FEITEN EN FICTIE VAN MIGRATIE

Alain Mouton

De vluchtelingencrisis in Europa roept heel wat vragen op. Trends toetst tien stellingen over de migratiecrisis aan de feiten.

1. MIGRATIE IS VAN ALLE TIJDEN

JA Calais, Kos, Lampedusa, een muur in Hongarije,… Momenteel zijn de meest bekende oorden van de Europese Unie de plaatsen waar duizenden vluchtelingen, asielzoekers en migranten zich ophouden. Volgens de jongste cijfers van het Europese agentschap voor de buitengrenzen, Frontex, kwamen in het eerste halfjaar van 2015 340.000 migranten naar Europa. Drie keer zoveel als in de eerste zeven maanden van vorig jaar. Het resultaat is dat er volgens de Migrant Files per maand 400 vluchtelingen sterven in de Middellandse Zee. In 2014 hebben 219.000 vluchtelingen de oversteek gewaagd. Dat is tien keer meer dan twee jaar eerder. En het aantal blijft toenemen. Het oude continent kent een van de belangrijkste migratiecrisissen sinds de Tweede Wereldoorlog. Dat wekt de indruk dat dit een unieke gebeurtenis is.

Maar dat is relatief. Migratie is van alle tijden. En er zijn in het verleden grotere migratiestromen naar Europa geweest. De situatie is niet te vergelijken met wat er na de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Er was toen sprake van miljoenen ‘displaced persons’, vooral Duitsers die uit voormalig Duits en voortaan Pools grondgebied werden verdreven. Of de overlevenden van de Holocaust, die op zoek waren naar een nieuwe thuis. In 1962 trokken één miljoen Franse kolonialen (de zogenaamde pieds noirs) in amper een paar maanden van het onafhankelijk geworden Algerije naar het Franse vasteland. Die migranten waren enkel mensen met een Europese achtergrond.

De huidige migratiecrisis is van een andere orde. Het gaat om mensen van buiten het continent, vooral uit Azië en Afrika, die een oorlogssituatie ontvluchten. Of mensen die op zoek zijn naar werk en een beter leven in Europa. De sterke mediatisering van de vluchtelingenstroom naar Europa wekt de indruk dat er enkel sprake is van een beweging van Afrika — en Azië — naar Europa. Maar dat klopt niet. Ook binnen Afrika, het armste continent, is er een migratiestroom. Zuid-Afrika telt momenteel zo’n 5 miljoen illegale immigranten, vooral uit Somalië en Malawi. Dat is 10 procent van het aantal inwoners van Zuid-Afrika. De aanwezigheid van deze immigranten veroorzaakt in Zuid-Afrika heel wat spanningen.

2. HET LEVEN VAN ALLE VLUCHTELINGEN DIE NAAR EUROPA KOMEN IS IN GEVAAR

NEEN De Nederlandse oorlogscorrespondent en onderzoeksjournalist Arnold Karskens bracht de voorbije weken zowel een bezoek aan Calais als aan Kos, waar tal van vluchtelingen samentroepen. Hij kwam tot de conclusie dat het in Calais in belangrijke mate gaat om economische vluchtelingen die in Groot-Brittannië een nieuw leven willen opbouwen. Gelukzoekers dus, die niet per se uit oorlogsgebied afkomstig zijn.

De situatie van de vluchtelingen vanuit Syrië en Irak is enigszins verschillend. Zij zijn wel op de vlucht voor oorlogsgeweld. Sinds 2011 hebben circa 4 miljoen Syriërs hun vaderland verlaten en hun heil gezocht in met name Libanon (1,17 miljoen), Jordanië (630.000) of Turkije (1,8 miljoen), zo melden cijfers van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Karskens: “Het zijn buurlanden waar Syriërs niet worden vervolgd.” Met andere woorden, in pakweg Turkije bevinden zij zich in veiligheid.

Zodra ze doorreizen naar een Grieks eiland in de Egeïsche Zee is er volgens Karstens geen sprake meer van asielzoekers, maar van economische gelukzoekers. In Turkije werken die vluchtelingen voor een zeer laag loon (zo’n 300 euro per maand). In Europa hopen ze meer te kunnen verdienen. De Nederlandse cultuurantropoloog Teun Voeten benadrukte vorige week in een essay de behoefte aan onderscheid: “Het westerse asielstelsel is opgezet voor slachtoffers van politieke repressie en oorlogsgeweld. Niet het Westen, maar economische migranten valt een gebrek aan solidariteit te verwijten. Zij hollen een humanitair systeem zodanig uit dat hun minder gefortuneerde lotgenoten, de oorlogsslachtoffers van het Syrische drama, uit de boot vallen.”

3. IMMIGRATIE LOST HET VERGRIJZINGSPROBLEEM OP

NEEN In de Europese Unie zien 10 van de 28 lidstaten hun bevolking dalen. België behoort daar niet toe, Duitsland wel. Onze oosterburen zijn nu met 81 miljoen. Volgens de Verenigde Naties zal het aantal Duitsers volgens de voorspellingen over het aantal geboortes tegen het einde van de eeuw dalen tot 63 miljoen inwoners. Aangezien de vruchtbaarheidsgraad in Europa laag blijft, is immigratie de enige positieve demografische factor. Economen wijzen erop dat een aanzwellende bevolking via immigratie het arbeidsaanbod doet toenemen. Meer mensen aan de slag betekent ook meer economische groei. Maar daarmee is het vergrijzingsprobleem nog niet opgelost. Europa telt 44 miljoen immigranten of 9 procent van een bevolking van 500 miljoen. Om de vergrijzing betaalbaar te houden, zou de Europese bevolking tegen 2050 moeten verdubbelen. Zelfs met massa-immigratie kan dat niet. De financiering van de pensioenen zal via andere kanalen moeten gebeuren, want ook immigranten worden ouder. Eigenlijk is het zeer eenvoudig: de enige manier om de vergrijzing betaalbaar te houden, is iedereen — autochtonen en nieuwkomers — langer doen werken.

4. IN BELGIË IS VOORAL SPRAKE VAN PASSIEVE MIGRATIE, NIET GERICHT OP INTREDE OP DE ARBEIDSMARKT

JA In België gebeurt de immigratie vooral via de zogenoemde passieve kanalen: gezinshereniging, erkende vluchtelingen en regularisaties. Dat geldt overigens voor tal van EU-lidstaten. In tegenstelling tot actieve migratie is deze passieve migratie niet in eerste instantie gericht op integratie op de arbeidsmarkt om openstaande vacatures en vooral knelpuntberoepen in te vullen. In België is de immigratie voor 80 procent passief. 20 procent heeft betrekking op actieve migratie: regulier werk en studentenmigratie. Dat is een groot verschil met de Verenigde Staten, Canada en Australië, waar het gros van de migratie actieve migratie is.

Wanneer minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open Vld) stelt dat de vele vluchtelingen in Europa een enorme opportuniteit zijn voor onze arbeidsmarkt is dat volgens arbeidsmarktexperts wat kort door de bocht. De vraag is in welke mate ze over de competenties beschikken om snel op de Belgische arbeidsmarkt geïntegreerd te raken. Vaak komen ze uit een samenleving die grondig verschilt van de hoogtechnologische Europese economieën. Gemiddeld 10 procent van de asielzoekers is analfabeet. En zelfs bij hooggeschoolden blijkt dat hun expertise niet voldoende is en dat bijscholing nodig is.

Gezinshereniging en volgmigratie betekenen zelden dat de nieuwkomers aan de slag gaan. Het gaat om echtgenotes en andere familieleden van migranten die zich al een tijd in België bevinden. Een gevolg is dat slecht 44 procent van niet-EU-migranten in België een baan heeft. De wet op de gezinshereniging is wel verstrengd, zodat de migratiestroom via dat kanaal al enkele jaren vermindert.

5. TE VEEL MIGRATIE ZET ONZE RELATIEF ROYALE SOCIALE ZEKERHEID ONDER DRUK

JA “Ofwel kies je voor veel migratie, maar dan moet je een minder royale sociale zekerheid hebben. Of je behoudt die, maar dan moet je migratie beperken.” Deze uitspraak van de Chicago-econoom Milton Friedman wordt in het migratiedebat nog altijd gebruikt. Onder andere door de Britse econoom Paul Collier. Hij stelt in zijn standaardboek ‘Exodus: How Migration is Changing our World’ dat massa-immigratie de culturele cohesie van de rijkere landen bedreigt. Wanneer migranten zich vastklampen aan de culturele normen die volgens de woorden van Collier “hun land van oorsprong disfunctioneel maakt zoals corruptie en ze verspreidt in hun nieuwe gastland”, dan is er bij autochtonen geen draagvlak om aan herverdeling te doen en een royale welvaartsstaat te financieren.

Collier stelt vast dat de integratie van immigranten gemakkelijker gaat in samenlevingen die een minder uitgebreid systeem van uitkeringen hebben, zoals dat in de Verenigde Staten het geval is. Het westerse socialezekerheidssysteem is enkel leefbaar indien de immigratie aan duidelijke voorwaarden voldoet: het aantal nieuwe immigranten moet verbonden zijn met het succes van eerder aangekomenen, in de groep immigranten moet het aantal hooggeschoolden worden opgetrokken, familiehereniging is aan een beperking toe en vluchtelingen uit oorlogszones moeten worden toegelaten, maar moeten teruggestuurd worden wanneer er opnieuw vrede is in het thuisland. Dat laatste is echter louter theorie. Uitgeprocedeerden hebben zelden zin om terug te keren. Hun komst naar Europa was een hindernissenparcours en een dure zaak. Vaak werden ze door achtergebleven familie en vrienden gefinancierd. Terugkeren staat gelijk met een nederlaag.

6. IMMIGRATIE DRUKT DE LONEN

NEEN/JA Bij extreemrechts luidt steevast dat immigratie leidt tot werkloosheid omdat immigranten de jobs van autochtonen innemen. Extreemlinks ziet in migratie dan weer een complot van werkgevers om de lonen te drukken. Wie heeft gelijk? Geen van beide, al zijn de effecten op de arbeidsmarkt sterk afhankelijk van het type migratie. De algemene economische theorie is zeer eenvoudig: migranten leiden tot een stijging van het aanbod van arbeidskrachten. Een groter aanbod doet de prijs van arbeid en dus de lonen dalen. Dat heeft daarna een positief effect, want de goedkope vraag naar arbeid doet de werkgelegenheid stijgen. Naar verloop van tijd is er krapte op de arbeidsmarkt en ontstaat een opwaartse druk op de lonen.

Dat is de theorie. De praktijk is complexer. Alles hangt af van het type van arbeidsmigratie. Als de immigranten vooral laaggeschoolden zijn, zijn het concurrenten van laaggeschoolde autochtonen. Hoogopgeleide autochtone werknemers profiteren juist van de komst van deze immigranten, omdat zij gebruikmaken van hun diensten maar geen concurrentie van hen ondervinden. Zijn immigranten vooral hoog opgeleid, dan zijn er meestal geen verliezers: voor hoogopgeleiden zijn er voldoende vacatures en hoogopgeleiden zoals ingenieurs zorgen voor extra banen door de behoefte aan ondersteunende dienstverlening.

7. MIGRATIESTROMEN ABSORBEREN GEBEURT GEMAKKELIJKER IN FLEXIBELE ARBEIDSMARKTEN

JA Groot-Brittannië heeft veel aantrek bij de immigranten en dat heeft niet alleen te maken met de taal. Het land heeft gewoon een veel flexibeler arbeidsmarkt en die kan immigranten sneller absorberen. Een laag minimumloon, weinig ontslagbescherming en flexibele cao’s kunnen helpen bij de intrede van immigranten op de arbeidsmarkt. Op het continent worden vooral insiders, zij die al een job hebben, beschermd. Het gevolg is dat sommige immigranten buitenproportioneel in de werkloosheid of in het zwarte circuit terechtkomen. Andere kiezen voor het zelfstandigenstatuut, zoals de vele Polen in de bouwsector.

8. DE MENSENHANDELAARS WEGHALEN LOST HET MIGRATIEPROBLEEM OP

NEEN De netwerken van mensensmokkelaars spelen een cruciale rol in de migratiecrisis die aan de gang is. Die netwerken neutraliseren zal de migratiestromen naar het noorden aanzienlijk beperken. De mensensmokkel is een maffioze business geworden. De smokkelaars minimaliseren de risico’s van de overtocht en stellen het land van aankomst als een paradijs voor. Onlangs bleek nog dat de toename van het aantal Iraakse asielzoekers in België een gevolg was van een fabeltje dat mensensmokkelaars verspreiden: namelijk dat gezinshereniging in België zeer gemakkelijk gaat. Maar volgens de Cercle Belem, een groep die een aantal Franse economen verenigt, zullen de migratiestromen niet stoppen wanneer de mensenhandelaars onschadelijk worden gemaakt. Migratie is immers vaak een kwestie van relatief lage opportuniteitskosten. Het zal nog lange tijd lonen het thuisland te verlaten en te proberen Europa te bereiken. Ook al gebeurt dat op gevaar voor eigen leven.

Volgens de economen van de Cercle Belem zullen de migratiestromen uit Afrika pas afnemen wanneer de economische situatie daar aanzienlijk verbetert. Natuurlijk kan Europa het economische beleid in de landen van herkomst niet sturen. Het wegwerken van de corruptie is een verantwoordelijkheid van de plaatselijke politici. Maar Europa kan een economische rol spelen door bijvoorbeeld de handelsbarrières met die landen te verminderen. Als we deze vluchtelingen liever niet hebben, dan moeten we de economische ontwikkeling in de thuislanden bevorderen. En dat zal gebeuren via het wegwerken van economische grenzen, is hun redenering. Zoals Philipp Hammond, Brits minister van Buitenlandse Zaken, een paar weken geleden zei: “Het onderscheid in levensstandaard tussen Afrika en Europa betekent dat er altijd miljoenen Afrikanen zullen zijn die economische redenen hebben om naar Europa te komen.”

9. DE MIGRATIEAANPAK VAN AUSTRALIË KAN EEN OPLOSSING ZIJN

JA Australië zag de voorbije jaren eveneens een golf van bootvluchtelingen op zich afkomen. Sinds eind 2013 hanteert het land een zeer streng immigratiebeleid. Asielzoekers worden teruggestuurd naar eilanden waar hun asielaanvraag wordt afgehandeld. Vooral Maleisië en Indonesië waren ‘vertreklanden’. Het Australische continent kwamen die bootvluchtelingen echter niet binnen. Ze werden naar door Australië beheerde asielcentra gebracht in Nauru, een eiland in de Stille Oceaan, en Manus Island (Papoea-Nieuw-Guinea). Ter plaatse vindt de asielprocedure plaats.

In de jongste twintig maanden zijn twintig boten met in totaal 633 illegalen teruggestuurd. Tussen 2007 en 2013, voor het strenge asielbeleid, kwamen in Australië 50.000 vluchtelingen aan op meer dan 800 boten.

Een aantal Europese landen heeft al gepleit om dit systeem ook voor Europa toe te passen. Gaande van asielcentra in Noord-Afrika of op eilanden in de Middellandse Zee. Maar dat botst op praktische maar ook politieke problemen. Asielcentra beheren in pakweg Libië is onmogelijk omdat daar totale anarchie heerst. Zuid-Europese landen zijn dan weer niet happig op die asielcentra op hun eilanden. Nu is er al sprake van afschuifgedrag, waarbij bepaalde lidstaten de vluchtelingen op hun grondgebied naar andere landen van de Europese Unie zien vertrekken. Europa ontbeert een gemeenschappelijk asielbeleid. Bovendien hoeven de Australische autoriteiten enkel de zeeroutes te controleren, terwijl Europa ook een belangrijke migratieroute over land kent.

10. DAT GROOT-BRITTANNIË GEEN LID VAN DE SCHENGENZONE IS, HEEFT EEN NEGATIEVE IMPACT OP DE MIGRATIECRISIS

JA Het is niet alleen omdat ze de taal kennen of hopen er werk te vinden dat de vluchtelingen vanuit Calais massaal naar Engeland trekken. Ook het feit dat Groot-Brittannië geen lid van de Schengenzone is, speelt een rol. Wanneer een vluchteling in Griekenland of Italië aan land gaat, worden zijn vingerafdrukken daar genomen. Wanneer die vluchtelingen naar Noord-Europa reizen en bijvoorbeeld asiel aanvragen in België, bestaat het risico dat ze worden teruggestuurd naar het eerste Schengenland waar ze binnenkwamen. Als dat Griekenland is, vinden ze dat minder leuk. Het probleem stelt zich niet als ze het Kanaal oversteken omdat ze dan buiten de Schengenzone vallen.

ALAIN MOUTON

“Veel mensen die kritisch zijn over het asielbeleid, vergeten dat we in de Schengenzone leven. Er zijn op het Europese continent geen binnengrenzen” – Theo Francken

Voor hoogopgeleide immigranten zijn er voldoende vacatures en hoogopgeleiden zoals ingenieurs zorgen voor extra banen door de behoefte aan ondersteunende diensten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content