Expansieve geldfabriek
Met trots kon de veruit grootste Belgische bioscoopuitbater midden december melden dat er in 2016 liefst vijf nieuwe bioscopen werden geopend in drie landen. Het gaat om Kinepolis Dordrecht, Breda en Utrecht in Nederland, Granada in Spanje en Fenouillet (Toulouse) in Frankrijk. Daarmee heeft Kinepolis het afgelopen jaar opnieuw een stevige stap gemaakt in de expansiestrategie, die in 2014 op gang werd geschoten.
In minder dan drie jaar tijd heeft de groep via overnames en nieuwbouw het aantal bioscopen opgetrokken van 23 naar 50 in zeven landen: 16 bioscopen in Nederland, 12 in België (inclusief Toison d’Or, uitgebaat door UGC), 11 in Frankrijk, 6 in Spanje, 3 in Luxemburg, 1 in Zwitserland en 1 in Polen (uitgebaat door Cineworld). En dat is geen eindpunt.
Maar voor de rendabiliteit was de eerste helft van 2016 geen grand cru voor Kinepolis. Normaal stijgen de omzet en de winst sterker dan de bezoekersaantallen. Maar we zien nu eerder het beeld van 2014. Toen nam Kinepolis de Wolff–bioscopen over, waarvan de rendabiliteit een pak lager lag dan het Kinepolis-gemiddelde. Al is daar intussen een mouw aan gepast. Deze keer drukt de acquisitie van Utopolis Group (ook negen complexen) tijdelijk de winstgevendheid. Want de lasten (investeringen) komen eerst, daarna pas de lusten (winst).
De expansie doet wel het aantal bezoekers met 12,9 procent tot 16,6 miljoen in de eerste negen maanden klimmen. De omzettoename in de eerste zes maanden bleef met 13,9 procent tot 148,3 miljoen euro iets onder de hogere bezoekersaantallen, al bleef de gemiddelde opbrengst per bezoeker in de bestaande Kinepolis-complexen toenemen. In het derde kwartaal lag de omzetstijging wel boven die van de bezoekcijfers. De recurrente (zonder eenmalige elementen) bedrijfskasstroom (rebitda) steeg in het eerste semester met 10,4 procent tot 39,6 miljoen euro, of een gemiddelde rebitda-marge van 3,52 euro per bezoeker tegenover 3,66 euro in de eerste zes maanden van 2015. Dat moet de eerstvolgende jaren worden rechtgetrokken, te beginnen vanaf het derde kwartaal. De recurrente (zonder eenmalige elementen) bedrijfswinst ging er slechts met 1,6 procent op vooruit tot 25,1 miljoen euro, wat overeenkomt met een rebit-marge van 16,9 procent (19 % in eerste semester 2015). De winst per aandeel zakte met 11,1 procent tot 0,48 euro (0,52 euro in eerste semester 2015) door onder meer tijdelijke hogere afschrijvingen en belastingen. De netto financiële schuld steeg tot 213,6 miljoen euro (162 miljoen euro eind 2015) of van 1,8 naar 2,3 keer de rebitda. Onder meer door de verkoop van de vier bioscopen van Utopolis België in de loop van het derde kwartaal is de netto financiële schuld in het derde trimester afgenomen tegenover de toestand op 30 juni. Normaal zou de netto financiële schuld eind 2016 moeten zijn afgenomen tot onder 2 keer de rebitda, een niveau dat ruimte laat voor verdere expansie.
Conclusie
Kinepolis prijkte vorige week niet voor niks in de top tien van de beste Belgische aandelen. Onder CEO Eddy Duquenne is Kinepolis een geldfabriek geworden die verdere expansieplannen mag koesteren. Helaas is de waardering vrij pittig (onder meer 12,5 keer verwachte verhouding ev/rebitda 2017), maar Kinepolis heeft wel een rooskleurig langetermijnverhaal.
Advies: houden
Risico: laag
Rating: 2A
Al verschenen op insidebeleggen.be op 13 januari
IN 2016 OPENDE KINEPOLIS LIEFST VIJF NIEUWE BIOSCOPEN IN DRIE LANDEN.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier