FAMILIALE KMO’S

VRIJSTELLING VAN SUCCESSIERECHTEN.

Vlaanderen hervormde sinds 1997 het stelsel van de successierechten. De belangrijkste stap ten aanzien van de ondernemingen betrof de gedeeltelijke vrijstelling van successierechten voor aandelen in familiebedrijven. Onlangs werd zelfs beslist om vanaf volgend jaar in principe een nultarief in te voeren.

Het overlijden van de familievader-stichter van de onderneming is één van de meest cruciale momenten in de levensfase van een onderneming. Meester Axel Haelterman ( Loeff Claeys Verbeke): “Sommige bedrijven geraken de crisis rond zo’n overlijden niet te boven, niet zozeer omdat de patron onmisbaar is, maar omdat de fiscaliteit moordend werkte.”

Een voorbeeld uit de praktijk illustreert dit. Bedrijf X – omzet 3 miljard frank – fabriceert textielmachines en wordt geleid door de broers Jan X. en Piet X.. De laatste overlijdt bij een auto-ongeval – aan fiscale planning had hij niet gedacht – en 50% van de aandelen in X gaan over naar zijn kinderen Marie-Anne X. en Jean-Jacques X. (elk 25%), die overigens goed overeenkomen. Eén probleem: de successierechten op de aandelen (totale waarde: 1 miljard frank) zou (in het federale stelsel van voor 1997) elk van de kinderen zo’n 75 miljoen kosten (30% op een kwart miljard). Dat is veel geld dat ze slechts kunnen verwerven als ze het bedrijf verkopen aan Jan X. of, dikwijls, een derde.

De aandelen van de nv X zijn echter aan toonder. Marie-Anne en Jean-Jacques besluiten de aandelen niet aan te geven aan de fiscus. De aandelen zouden “ooit” door papa Piet zijn “verkocht”. Aan wie? Anonieme investeerders, heet het. “Het gevolg hiervan: oom Jan heeft tien jaar – de verjaringstermijn inzake niet-aangifte van de successierechten – de handen vrij,” zegt Haelterman. “Als de aandelen op de algemene vergadering naar boven komen en de kinderen dus hun anonimiteit prijsgeven, lopen ze het risico op een veroordeling. Een ander gevolg: bij het bestaan van gedwongen anonieme aandelen is het voor een bedrijfsleider erg moeilijk om partners te zoeken of naar de beurs te trekken. Wie wil immers structureel samenwerken met of investeren in een bedrijf waar de aandelen ergens zitten?”

Om dit euvel te verhelpen, bepaalde de Vlaamse regering dat elke aandelenoverdracht in een familiebedrijf met minimum vijf werknemers bij het overlijden van een aandeelhouder slechts onderhevig is aan een successierecht van 3%. Een familiebedrijf wordt gedefinieerd als een vennootschap waar minimum 50% van de aandelen verdeeld zijn bij rechtstreekse familieleden (vader-moeder-kinderen, broers-zussen, man en vrouw).

De regeling trad begin 1997 in werking. “Op korte tijd bracht dit een kleine revolutie teweeg in het Vlaamse kmo-landschap,” weet Axel Haelterman. “Aandelen aan toonder kwamen spontaan naar boven. Een aantal familiale ondernemingen creëerden aandelen op naam. Kortom: heel wat Vlaamse ondernemingen werden plots een stuk volwassener.”

Hoewel de druk draaglijk wordt – in bovenstaand geval betalen Marie-Anne en Jean-Jacques vandaag elk 7,5 miljoen frank successierechten op hun aandelen en na de invoering van het nultarief vanaf volgend jaar zelfs 0 frank – zijn er nog ondernemers die successierechten willen ontwijken. Daarvoor verwijzen we naar de hoofdtekst. Toch is er ook voor hen een oplossing.

Hans Brockmans Amid Faljaoui

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content