‘Farma is mee verantwoordelijk voor resistentie tegen antibiotica’
Resistentie tegen antibiotica is een tikkende tijdbom onder de volksgezondheid. Helaas is ook de farmasector mee verantwoordelijk, stelt Karl Rotthier, de CEO van de antibioticaproducent DSM Sinochem Pharmaceuticals.
De resistentie van bacteriën tegen antibiotica is een van de grootste bedreigingen voor de volksgezondheid. Alleen al in de Europese Unie sterven jaarlijks ruim 25.000 mensen door onbehandelbare bacteriële infecties. Wereldwijd zijn er jaarlijks 700.000 zulke sterfgevallen, vooral borelingen in India en China. Zonder een efficiënte aanpak zullen in 2050 jaarlijks ongeveer 10 miljoen doden vallen als gevolg van antibiotica die niet meer werken. Dat is het bikkelharde besluit van een onafhankelijk onderzoek dat werd geleid door de Britse topeconoom Jim O’Neill. “Toch wordt het probleem nog altijd onderschat”, zegt Karl Rotthier. Hij is de CEO van DSM Sinochem Pharmaceuticals (DSP), de wereldleider in de productie van generische antibiotica. “Het is niet vijf voor, maar vijf ná twaalf”, zegt de 49-jarige Antwerpenaar. “Als landen het probleem nu niet serieus nemen, komt een ramp op ons af. Er zullen altijd antibiotica moeten zijn, hoe je het ook draait of keert. Anders worden de eenvoudigste operaties of ziektes levensbedreigend. Een blindedarm- of een keelontsteking of een ziekte als tuberculose zou je niet meer kunnen behandelen en transplantaties worden onmogelijk.”
Vaak worden artsen verantwoordelijk gehouden voor de toegenomen antibacteriële resistentie, omdat zij die in het verleden al te liberaal hebben voorschreven. Daarnaast zijn ook het verkeerde en overvloedige gebruik van antibiotica in de vee- en visteelt en in andere domeinen als belangrijke oorzaken aangehaald. “In sommige Aziatische landen, zoals Thailand, worden antibiotica in viskwekerijen op een oneigenlijke manier gebruikt”, weet Rotthier. “Maar de meest oneigenlijke manier die ik heb gezien, is het behandelen van scheepsrompen met antibiotica, om algengroei tegen te gaan. Een ander probleem is dat in sommige regio’s in India antibiotica zonder voorschrift verkrijgbaar zijn. Dat is je reinste nonsens.”
Antibiotica in de rivier
Maar Rotthier wijst ook met een beschuldigende vinger naar de eigen sector. “Die is mee verantwoordelijk”, klinkt het resoluut. Er zijn wereldwijd ruim 200 producenten van actieve bestanddelen voor antibiotica, waarvan 80 procent in China en India gevestigd is. Vooral in die landen lozen farmabedrijven ongegeneerd afvalwater met residuen van antibiotica. “Rapporten van ngo’s en overheden, gebaseerd op stalen uit rivieren, bevestigen dat sommige bedrijven er hun afvalwater niet rond de klok behandelen of het zelfs simpelweg dumpen”, zegt Rotthier.
Zo bleek uit onderzoek dat het water in sommige Indiase rivieren hogere concentraties aan actieve antibiotica bevat dan het bloed van patiënten die een antibioticakuur krijgen. En een reportage van CCTV, de Chinese centrale televisie, wees enkele jaren geleden al op vervuiling met antibiotica in de grote Chinese rivieren. Dat probleem is onlangs bevestigd door de Chinese Academy of Sciences.
Vooroplopen uit eigenbelang
Rotthier wil de farmasector er nu toe dwingen de industriële keten zo te controleren dat antibioticaresistentie niet verder wordt aangezwengeld. Het bedrijf kreeg recent voor die strijd de Responsible Care-trofee van Cefic, de Europese chemiefederatie. “We zijn twee jaar geleden begonnen met voor onze eigen deur te vegen met een volledige behandeling van ons afvalwater. Van een bedrijf dat vervuilt, nemen we geen producten meer af. Anders zijn we gewoon hypocriet. We hebben heel hard gewerkt om iedereen mee te krijgen”, zegt Rotthier. In september hebben DSP en twaalf andere farmabedrijven op de algemene vergadering van de Verenigde Naties een strategie tegen antibacteriële resistentie gepresenteerd en ondertekend. Bij de ondertekenaars zijn farmagrootheden als Pfizer, J&J, Novartis, Merck, AstraZeneca, Sanofi en GSK. “Wij zijn enorm trots dat wij daar als redelijk klein bedrijf tussen staan, dankzij het feit dat wij deze discussie mee geïnitieerd hebben”, zegt Rotthier.
Het kostenaspect mag geen rol spelen bij het al dan niet afnemen van vervuilende producenten van antibioticagrondstoffen, vindt Rotthier. “De commissie-O’Neill heeft berekend dat de kosten niet of nauwelijks zouden stijgen als alle producenten van generische stoffen hun afvalwater zouden behandelen. Het zou hoogstens een paar dollar extra kosten per kilo actief bestanddeel, wat nu 30 à 40 dollar kost en waarvan duizenden doseringen worden gemaakt. De patiënt merkt er dus niets van, meent Rotthier, die niet wegsteekt dat hij een bijzonder goede reden heeft om voorop te lopen in de strijd tegen antibioticaresistentie. Het voortbestaan van het bedrijf hangt ervan af. “Natuurlijk doen we dit allemaal ook uit eigenbelang”, klinkt het. “Als er nu geen actie komt, zijn wij over vijftien of twintig jaar waarschijnlijk out of business, omdat onze antibiotica dan niet meer zullen werken.”
Moeizame start
En zeggen dat DSP het al niet onder de markt had sinds het amper vijf jaar geleden werd opgericht als joint venture van het Nederlandse speciaalchemie- en materialenbedrijf DSM en het Chinese staatschemiebedrijf Sinochem, dat daarvoor 210 miljoen euro betaalde. “Al onze concurrenten zitten in China en India. Dat wij als westers bedrijf nog bestaan, hebben we te danken aan onze technologie, die is gebaseerd op enzymen. Wij doen niets chemisch meer. Wij zijn daarin de voorloper. Steeds meer bedrijven beginnen ons te kopiëren, maar we verdedigen ons intellectueel eigendom”, legt Rotthier uit.
DSP kende ook lastige beginjaren omdat het worstelde met de opstart van een productiefaciliteit voor halffabricaten in China. Daardoor schreef DSP de eerste jaren rode cijfers. “Maar nu is de organische groei zeer gezond”, zegt Rotthier. Sinds de lancering van DSP is de omzet organisch met 40 procent gegroeid tot een half miljard euro.
“Overnames zijn de volgende stap. We voeren mooie strategische discussies, en binnen drie tot vier jaar moet er zeker iets gebeuren.” Dat het aandeelhouderschap de komende jaren zal wijzigen, staat nagenoeg vast. Het moederbedrijf DSM heeft aangekondigd dat het al zijn gezamenlijke ondernemingen te gelde wil maken. Dit jaar bracht het al het Amerikaanse farmadienstenbedrijf Patheon naar de beurs. Die operatie leverde DSM, dat nog een belang van 33,5 procent in Patheon aanhoudt, 232 miljoen euro op.
Bert Lauwers, fotografie Franky Verdickt
“Overnames zijn de volgende stap. Binnen drie tot vier jaar moet er toch zeker iets gebeuren”
“Als er nu geen actie komt, zijn wij over vijftien of twintig jaar waarschijnlijk out of business, omdat onze antibiotica dan niet meer zullen werken”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier