een niche werken, kunnen we niet meer door de financiële lasten,” zegt Deswarte. “Onze structurele subsidie van 50.000 euro per jaar zijn we kwijt, we krijgen alleen nog een kleine projectsubsidie.” De inkomsten haalt Folk Dranouter voor 60 % uit de dalende ticketverkoop. De rest haalt het festival uit catering, de verhuur van standen en sponsoring. De grootste kostenpost is opvallend genoeg niet het artistieke budget. Dat bedraagt – met een maximum van 100.000 euro voor een grote groep – amper 40 % van het totaal. “Het zou andersom moeten, maar onze logistieke kosten zijn enorm hoog, omdat het festivalterrein zo afgelegen is.”

De troubadour van Dour

De drijvende kracht achter het alternatieve rockfestival Dour is Carlo Di Antonio (44), ook kersvers CDH-burgemeester van Dour. Voor de eerste maal in de geschiedenis was de jongste editie uitverkocht. 140.000 muziekliefhebbers luisterden van 12 tot en met 15 juli naar zo’n 200 groepen, verspreid over zes podia. Het jonge volkje leefde zich tot het ochtendgloren uit op de oorverdovende beats van de hiphop, reggae, drum-‘n-bass en hardcore metal.

In 1989 stampt Di Antonio een rockfestival in Dour uit de grond. Het eerste jaar boekt de organisatie een verlies van 25.000 euro. Maar geleidelijk aan raakt het team van Di Antonio uit de rode cijfers. Vandaag boekt Dour Music Festival met drie medewerkers een winst van ongeveer 125.000 euro op een jaaromzet van bijna 4 miljoen euro. Ongeveer 80 % haalt de vennootschap uit de verkoop van tickets, drank en voedsel. De rest komt van sponsors (17 %) en subsidies (3 %).

“De totale onkosten belopen 3 miljoen euro,” zegt Di Antonio. “Een derde gaat naar respectievelijk de artiesten, de accommodatie en de organisatie.” In vergelijking met het budget van Rock Werchter, dat dit jaar meer dan 5 miljoen euro aan gages voor de popgroepen besteedde, is dit een peulschil. Werchterorganisator Herman Schueremans: “Vijftien jaar geleden heb ik Carlo aangeraden met zijn festival een niche te vullen en zich rigoureus aan budgetten te houden. Hij heeft geluisterd en ik ben fier op zijn succes. Wat die bovengrens betreft, voor Werchter ligt die tienmaal hoger, voor een paar headliners per dag.”

Anderzijds pakt Dour telkens uit met onbekende namen. “Een bewuste strategie,” zegt Di Antonio. “Zo besparen we kosten en geven we nieuwe talenten een kans. Huidige megasterren – zoals Placebo, Blurr en Faithless – prijkten op onze affiche voor ze ooit in Werchter optraden. Uitgezonderd Noir Desir in 2002, betalen wij nooit meer dan 20.000 euro per groep.”

Uiteindelijk kon ook Dour niet weerstaan aan de prijsverhogingen die de festivals dit jaar teisteren: 75 euro voor vier dagen (5 euro meer dan in 2006). Dat is nog ruim onder dat van de concurrentie, zoals Roskilde (200 euro), Werchter (160 euro) en Pinkpop (115 euro voor drie dagen). Di Antonio ziet de diversiteit en de veelheid van de acts als een van de grootste troeven van zijn festival. “Het internationale festivallandschap is een eenheidsworst geworden,” meent Di Antonio, die in 2005 nog deelnam aan het Wereld Sociaal Forum in Porte Allegre. “Rock Werchter of Roskilde hebben grosso modo dezelfde programmering. Wij willen meer in detail gaan en kleinere groepen een plaats bieden in een waaier van muzikale stijlen.”

In 1994 stond de lokale schepen van de jeugd Di Antonio op de lijst van Gemeentebelangen – een afsplitsing van de toenmalige PSC. Hij werd verkozen. Zes jaar later haalt hij de meeste voorkeurstemmen uit de gemeente om twaalf maanden daarna voorzitter te worden van de Waalse christendemocraten in het arrondissement Bergen. In 2002 benoemt PSC-voorzitter Joëlle Milquet hem tot politieke secretaris van de partij. Samen met Benoît Lutgen, zoon van de Waalse milieuminister Lutgen, was Di Antonio de motor achter de naamsverandering van de Waalse christendemocraten in Centre Démocrate Humaniste (CDH).

Net als Herman Schueremans (VLD, Vlaams-Brabant) en Chokri Mahassine (SP.A, Limburg), wordt Di Antonio in 2004 verkozen tot volksvertegenwoordiger in het Belgische parlement. Als jonge wolf van de CDH legt Di Antonio het vuur aan de schenen van Georges Dumortier, de cultuurpaus van de Waalse socialisten. Hij klaagt publiekelijk de exuberante onkostennota’s van de voormalige topman van Le Botanique in Brussel aan – een factuur van 35.000 euro voor restaurants in 2005. In 2006 breekt Di Antonio de PS-meerderheid in eigen gemeente en krijgt de burgemeestersjerp. Vandaag is de gedelegeerd bestuurder van Dour Music Festival zelf ondervoorzitter van dit culturele centrum van de Franstalige Gemeenschap. Daarnaast organiseert hij tal van muzikale evenementen – zoals Kids Festival – en humanitaire acties naar Bosnië. Di Antonio leidt ook een manege, een vastgoedvennootschap, het muziekblad Rif Raf en enkele horecazaken.

Eric Pompen Sjoukje Smedts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content