Exit brexit

Marc De Vos
Marc De Vos Columnist

Van revoluties wordt gezegd dat ze hun eigen kinderen opeten. De brexit heeft meteen haar ouders verslonden. David Cameron, Boris Johnson en Nigel Farage zijn van het toneel verdwenen, instantslachtoffers van een revolutie die blijkbaar serieus van zichzelf zijn geschrokken. Pessimisten zien daarin de voorbode van politieke anarchie over het Kanaal en de aanzet van een chaotische vechtscheiding die Europa kan destabiliseren. Ik hang even de optimist uit: het politieke einde van de architecten van het brexitreferendum kan het begin zijn van het einde van de brexit zelf.

Aan de Britse kant kan de wisseling van de wacht ook een politieke bocht inzetten. Het besef dat veel kiezers misleid waren, dat scheiden veel meer doet lijden dan verwacht en dat een grondwettelijke crisis tot de Schotse secessie kan leiden, kan het Britse democratische klimaat veranderen. Al dan niet na nieuwe verkiezingen, al dan niet beklonken met een nieuw referendum, kan geleidelijk politieke ruimte ontstaan om zich van de brexit te verwijderen.

Voor die ruimte zal ook de Europese Unie zelf moeten zorgen. Ze heeft daar alle reden toe. De Europese eenmaking is altijd gedragen door nationale politieke elites, en nooit door de brede Europese demos. Vandaag loopt de bevolking weg van de Unie en laten ook de nationale politici haar vallen. Tijdens de bankencrisis, de eurocrisis en de vluchtelingencrisis zagen we keer op keer de triomf van de nationale belangen ten koste van het algemene Europese belang, vaak met een flagrante miskenning van de Europese regels. In Oost-Europa brokkelt de rechtsstaat af en blijft de corruptie endemisch.

De Europese Unie heeft acuut behoefte aan meer daadkracht, meer transparantie en minder bureaucratie. Dat zal niet met een ‘Verenigde Staten van Europa’ geschieden: we missen elke cohesie en wil voor een gigantische superstaat. Het kan wel gebeuren door de Unie af te bouwen tot een statenclubje: een exit die de brexit pan-Europees maakt. Dat is naar de negentiende eeuw kijken voor de problemen van de eenentwintigste. Onze wereld heeft juist behoefte aan meer Europees gewicht, niet aan minder.

Daarom kan een Europa van twee lagen de oplossing zijn. Een kleinere groep lidstaten kan door meer te integreren aanslepende crisissen eindelijk oplossen, inclusief een volwaardige muntunie, een gemeenschappelijk economisch herstelbeleid en sluitende migratieregels. Tegelijk kunnen andere en nieuwe lidstaten beter gedijen in een laag die meer op handel en minder op politieke integratie steunt. Voor die laag is de muntunie en de vrije Europese migratie dan optioneel.

In zo’n buitenlaag kan Groot-Brittannië, of Engeland alleen, goed toeven: het is een beperkte en feitelijke exit, zonder volledige en formele brexit. Daar kunnen uiteindelijk ook landen als Turkije en Oekraïne toe behoren, wat de Unie kan toelaten meer geopolitieke reikwijdte te realiseren zonder utopische europeanisering. De Unie kan dan uitbreiden zonder te verwateren – een combinatie waarnaar ze al decennia op zoek is.

De brexit heeft begrijpelijk heel veel emoties losgemaakt. Maar we zouden een historische vergissing begaan als we de uitslag van het referendum als een louter Brits fenomeen zouden klasseren. De brexit is de exponent van een Europese Unie die in een existentiële crisis verkeert. Het wordt een gevaarlijk precedent als die crisis niet wordt aangepakt. Maar het kan ook een katalysator voor een verandering zijn, een antecedent van een betere en sterkere Unie die finaal ook de Britten aan boord houdt.

De auteur is directeur van denktank Itinera en doceert aan de UGent.

MARC DE VOS

Het politieke einde van de architecten van het brexit-referendum kan het begin zijn van het einde van de brexit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content