Redactie Trends
Europese leiders blijven met losse flodders schieten
Eurobonds en boetes voor budgettaire zondaars. Euroleiders blijven maar met losse flodders schieten.
Een ezel, zo luidt de boutade, stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen. De voorstanders van euro-obligaties (“eurobonds”) dreigen dat wel te gaan doen. Wie er immers voor pleit om nu euro-obligaties in te voeren, gaat dezelfde fundamentele fout begaan als die gemaakt bij de start van de monetaire unie in 1999. Waarom loopt het nu fout met de monetaire unie in Europa? Omdat zonder een heuse politieke unie tussen de lidstaten van een monetaire unie het systeem van een eenheidsmunt en eenvormig monetair beleid nooit degelijk kan werken. De huidige crisis is het haast wetenschappelijke bewijs van deze stelling.
Voer je euro-obligaties in – zijnde obligaties die de dekking van alle lidstaten van de eurozone meekrijgen – op een moment dat je nog geen krachtige politieke unie hebt, dan loopt het ook fout. De reden daarvoor is dat zonder een politieke unie waarin de lidstaten substantiële pakketten van hun sociaal-economische en budgettaire souvereiniteit overgedragen hebben aan het Euro-niveau, onvoldoende controle kan worden uitgeoefend op de zondaars binnen de unie. Bovendien gaan de probleemlanden via euro-obligaties onmiddellijk van lagere rentevoeten kunnen genieten om hun deficits te financieren waardoor de druk om die deficits ernstig aan te pakken recht evenredig zal afnemen. Met vermanende vingertjes en dreigementen allerhande tover je die houding eigen aan het politieke bedrijf niet weg.
Nog in verband met die euro-obligaties kan men ook moeilijk voorbij aan de ronduit negatieve houding die landen als Duitsland, Nederland en Finland blijven aannemen tegen dergelijke obligaties (niet in het minst omdat zij dan hogere rentes gaan moeten betalen dan vandaag het geval is). Het Duits Grondwettelijk Hof heeft zelfs heel expliciet gesteld dat zonder verregaande politieke unie binnen Europa zulke euro-obligaties in Duitsland ondubbelzinnig ongrondwettelijk zijn.
Geheel in de lijn van de bovengaande argumentatie rond de euro-obligaties moet men ook het dreigement van Europa met boetes zien voor landen die hun begrotingsdoelstellingen niet zouden halen. Het zou daarbij om 0,2% van het BBP kunnen gaan wat betekent dat België voor 700 miljoen euro-boetes zou kunnen oplopen. Dat dreigement is hol en wel omwille van minstens drie redenen. Ten eerste, volgend jaar zullen veel landen, waaronder grote economieën als Frankrijk, Italië en Spanje, hun doelstellingen niet halen, zeker als de krimp van de euro-economie méér uitgesproken zou worden. Collectieve beboeting is uiteraard zinloos.
Ten tweede, het opleggen van boetes vergroot uiteraard het begrotingstekort waardoor het land in kwestie nog zwaardere inspanningen zal moeten opbrengen. De publieke opinie zal zich in die omstandigheden nog scherper tegen Europa en de euro keren dan nu al het geval is. Ten derde, hoe kan men finaal die boetes ook afdwingen van souvereine staten die de volle bevoegdheid voor hun begrotingsopmaak behouden? Wat geldt voor de monetaire unie als geheel en voor de euro-obligaties, geldt ook voor het opleggen van boetes aan landen die de afspraken niet nakomen: dit is enkel realistisch binnen een heuse politieke unie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier