Familie DECLERCK

Herman Declerck (62) en zijn zonen Dominik (33) en Günther (36) van Cerdi, een bedrijf uit Izegem dat lasapparatuur maakt.

“We moeten kiezen of we er een commerciële partner bij willen”

HERMAN DECLERCK. “Dankzij enkele grote bestellingen van Bekaert zijn we tien jaar geleden in een nieuw pand getrokken. Maar het zijn moeilijke tijden, de crisis blijft nu al twee jaar aanslepen. Afnemers uit de metaalsector gaan over de kop, facturen worden niet of laattijdig betaald en de investeringen in investeringsgoederen zoals lasapparatuur staan op een laag pitje. Dat bemoeilijkt ook de opvolgingskwestie.”

DOMINIK DECLERCK. “De markt wordt kleiner en vraagt steeds meer hoogtechnologische toepassingen. Je moet mee evo-lueren, investeren in nieuwe ontwikkelingen en dat rendeert pas als je voldoende schaalgrootte hebt.”

GÜNTHER DECLERCK. “Wij zijn een beetje het slachtoffer van de keuzes die de familie in het verleden gemaakt heeft. Er is onvoldoende de internationale kaart getrokken. Firma’s die in de jaren zeventig, tachtig even groot waren als Cerdi, zijn intussen uitgegroeid tot kleine multinationals. Wij zijn altijd lokaal gebleven en dat wordt nu een handicap. Kun je als kleine firma die zware investeringen blijven opbrengen?”

HERMAN DECLERCK. “We verkopen wel wat producten in de omringende landen, maar we denken dat we veel grotere orders kunnen halen. Onze producten zijn technisch heel sterk, we hebben veel knowhow en ook onze service na verkoop is top. Wij leveren aan Bekaert, Umicore, Cumerio, CNH, New Holland, Eandis, enzovoort. Allemaal grote namen en serieuze klanten. Met die visitekaartjes in handen zouden we gemakkelijk klanten in andere landen moeten kunnen overtuigen. Maar mijn zonen en ikzelf zijn ingenieurs, wij zijn geen verkopers. We zijn de hele tijd technisch bezig, maar we hebben niemand met commerciële flair die onze producten aan de man weet te brengen.”

GUNTHER DECLERCK. “Dat is het dilemma waarvoor we staan: blijven we een klein familiebedrijf of kiezen we voor groei en internationalisering door samen te werken met een partner die commercieel sterk is? Die keuze willen we in de eerstvolgende maanden maken, en daarvan hangt ook de overdracht af.”

HERMAN DECLERCK. “Ik ben 62, de klok tikt, ik wil dit niet eeuwig blijven doen. Ik kijk al uit wat ik hierna kan doen. Ik heb mijn oog laten vallen op Algerije, waar ik een activiteit zou willen opstarten. Dan zou ik van ver toekijken hoe het hier loopt. Ik ben niet van plan elke dag binnen te springen. Dan kan een overname niet lukken. Als mijn zonen het bedrijf overnemen, moeten ze zelf hun boontjes doppen.”

DOMINIK DECLERCK. “We zijn allebei, ogenblikkelijk na onze studies, in het bedrijf begonnen. We hebben onze kindertijd en onze vakanties in de magazijnen doorgebracht, we hadden nooit iets anders gezien. Over de overdracht is al van gedachten gewisseld met vader, maar concreet zijn er nog geen stappen gedaan. De gesprekken verlopen ook niet echt gemakkelijk. Misschien moeten we er één of meerdere externen bijhalen. We denken nu in de richting van een raad van advies.”

GUNTHER DECLERCK. “Vader zegt wel eens: ‘Gij zijt nu den baas, doe het maar’. Dan probeer je iets, maar de medewerkers gaan toch weer met vader overleggen of het goed is. Dat voelt net of je handen afgezaagd worden. Op zo’n manier heb ik liever dat hij zelf de baas blijft.”

DOMINIK DECLERCK. “Soms moet je harde beslissingen nemen. Als je dan van je eigen vader, ‘den baas’ zeg maar, tegenwind krijgt, ja, dan houdt het op. Zolang hij de beslissingen neemt, zal hij de baas blijven. En zolang kunnen wij moeilijk de zaken veranderen die we zouden willen. Maar geleidelijk aan beseft vader dat ook wel. Ik heb de indruk dat hij steeds meer inziet dat hij de zaken zal moeten loslaten als hij ons de nodige ruimte wil geven.”

GÜNTHER DECLERCK. “Vader kijkt ook veel naar het verleden. Onlangs wilden we een toestel uit ons gamma schrappen omdat we een modernere versie ontwikkeld hebben. Maar hij kreeg het niet over zijn hart. Wij zouden ook meer werk willen maken van het design van de producten, maar dat vindt hij weggesmeten geld. Als het maar stabiel en robuust is. Maar zo kun je natuurlijk geen buitenlandse dealers voor je kar spannen. In de streek kent iedereen Cerdi en weten ze dat we kwaliteitsproducten bieden. Maar in het buitenland kennen ze ons niet en dan moeten je producten in de eerste plaats aantrekkelijk ogen.”

“Ik krijg persoonlijk het gevoel: hoe langer je als jongere wacht om het bedrijf over te nemen, hoe kleiner de goesting. Dan begin je te veel na te denken en zie je al de minpunten: de risico’s die je loopt, de toenemende administratieve rompslomp die de overheid aan ondernemingen oplegt, de regeltjes en de controles. Het is allemaal niet erg motiverend. Je vraagt je af: waarom zou ik godsnaam voor mezelf gaan werken? De overheid knijpt ondernemers uit als een citroen. Daar lig ik wakker van. Vroeger zou ik niet geaarzeld hebben om dit bedrijf over te nemen. Nu ga ik al eens twijfelen.”

HERMAN DECLERCK. “Vroeger kon je nog van nul beginnen en iets opbouwen. Vandaag is dat veel moeilijker. Je krijgt al moeilijk centen van de bank en alles wat je wint, wordt wegbelast. Wat moet je dan doen? Blijven lenen? Dan kun je beter niet ondernemen. Dat is het gevaar: dat de motivatie bij jongeren wordt weggenomen.”

“Wij zijn een beetje het slachtoffer van de keuzes die de familie in het verleden gemaakt heeft” Günther Declerck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content