Europees profiel in Verre Oosten
Met zijn Europese methodiek en westers management lokt kledingfabrikant Sioen in Indonesië steeds meer orders van topmerken als Calvin Klein, BMW of Harley Davidson.
Bekasi (Indonesië)
Almaar meer inkoopbureaus uit Hongkong en Singapore van gerenommeerde, internationale kledingmerken als Calvin Klein, Hein Cericke, Russell Athletic, maar ook luchtvaartmaatschappijen als Air France en British Airways vinden de weg naar PT Sungintex in West-Bekasi, een voorstad van de Indonesische hoofdstad Jakarta. Sungintex, van de textiel-en confectiegroepSioen uit Ardooie, heeft in minder dan twee jaar in Zuidoost-Azië een reputatie opgebouwd: de fabriek in Bekasi profileert zich onder het management van algemeen directeur Frederik Wittesaele en zijn financiële rechterhand Ruben Baeckelandt als een Europees bedrijf – een unicum voor de branche in Azië – en niet als het zoveelste Koreaans, Taiwanees of Indonesisch CMT-atelier ( cost, making, trim) in het Verre Oosten.
“De meeste bestellingen komen rechtstreeks binnen, niet meer via België. Een Duitse of een Amerikaanse klant staat hier in contact met een westers management dat letterlijk dezelfde taal spreekt. Bovendien zijn we hier permanent aanwezig voor de kwaliteitscontrole en is de informatisering dermate ver gevorderd dat we op elk moment een precieze stand van zaken kunnen meedelen,” zegt Daniëlle Sioen, die de afdeling vrijetijdskleding (het merk Baleno) van Sioen Industries leidt.
Sungintex is de tweede fabriek
in Zuidoost-Azië van Sioen. In september 1996 kocht de firma een eerste fabriek in de vrijhandelszone van Noord-Jakarta voor de productie van bedrijfskleding, bedoeld als aanvullende capaciteit bij de confectievestigingen van Sioen in Ierland, Frankrijk en Tunesië.
De confectiepoot van de Sioen-groep staat voor 32% van de 5,7 miljard frank groepsomzet in 1998. Met de overname midden 1997 van een tweede confectie-atelier in Bekasi levert Sioen Indonesië al 30% van de kledingproductie uit de groep. De confectiepoot groeide vorig jaar met 42,9%. “Dit is dus beslist geen delokalisatie, maar capaciteitsuitbreiding voor de eigen merken en voor derden,” beklemtoont Jacqueline Sioen-Zoete, general manager van Sioen-Confectie.
BMW en Harley-Davidson
Na een grondige herstructurering van het eerste bedrijf in Jakarta, draait deze fabriek volgens Wittesaele nu “op wieltjes”, quasi autonoom onder een lokaal management. PT Sioen Indonesia specialiseert zich met 340 stiksters in technische beschermkledij voor de wereldmarkt en produceert tot 2000 stuks per dag. Sungintex, in Bekasi, legt zich met 870 werknemers toe op het maken van vrijetijdskleding in technische weefsels (afkomstig uit andere Sioen-fabrieken): pakken voor de visserij, mountainbiking, de golf- en de paardensport, zowel voor het huismerk Baleno als voor prestigieuze klanten, zoals de motorpakken voor BMW en Harley-Davidson.
Samen produceren de twee fabrieken vandaag tot 60.000 stuks per maand. Met Bekasi erbij verdrievoudigde Sioen zijn capaciteit in Indonesië. En Wittesaele ziet nog méér potentieel, omdat de capaciteit van 30 productielijnen, op 10.000 m², in de fabriek van Bekasi toelaat grote orders te verwerken en bovendien het prijsvoordeel doorweegt – tot 30% goedkoper dan Tunesië. De productie in Indonesië, met levertermijnen tot drie maanden, is complementair met het aanbod uit Tunesië en uit de Europese fabrieken.
“In confectie is communicatie de bepalende factor. Het gaat immers om een samenspel van duizenden details. Eén knoop die verkeerd staat en het order is mislukt,” zegt Jacqueline Sioen-Zoete. “Na de eerste fase, een doorgedreven opleiding van het personeel, wordt nu de tweede fase – de informatisering – afgewerkt. We beschikken hier over dezelfde JBA software, fast react programs, Cad/Cam-systemen en Gerber technlogie als in Europa. Bekasi en Noord-Jakarta worden nu onderling gelinkt en ons nieuw distributie- en dispatchingcentrum in Moeskroen kan permanent volgen in welke fase van afwerking de bestellingen zich in Indonesië bevinden. We willen ook hier naar ISO 9000-certificering van onze productie.”
Cijfers over de geïnvesteerde bedragen wil Sioen niet vrijgeven. Na bijna drie jaar werken in dat land is Wittesaele gerust in de toekomst. “Het duurt ongeveer twee jaar eer zo’n fabriek op kruissnelheid draait. De lage rupia, ten gevolge van de financiële crisis, was een meevaller. Doordat we groter worden, komen er almaar klanten bij.” Soms droomt hij nog van uitbreiding: op het twee hectaren grootte fabrieksterrein in Bekasi is nog ruimte over. Maar hij vindt dat Sioen Indonesië nu eerst aan een adempauze en consolidatie toe is.
E.B.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier