Even Apeldoorn bellen
Het mag cynisch klinken, maar voor de verzekeringswereld waren de aanslagen op het World Trade Center eigenlijk een nonûevent. Alleen zullen ze de gevolgen van de malaise in de sector versneld doen doorzetten. Komt het investeringsbeleid van de Belgische bedrijven in het gedrang?
Na 11 september stuurden de herverzekeraars, die een sleutelrol in de verzekeringsbranche spelen, onheilspellende signalen de wereld in over de enorme schadeclaims die hen te wachten staan. Tot dusver kan niemand de bedragen exact inschatten, maar zeker is dat zelfs op het Europese thuisfront de impact niet gering is (zie tabel: Verwachte schadeclaims Europese verzekeraars voor WTC-ramp en aanverwante eisen). Afhankelijk van de bron wordt er gespeculeerd over wereldwijde cijfers van 10, 15, 30, en 50 miljard dollar, sommigen hebben het zelfs over 100 miljard dollar. De vrees leeft dat sommige verzekeraars en zeker herverzekeraars, die twee derde van de schadelast zullen moeten dragen, niet de nodige reserves kunnen opbrengen om aan hun verplichtingen te voldoen. Met de nodige faillissementen en destabilisering van de sector tot gevolg.
In Barcelona relativeerde Jacques Blondeau, chief executive officer (CEO) van de Franse herverzekeraar SCOR, een gigant uit de toptwintig wereldwijd, alvast die onheilstijdingen. “Vergeleken met de 40.000 doden door de aardbeving van vorig jaar in Turkije, zijn de 5000 doden in de VS _ hoe tragisch ook _ maar een kleine golfbeweging in de levensverzekeringsmarkt. En dus geen crash,” merkte hij op. Hij maakte zich evenmin ongerust over de uit te betalen schadeclaims. “De herverzekeraars zullen de schadelast kunnen uitbetalen zonder over de kop te gaan of zonder hun activiteiten drastisch te moeten inkrimpen.”
Waren de aanslagen voor de sector dan een non-event? “Met of zonder 11 september, de malaise op de verzekeringsmarkt was er al en kon niet blijven duren. De gebeurtenissen hebben de situatie op de markt verergerd en de kentering alleen versneld,” zegt Eric Coplo, risk manager bij Domo, een van de vijftig Belgische deelnemers aan het tweejaarlijks Ferma-congres. “De verzekeringsbranche had het inderdaad al zwaar te verduren,” bevestigt André Hellebuyck, vice-president van AIG Europe. “Maar onderschat toch maar niet het effect van 11 september.”
De prijs van de commercie
De verzekeringsbranche lijdt al jaren onder haar eigen succes en de daarbijhorende concurrentiedruk. Marie-Gemma Dequae, risk manager bij Bekaert en voorzitster van Belrim ( Belgian Risk Management Association) legt uit: “Eind de jaren tachtig werd er nog vooral op technische wijze getarifeerd. Afhankelijk van het risico waartegen we ons wilden indekken, vielen we als bedrijf in één of andere basispremierentevoet, en op basis van de kwaliteit van dat risico konden we dan de premie drukken.”
Maar in het begin van de jaren negentig gingen steeds meer verzekeraars de puur commerciële toer op. Als klant kon je zo reducties krijgen die niet meer op technische criteria gebaseerd waren, met als gevolg een druk op de premies en buitensporig hoge dekkingen. De verzekeraars probeerden op die manier zoveel mogelijk premies binnen te halen. Ady Daelemans, risk manager bij Noord Natie, bevestigt: “Ik heb het vroeger meegemaakt dat mijn makelaar bij het aanbieden van mijn dossier aan de verzekeraar gewoon de negatieve elementen wegliet, en mijn risico presenteerde als een goed en veilig risico.”
Jacques Van Keirsbilck, die mee de risico’s bij Interbrew beheert, ziet nog andere redenen voor de malaise in de sector. “De verzekeraars en herverzekeraars speculeerden enorm op hun financiële resultaten om hun technische verliezen te compenseren. Door het huidige slechte beursklimaat werd dat steeds moeilijker. Bovendien is het risicobeeld de voorbije tien jaar enorm veranderd. Er kwamen complexere risico’s, en die risicofactoren werden niet altijd mee ingecalculeerd.”
Terwijl de premies steeds goedkoper werden, stapelden de schadegevallen zich op. Verzekeraars en herverzekeraars moesten steeds meer aan schade uitbetalen dan ze aan premie-inkomsten incasseerden _ met verlieslatende technische ratio’s tot gevolg (zie tabel: Herverzekeraars combined ratios op niet-levenpremies). Zo veroorzaakte de orkaan Andrew het faillissement van acht kleine Amerikaanse verzekeraars. En in Europa werd de sector de jongste tijd opgeschrikt door natuurrampen in Frankrijk en explosies in Enschede en Toulouse.
De aanslag op uw polis
De dramatische gebeurtenissen van 11 september zélf hebben geen premieverhoging veroorzaakt _ dit zou sowieso gebeurd zijn _ maar hebben de prijsstijgingen wel vervroegd en versterkt. Vóór 11 september moesten in hoofdzaak alleen de technische verliezen gecompenseerd worden, na de rampdag moest de markt nog eens opdraaien voor het bijkomende verlies aan terugbetalingscapaciteit.
In welke mate die premies nu zullen stijgen, zal pas eind deze maand duidelijk worden na een bijeenkomst van de herverzekeraars in Baden-Baden. Maar de gevolgen zullen zeker voelbaar zijn, ook op de Belgische markt. “Verzekeraars en herverzekeraars zullen de goede risico’s _ afhankelijk van de sector, waar je structureel niets aan kunt veranderen, en het type risicobeheer _ blijven onderschrijven. Maar risicomanagers die de afgelopen tien jaar hebben geprofiteerd van de gunstige markt en niet in risicocontrole hebben geïnvesteerd, staan voor een zware opdracht,” voorspelt Marie-Gemma Dequae van Bekaert. “Hun investeringen in veiligheid en preventie zullen niet meer vrijblijvend zijn, maar onderdeel van de nieuwe verzekeringscontracten.”
Ook voor het algemene investeringsbeleid in België dreigt de evolutie op de verzekeringsmarkt een temperende invloed te hebben. “Ik ken een Belgisch bedrijf dat zijn productlancering in Amerika heeft afgelast omdat de verzekering te duur was,” vertelt Domo-risicomanager Eric Coplo. Op termijn kan er volgens Van Keirsbilck zelfs een daling in het investeringsbeleid optreden. “Uiteindelijk zoekt een bedrijf toch altijd een manier om zijn investering veilig te stellen. Als de markt zich enkele jaren zo hard blijft opstellen, dan zullen sommige nieuwe producten of investeringen daarom niet uitgesteld worden, maar wel met een aantal jaren vertraagd.”
Naar een overkoepelende aanpak?
Zowel op macro- als op micro-economische niveaus zal de verzekeringsmarkt grondig hertekend worden. Volgens analisten van Morgan Stanley en vermogensbankier Pictet zullen de spelers op de markt die de malaise met brio overleven, sterker uit de strijd komen. Zo geeft Pictet koopadviezen voor Munich Re,CGNU en ZFS, die volgens Pictet ondanks de huidige lage koersen (zie grafieken) op lange termijn enkel marktaandeel zullen winnen. Behalve enkele Lloyd’s-syndicaten verwacht niemand dat verzekeraars of herverzekeraars hun boeken moeten sluiten. Momenteel komen nieuwe spelers al een kijkje nemen op de markt, voornamelijk om te kunnen profiteren van de hoge premies die in de toekomst betaald zullen worden.
Op de Ferma-conferentie in Barcelona openbaarden de verzekeraars hun nieuwe visie op verzekeren: de holistic view of insurance, of een algemene, overkoepelende aanpak. In vroegere tijden werden risico’s opgedeeld in categorieën die elk afzonderlijk werden benaderd en verzekerd. Maar, zo luidt het vandaag, alle risico’s zijn als communicerende vaten. Verzekeraars moeten daarom afstappen van de productmatige aanpak van verzekeringen en allesomvattende oplossingen aanbieden.
Hier en daar stootte dit op de nodige scepsis. “De verzekeraars blijven al jaren vasthouden aan feiten en blijven producten aanbieden. Het bedrijfsleven is echter procesmatig opgebouwd en als risk manager en als verzekeraar moet je daarop inspelen,” zegt Marie-Gemma Dequae. “Ik droom ervan en ijver ervoor om met één contract een portfolio van risico’s in te dekken. Statistisch geeft dat een veel betere dekking. Wetenschappelijk is dit initiatief haalbaar, maar jammer genoeg blijven we in de realiteit vastgeklonken aan technische producten, die elk op diverse criteria zijn gebaseerd. Ik heb de indruk dat we na 11 september alleen een stap terug hebben gezet.”
Eric Coplo treedt haar slechts gedeeltelijk bij: “Persoonlijk ondervind ik ook last van de fragmentarische aanpak van risicobeheer. Verschillende afdelingen zijn met iets bezig maar er is geen overkoepelend niveau. Maar dat wil nog niet zeggen dat de verzekeraars met hun holistische benadering dé zaligmakende oplossing in huis hebben. De oplossing van de coördinatie ligt veeleer bij ons.”
Na de pogingen van de verzekeraars om de overkoepelende aanpak bij hun klanten aan de man te brengen, was er een oproep om back to basics te gaan. Risicomanagers uit verschillende uithoeken van Europa vroegen de verzekeraars terug te keren naar hun kernactiviteiten: het onderschrijven van risico’s. Ook de makelaars werden met de vinger gewezen. De risk managers hebben hen niet nodig als consultants maar als intermediars die op zoek gaan naar het beste wat de markt te bieden heeft.
Vechten voor erkenning
Carl Leeman, risk manager bij Katoen Natie, verwoordt de mening van zoveel andere collega’s: “Onze taak is het voortbestaan van de onderneming te garanderen. En mede door verzekeringen kunnen wij ons werk doen. Maar als het bedrijf een klant verliest door bijvoorbeeld een fout in het productieproces, is er geen enkele verzekeraar die deze klant kan terughalen. Als schade vermeden kan worden, moet iemand ze vermijden en ze niet enkel verzekeren.”
Ondanks de groeiende nood aan degelijke risicocontrole, klagen de risk managers over het feit dat ze niet altijd even serieus worden genomen. “Misschien lijden wij wel aan de typische Belgische bescheidenheid en kunnen wij ons niet sterk genoeg profileren,” zucht Jos Smet, die de risico’s bij Dexia Bank beheert. Coplo beaamt: “Ik ken collega’s die op voet van oorlog leven met de andere afdelingen binnen hun onderneming. De bedrijfsorganisatie als geheel moet aan risicomanagement doen, maar al te vaak is er één persoon die tegen de rest opbokst. De verzekering voor bestuurdersaansprakelijkheid heeft onze zaak een duwtje in de rug gegeven. Eindelijk kwam een verzekeringskwestie eens op de tafel van de raad van bestuur en werd het bewustzijn aangewakkerd. Maar vaak blijft het moeilijk om het topmanagement te overtuigen van risico’s die het niet ziet.”
Verzeker zelf uw verzekering
Nu de productprijzen op de traditionele verzekeringsmarkt uit de pan beginnen te swingen, lijkt de tijd rijp voor alternatieven. In theorie kunnen risicomanagers opteren voor een groter aandeel in self-insurance of zelfverzekering, en dus meer eigen vermogen en reserves aanleggen om zo toekomstige schades uit hun eigen zak te betalen. Al is ook dat geen sinecure. “Self-insurance kan een oplossing zijn voor een aantal grote bedrijven,” zegt Coplo. “Maar België teert op KMO’s, en ik moet nog de eerste zien die een vrijstelling van 500.000 euro bij zijn verzekeraar kan aanvaarden en dat bedrag zomaar uit zijn eigen cashflow kan halen.”
Oplossingen op de kapitaalmarkt zijn voor Belgische bedrijven geen optie. Wel hebben veel ervan een eigen herverzekeringsvehikel of _ in het jargon _ captive opgericht. Die vehikels, die in de jaren zestig werden geïntroduceerd, zijn verzekeringsondernemingen die in het bezit zijn van en gecontroleerd worden door de verzekerde. Het aandeelhouderschap wordt soms opgenomen door één onderneming of een groep van bedrijven. In België kiezen bedrijven zoals Domo, Bekaert en Interbrew het vaakst voor een herverzekeringscaptive, waarbij de onderneming in eerste instantie premies betaalt aan een klassieke verzekeraar, die zich dan weer herverzekert bij de captive van zijn klant. Een van de voordelen lag in de fiscale regeling. De betaalde premies zijn immers fiscaal aftrekbaar als bedrijfskost, en blijven binnen de onderneming aangezien ze uiteindelijk bij de captive terechtkomen. Dit gunstige fiscale regime in België weegt nog niet op tegen dat van Ierland en Luxemburg. Daar zijn de meeste captives gevestigd. Vroeger werd de captive vaker gebruikt als fiscaal achterpoortje dan als verzekeringsmechanisme, maar sinds de bijzondere inspectiedienst daar enkele jaren geleden lucht van kreeg, wordt het gebruik ervan door de overheid ernstig in het oog gehouden.
Naast het fiscale aspect zijn captives ook aantrekkelijk om risico’s te (her)verzekeren die de traditionele (her)verzekeraars niet of in mindere mate willen dekken. Imagoverlies, bijvoorbeeld, of dreigend terrorisme.
Het grootste struikelblok bij de oprichting van een captive zijn de opstartkosten. “Je hebt minstens 1,24 miljoen euro (50 miljoen frank) nodig om iets serieus te kunnen opzetten,” zucht Eric Coplo. Daarom werd op de conferentie in Barcelona de idee geopperd om gezamenlijke captives op Europees niveau op te zetten. Misschien ook een goed idee voor Belgische sectoren zoals de textiel, die in de toekomst wel eens geconfronteerd zouden kunnen worden met weigeringen van verzekeraars om hun risico’s in te dekken.
Hoewel Bekaert-manager Marie-Gemma Dequae het initiatief aanmoedigt, kan ze het niet laten even kritisch te zijn: “In het verleden heb ik al twee keer meegewerkt aan de opzet van één gemeenschappelijke captive. Telkens waren de tarificatie en de behandeling van de schadeclaims de grote twistpunten. Je mag immers niet vergeten dat het concurrenten zijn die bij zo’n initiatief rond de tafel gaan zitten. Niemand wil de dupe zijn van het slechte risicobeheer van de ander. Bovendien is niemand echt geneigd om zijn risico’s open en bloot in de groep te gooien.”
Ze besluit: “De tragische gebeurtenissen op 11 september zullen de risicomanagers, verzekeraars en herverzekeraars veel leren over de effectieve spreiding van risico. Maar de verzekeringsmarkt is cyclisch en dé trigger die prijsveranderingen teweegbrengt, is altijd al de kapitaalmarkt geweest. Pas als die markt voldoende hersteld is, zullen de premies weer kunnen dalen. Wellicht zullen we ons pas binnen tien tot vijftien jaar weer in een zachte markt van aantrekkelijke premies kunnen wentelen.”
An Goovaerts
“Met of zonder 11 september, de malaise op de verzekeringsmarkt was er al en kon niet blijven duren.” [Eric Coplo, Domo]
Zelfverzekering, waarbij meer eigen vermogen en reserves worden aangelegd om zelf toekomstige schades te betalen, zijn een optie maar zijn geen sinecure voor KMO’s.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier