(Belga) Een Griek betaalt doorsnee slechts zeven maal per jaar met zijn bankkaart in de winkel, terwijl een Zweed dat gemiddeld 230 keer per jaar doet. De Europese Centrale Bank (ECB) bracht een nieuw rapport uit over kaartbetalingen in Europa, waarin ze pleit voor een harmonisering op Europees vlak. Door de voorschriften en technische standaarden op elkaar af te stemmen, zouden de kosten fors dalen, is de idee. Daarnaast wijst men ook op het groeipotentieel voor deze efficiënte en veilige vorm van betalen.
Europa werkt al geruime tijd aan SEPA, een eengemaakte Europese betaalmarkt, als logisch gevolg van de Europese interne markt en de euro. Sinds 1 februari van dit jaar zijn de meeste banken SEPA-compatibel, wat betekent dat ze voor overschrijvingen en domiciliëringen in heel Europa op dezelfde manier tewerk gaan, zowel binnenlands als grensoverschrijdend. De volgende “logische” stap volgens de ECB is de harmonisering van kaartbetalingen. Het elektronische betaalverkeer is één van de sterkst groeiende segmenten. Terwijl er in 2000 nog evenveel betaald werd per overschrijving als met een betaalkaart, is die laatste betaalwijze flink in opmars. Ze vertegenwoordigde in 2012 al bijna het dubbele van het aantal overschrijvingen. In elk land en elk jaar stijgt het aantal betaalkaarttransacties, aldus het ECB-rapport, al zijn er wel grote verschillen tussen de Europese landen. Volgens de ECB is er dus nog heel wat groeipotentieel, vooral in Centraal- en Zuidoost-Europa. “SEPA voor betaalkaarten is de volgende logische stap naar de integratie van de Europese betaalmarkt”, luidt het. “Het is moeilijk te geloven, maar vandaag zijn er voor klanten en handelaars, maar ook voor banken en leveranciers van betaaldiensten, nog altijd obstakels en geografische verschillen die dateren uit de tijd van voor de invoering van de euro”. Het rapport pleit voor het gelijkschakelen van praktijken, regelgeving en de technische standaarden. (Belga)
