Falen als deel van succes

Iedereen faalt, ook wie succes heeft. Alleen valt het bij die laatsten meer op. Hogere bomen vallen nu eenmaal met meer geraas. ‘Men’ schrikt er meer van, of heeft zelfs van op afstand ingetogen leedvermaak.

We vallen meteen in de kern van faalangst. Angst om te falen, is angst om te ‘vallen’. Die angst is, net als elke angst, vooral een symbolisch gebeuren. Rationeel gezien weten we eigenlijk niet wat in het ‘vallen’ ons juist zo’n angst aanjaagt. Angst is iets anders dan schrik. Bij angst gaat het over diepe betekenis. Als men dat niet goed doorheeft, kan het weleens meer pijn doen dan nodig. Wat op het eerste gezicht een pietluttigheid lijkt, kan een grote betekenis hebben. Bijvoorbeeld: een minder leuk functioneringsgesprek is voor de ene een fait divers, voor de andere een onoverkomelijke hindernis, niet uit schrik voor ontslag, maar bijvoorbeeld door zoiets als baas-ouderfiguursymboliek. Falen kan diep reiken in de persoonlijke voorgeschiedenis en volgt verder niet noodzakelijk duidelijke paden.

Angst om te falen, is ook angst om iets heel belangrijks te verliezen, een wezenlijk stuk van zichzelf. Je kan niet alleen realiteiten maar ook mogelijkheden verliezen. Het gaat, minstens achterliggend, dikwijls over respect en waardering. Denk aan een midlifecrisis: als jonge snuiter verwachtte je bergen van waardering te zullen krijgen, en dan blijken die bergen van waardering ondanks alle verwezenlijkingen meer en meer op kleine heuveltjes te lijken, terwijl de toekomst – inclusief de mogelijkheden die men ooit had – kleiner en kleiner wordt. Het is alsof het leven je door de vingers glijdt. Dat leven zelf wordt dan een voortdurend falen.

Toch is succes ook een vorm van verliezen, vallen, falen. Succes komt niet zonder keuzes. Succes in één richting gaat ten koste van dat in andere richtingen. Je kan ‘het’ gemaakt hebben en dan tot het besef komen ook andere dingen van het leven te wensen. Ook dat kan leiden tot faalangst, zelfs in de vorm van angst voor succes. Het is de angst te falen in ‘zelfontplooiing in de breedte’, een symptoom van niet-gemaakte keuzes.

Je mag/kan natuurlijk van een leider niet verwachten dat hij zonder faalangst is. ‘Jan zonder de minste vrees’ is ofwel een zenmeester ofwel een psychopaat. Beter dan te proberen volstrekt zonder angst te zijn, is te pogen met de eigen angst iets zinvols te doen. Niet de faalangst wegsnijden, maar er volledig mee leren leven, kan een bron van motivatie, zelfkennis, menselijkheid… zijn. In een verantwoordelijke functie leidt het tot voorzichtigheid, vooruitziendheid…

En als je toch faalt, doe het dan tenminste van harte. Je hebt altijd de keuze hoe je daarmee omgaat. Blijf je liggen? Of herbekijk je – nu je toch daar beneden bent – het fundament? Als je weer opstaat, is het fundament dan steviger dan ooit.

Ook medewerkers falen. Een zinvol geschenk is hun de zekerheid te geven dat je ‘herbeginnen’ waardeert als het samengaat met een wezenlijke verandering. Het goede falen is geen blijvende bres in de muur, maar een versteviging van de fundering. Tenminste: als achterliggend een streven aanwezig is naar een optimaal resultaat. Als leider sta je op deze weg, maar niet in de weg.

Dat geldt ook voor ouders/opvoeders bij kinderen met faalangst: vechten tegen de angst maakt de achterliggende spanning groter. Die kan zich dan tonen als steeds groter wordende angst, stress, depressiviteit, psychosomatiek. Probeer niet een kind te leren niet te vallen, maar leer het juist wél te vallen. Een goede workshop faalangst is als een cursus in de valschool. Een tip: vallen geeft energie die je, als je ze in een en dezelfde beweging laat verdergaan, je een andere richting kan geven. Bijvoorbeeld: heb je als schrijver een gebrek aan inspiratie, dan kan je de eventuele faalangst gebruiken om een andere richting te proberen. Of, iets moeilijker misschien, helemaal géén richting: een blanco geest tot inspiratie vanzelf komt.

Het ‘goede falen’ is een falen vol succes. Het is trouwens absoluut noodzakelijk, want in onze hypercomplexe maatschappij is falen een zekerheid. Het komt er niet op aan dat te vermijden, maar om het risico veeleer aan te moedigen en de gevoelens die daarbij opkomen, zoals faalangst, goed te gebruiken om te komen tot de noodzakelijke, stevige fundamenten.

Meer info: www.openleiderschap.be

De auteur is arts, master in cognitieve wetenschappen en artificial intelligence, doctorandus in medische wetenschappen.

JEAN-LUC MOMMAERTS

Je mag/kan van een leider niet verwachten dat hij zonder faalangst is. ‘Jan zonder de minste vrees’ is ofwel een zenmeester ofwel een psychopaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content