Extra betalen voor interessant werk is geen weggegooid geld
Het klinkt mooi en het is herhaald door honderden opleiders in de bedrijfspsychologie: let op als je mensen extra beloont voor interessant werk. Want interne motivatie (het interessante werk zelf) zwakt af door externe motivatie (premies verdienen bijvoorbeeld). Als je kwistig omspringt met incentives is de kans groot dat gemotiveerde werknemers beginnen te denken: zo interessant is dat werk nu ook weer niet, want ze belonen er mij extra voor, ze kopen mijn motivatie af. Resultaat: minder gemotiveerde mensen, en na een tijdje moeten werkgevers alles afkopen.
Economen, met hun pragmatische visie op het menselijk gedrag, denken daar vaak anders over. Het klinkt wel mooi, dat psychologenpraatje, but money talks. Kloppen die verhalen van de psychologen wel? Of klinken ze alleen maar goed? Een Aziatisch-Amerikaans onderzoeksteam heeft die vragen grondig onder de loep genomen en gaf onlangs een duidelijk antwoord.
Op het eerste gezicht hebben de economen zeker gelijk. Beloond gedrag wordt herhaald. Incentives helpen. Wie enkel aandacht krijgt als hij een gewaagde mop vertelt, zal steeds meer schunnige praat vertellen. En omdat elke beloning telt, zullen economen gewoon optellen. Interessant werk + beloning = sterkste motivatie.
Wie echter ooit het vak arbeidsmotivatie heeft gestudeerd, moet de naam Edward Deci kennen. Hij stelde dat het helemaal niet om een som gaat. Voor interessant, en alleen voor interessant werk, mag je helemaal niet optellen: je moet aftrekken. Hoe meer je extern beloont, hoe zwakker de intrinsieke beloning. Pas op! Geld corrumpeert, incentives verpesten het spel. Typisch economen: ze kennen de prijs van alles en de waarde van niets, en zitten weer eens helemaal fout.
Die vraagstelling is verre van academisch. Al decennia maakt het interessante werk het verschil. Vroeger kon je nog zeggen: zorg ervoor dat de ongeschoolde arbeider, die het echte werk doet, sterk gemotiveerd is en blijft. Nu ligt de toekomst van een bedrijf in handen van kennisarbeiders, waar creativiteit, innovatie en open geest het verschil maken. Interessant werk dus, niet de kracht waarmee je dozen verschuift.
Optellen of aftrekken? Je kunt kritisch staan tegenover wetenschappelijk onderzoek in de sociale wetenschappen. Maar dat is een kolfje naar de hand van degelijk onderzoek. De twee bewerkingen kunnen moeilijk tegelijk waar zijn. Gelukkig zijn er ondertussen heel veel studies verschenen over het probleem van beloningen voor werk. Je kunt ze netjes in een statistische database stoppen, de zwakke studies verwijderen en kijken wat je vindt als de feiten spreken, niet de wensen, niet de verhaaltjes. De resultaten van het onderzoeksteam waren verbijsterend helder: zowel bij interessant als bij oninteressant werk helpen externe beloningen. Inderdaad, de sterkste stroke is de loonstrook. Het is met andere woorden een eenvoudige som. Wil je supersterk gemotiveerde mensen in je team? Biedt ze boeiend, interessant werk en betaal ze goed voor relevante resultaten.
Wil je supersterk gemotiveerde mensen? Biedt ze boeiend, interessant werk en betaal ze goed voor relevante resultaten.
Een hoger loon helpt. Voor die conclusie zullen de vakbonden luid applaudisseren. Uiteraard zijn de zaken niet zo eenvoudig. Als hoge beloningen geen duidelijke signaalfunctie hebben, zijn ze weggegooid geld. De beloningen moeten duidelijk maken welk gedrag gewenst is en welk niet, moeten mensen het gevoel geven dat ze meetellen, en in vele gevallen moeten ze mensen ook de kans geven zich minder zorgen te maken over geldgebrek, een bron van stress die vaak onderschat wordt, tot de gele hesjes op straat komen. Het debat, half economisch, half psychologisch, ligt uiteraard nog wijd open. Het zal wel nooit beslecht worden. Maar het uitgangspunt voor een zinvolle discussie ligt wel op tafel: geld helpt. Praatjes vullen geen gaatjes.
De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School. Volg mij op www.marcbuelens.com
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier