Federale begroting 2015 bevat 200 mln VennB intercommunales: of hoe lokale besturen federale tekorten financieren

Enthousiast wordt de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) niet van de manier waarop de regering-Michel haar regeerakkoord in de praktijk brengt. Het zinnetje ‘Er wordt gezorgd voor een loyale fiscale concurrentie binnen alle activiteitssectoren en tussen de privésector en de overheidssector (bijvoorbeeld met betrekking tot intercommunales en oneigenlijk gebruikte vzw’s)’ wordt vertaald in een vennootschapsbelasting op de intercommunales van 200 miljoen euro in 2015, die oploopt tot 230 miljoen euro in 2018.

Grof gerekend komt dat neer op 140 miljoen euro voor de Vlaamse gemeenten. Die factuur bedraagt zowat 1,5 procent van het gemeentelijke budget. Ze komt boven op de 60 tot 70 miljoen euro die de gemeentes elk jaar extra moeten opzijleggen voor de pensioenen, en holt de beslissing om het Gemeentefonds elk jaar met 3,5 procent te doen groeien (70 tot 80 miljoen euro), volledig uit.

“Daar hebben we toch principiële vragen bij”, zegt Jan Leroy, directeur bestuur van de VVSG. “Ten eerste: wat is deloyale concurrentie? De grootste dividendenstroom naar de gemeentes komt van de intercommunales die de energienetten beheren. Maar die hebben een monopolie gekregen, dus daar is geen sprake van deloyale concurrentie.”

Leroy wijst er ook op dat samenwerkingen het gevolg zijn van gemeentes die tot de conclusie zijn gekomen dat het zinloos is sommige zaken alleen te doen. “Een gemeente die alleen een zwembad openhoudt, moet geen vennootschapsbelasting betalen, maar wie dat samen met anderen doet, wel?”

Ook wordt het debat over deloyale concurrentie het beste ruimer bekeken. “Er zijn zaken waarbij een privébedrijf benadeeld is, maar dat geldt omgekeerd ook. Een privébedrijf moet zich niet houden aan de omslachtige procedures van de wet op overheidsaanbestedingen.”

“Vergeet niet dat dividenden van intercommunales aan gemeenten er niet zijn voor de burgemeester en de schepenen, maar voor de gemeentekas. Daarmee leggen ze wegen aan, betalen ze het OCMW, enzovoort. Minder inkomsten betekent dat ze ofwel de uitgaven moeten reduceren door bijvoorbeeld de investeringen terug te schroeven, of nieuwe inkomsten moeten halen bij bedrijven of hun inwoners. Macro-economisch is dat een verschuiving van de ene overheid naar de andere, maar voor de Europese begrotingsdoelstellingen maakt dat geen verschil. Als de intercommunales fiscaal optimaliseren, dreigt de overheidsschuld zelfs te stijgen.”

“Om ongelukken of ongewenste effecten te vermijden”, hoopt de VVSG in elk geval nog een gesprek te kunnen hebben met de nieuwe minister van Financiën.

@HUZZY10

“Een gemeente die alleen een zwembad openhoudt, moet geen vennootschapsbelasting betalen, maar wie dat samen met anderen doet, wel?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content