Europeanen hebben geen honger, 800 miljoen anderen wél

Wordt Fort Europa een bedreiging voor de internationale handel en de wereldgezondheid?

Zoals zovele andere slechte handelsstrategieën, heeft ook deze dreiging haar wortels in het landbouwbeleid. Al meer dan een eeuw tracht Europa haar kleine landbouwers te beschermen door de import van landbouwproducten zoveel mogelijk af te remmen, eerst met hoge importtarieven en later met de wisselende heffingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, die hebben geleid tot enorme graan-, vlees-, melk- en suikeroverschotten.

Schrik aanjagen.

De jongste jaren heeft de Europese Unie geprobeerd de eigen consumenten schrik aan te jagen door allerlei doembeelden op te trekken rond de veiligheid van nieuwe landbouwontwikkelingen die zorgen voor een hogere opbrengst: pesticiden, groeihormonen voor runderen en antibiotica die waken over de gezondheid van het vee. Ook de meest recente evolutie, met name de biotechnologische voeding, moet het ontgelden.

Het hoeft geen verwondering te wekken dat de EU organische voedingsmiddelen met gulle hand subsidieert, zogezegd omdat die volledig vrij zijn van pesticiden. De meer ernstige gevaren die onlosmakelijk zijn verbonden met organische voedingsmiddelen, zoals hogere natuurlijke toxinegehaltes en de ziektekiemen die in gecomposteerde mest aanwezig zijn, worden hierbij bewust over het hoofd gezien.

De achterliggende doelstelling van deze strategie is niet moeilijk te begrijpen: de EU is schijnbaar bezorgd om de volksgezondheid, maar wil eigenlijk gewoon haar landbouwers beschermen tegen concurrentie van buitenaf. Vooral sinds de GATT ( General Agreement on Tariffs and Trade) en nu ook de Wereldhandelsorganisatie ( WTO) een klassiek tariefsysteem hebben ingevoerd waardoor zo’n bescherming veel moeilijker wordt.

In tegenspraak.

Laten we alle gegevens even op een rijtje zetten: in 1985 verbood de toenmalige Europese Gemeenschap groeihormonen voor runderen die een hogere vleesopbrengst garandeerden met minder veevoeder. Deze officiële gevarendriehoek gaf doemdenkers uiteraard vrij spel – meer nog sinds de EU in 1989 een stap verder ging door ook vlees te verbieden uit landen waar zulke hormonen wel mochten worden gebruikt. Wetenschappelijke onderzoekscommissies in opdracht van de Verenigde Staten, de EU (1981, 1987 en 1995) en Groot-Brittannië, die garandeerden dat zulke hormonen absoluut geen bedreiging vormden, kregen geen gehoor. Tests op runderkarkassen hebben intussen aangetoond dat Europese landbouwers hun groeihormonen gewoon op de zwarte markt kochten.

Toch heeft dit alles niet belet dat de EU een nieuw wetenschappelijk rapport heeft uitgegeven waarin wordt beweerd dat kinderen uiterst gevoelig kunnen zijn voor restanten van hormonen, een rapport dat lijnrecht in tegenspraak staat met een rapport uit 1999 van het Britse Veterinary Products Committee, waarin de onderzoekers tot het besluit komen dat veel van onze dagelijkse voedingsmiddelen sowieso al het hormoon oestrogeen bevatten, dat het hormonengehalte in vlees veel lager ligt dan in talrijke gezondheidsproducten zoals anticonceptiepillen en dat 90% van de toegediende hormonen gewoon weer door het vee worden afgescheiden.

Meer antibiotica.

De EU is evenmin te spreken over het gebruik van antibiotica in de voeding van runderen en pluimvee. Het Europees Parlement heeft aangekondigd dat er een verbod zal worden uitgevaardigd op het gebruik van antibiotica als additief in veevoeder omdat die de behandeling van mensen zouden hypothekeren (enig bewijs hiervoor wordt echter niet geleverd). Dat door het gebruik van antibiotica de dieren in de stallen kunnen worden gevoederd en zo duizenden hectaren land worden gespaard, wordt helemaal niet in aanmerking genomen.

In Zweden en Denemarken is het verbod al van kracht en worden varkens en pluimvee veel vaker ziek dan voordien. Eigenlijk zijn er niet minder, maar meer nieuwe antibiotica nodig.

De EU trekt eveneens ten strijde tegen kunstmest en vervolgt de meeste van haar lidstaten wegens te hoge nitraatgehaltes in het drinkwater. Maar ook hier is er weer geen gevaar voor de volksgezondheid. Medisch bewijs toont aan dat nitraten in het drinkwater noch verantwoordelijk zijn voor maagkanker, noch voor het zeldzame maar beruchte blauwebabysyndroom. Hierdoor blijft enkel het probleem van algen in het oppervlaktewater over, maar dat kan nauwelijks bedreigend worden genoemd.

Uit de rekken.

Ten slotte, en misschien moet dat ons wel de meeste zorgen baren, heeft de EU de aanval ingezet op de biotechnologische voedingsmiddelen. Hiervoor hanteert de Unie haar meest recente anti-importwapen, het Preventiebeginsel.

Dit populaire beginsel stelt dat landen kunnen weigeren goederen te importeren totdat volledig is bewezen dat ze absoluut geen gevaar inhouden voor de volksgezondheid, het milieu of het sociale netwerk. De weg ligt dus open voor handelsbarrières die niet de minste wetenschappelijke basis hebben. Zo dienen voedingsmiddelen die genetisch gemanipuleerd materiaal bevatten sinds 1997 een waarschuwingslabel te dragen, zelfs al is niet bewezen dat die producten een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Uiteraard houden de Europese kleinhandelaars niet van negatieve publiciteit en is het dus ook niet verwonderlijk dat producten die zo’n bio-etiket dragen, onmiddellijk uit de rekken zijn gehaald (zo ook een goedverkopende tomatenpasta in blik die door de grote Engelse winkelketen Sainsbury’s wordt verkocht).

Resultaat.

Dit alles heeft een enorme weerslag op de internationale handel. De Verenigde Staten en andere landen die landbouwproducten uitvoeren, zijn uiterst ontevreden met de aanhoudende pogingen van de EU om de moderne voedingsproductie voor heel de wereld in een slecht daglicht te stellen. De Amerikaanse senator Richard Lugar, de anders zo rustige voorzitter van het landbouwcomité van de Amerikaanse Senaat, verklaarde op een recente hoorzitting dat de houding die de EU aanneemt inzake handel in landbouwgoederen ook op andere beleidsterreinen de kop dreigt op te steken (hij zetelt ook in het invloedrijke comité voor internationale relaties).

Handelsfunctionarissen vrezen dat de EU in de toekomst nog meer paniek zal trachten te zaaien en andere barrières zal optrekken zonder gebruik te maken van importheffingen. De Unie heeft namelijk al beloofd dat ze de hoge prijssubsidies waarvan de landbouwers tot nu toe steeds konden genieten, (langzaam) zal afbouwen. Amerikaanse veeboeren dringen aan op een draaimolenvergelding, waarbij de lijst van producten waarvoor hoge invoerheffingen gelden, om de zes maanden zou veranderen. Hiermee willen ze de onbuigzaamheid van de Europese Unie zoveel mogelijk afstraffen.

Technologische veranderingen.

Maar niet alleen handelsbelangen spelen hier een rol. De voedingsnormen hebben eveneens een invloed op de wereldgezondheid. Europa heeft uiteraard voldoende voedsel, maar elders in de wereld gaan zo’n 800 miljoen mensen dagelijks met honger naar bed. Meer dan een miljard vrouwen en kinderen zijn ernstig ondervoed, en het tekort aan vitamine A zorgt ervoor dat velen onder hen blind worden.

In 2050 zal de aarde ongeveer 9 miljard mensen tellen (en nog eens 1 miljard katten en honden) die allemaal vlees en melk op tafel willen. De vraag naar voedingsmiddelen zal drie keer groter zijn dan vandaag en wanneer hieraan niet kan worden voldaan door hogere landbouwopbrengsten, zal deze vraag weer ten koste gaan van bosrijke gebieden. Gekruiste zaden en meststoffen worden al op vele plaatsen gebruikt en er bestaat geen twijfel over dat enkele ingrijpende technologische veranderingen nodig zullen zijn om onze wouden in stand te houden. Wetenschappers stellen dat groeihormonen, antibiotica en vooral de biotechnologie hierin een cruciale rol zullen spelen. Hier volgen enkele voorbeelden van recente ontwikkelingen:

Dankzij nieuwe biotechnieken zijn Mexicaanse onderzoekers erin geslaagd gewassen te produceren op verzuurde grond. Hierdoor kan op de helft van de landbouwgrond in de tropen een opbrengst worden gegenereerd die 50% hoger ligt dan nu en kunnen er enorme stukken woud worden gevrijwaard.

Een onderzoeker van de Washington State University heeft een biotechnologische rijstsoort ontwikkeld (gekruist met een maïsgen) die een hogere fotosynthese garandeert en de huidige opbrengst met 35% kan doen stijgen. Dit is veruit de grootste vooruitgang op dit vlak in twintig jaar tijd.

De Rockefeller Foundation en de Europese Unie hebben samen geïnvesteerd in het onderzoek naar de gouden rijst die een einde zou moeten maken aan het tekort aan vitamine A dat jaarlijks miljoenen kinderen in armere rijstculturen treft en blindheid of zelfs de dood tot gevolg heeft. Deze rijst zou eveneens het ijzertekort verhelpen dat bij een miljard vrouwen voor complicaties zorgt bij de geboorte van hun kind. Nu weigert de EU te investeren in het follow-up-onderzoek waarbij de gouden-rijstgenen effectief worden ingeplant in bestaande rijstsoorten.

De biotechnologie zou ook het doorgedreven gebruik van pesticiden in Europa sterk kunnen terugdringen. Tegenwoordig worden pesticiden voortdurend aangewend om allergeenvrij voedsel te produceren en om ook buiten het seizoen heerlijke groenten en sappig fruit te kunnen aanbieden.

Moeilijke keuze.

Europa is zo begaan met haar Preventiebeginsel dat zelfs het genetisch onderzoek aan de andere kant van de oceaan hieronder lijdt. Deze houding zou ook wel eens het einde kunnen betekenen van een erg winstgevende export van landbouwgewassen uit de EU naar Aziatische landen die steeds rijker worden, maar zelf niet over voldoende landbouwgrond beschikken. Bovendien lijkt deze strategie de EU voor een moeilijke keuze te plaatsen: ofwel weigert ze het lidmaatschap van Oost-Europese landbouwlanden zoals Polen en Hongarije, ofwel laat ze de al bestaande en erg dure graan- en vleesoverschotten nog verder aangroeien. (De nieuwe lidstaten zullen uiteraard niet erg tevreden zijn wanneer ze na hun toelating op landbouwvlak een tweederangsstatus krijgen toebedeeld.)

Paniek.

Wanneer de Wereldhandelsorganisatie (WTO) al deze emotionele excuses door de vingers ziet en Europa’s importbarrières toelaat, moet ze ook hetzelfde doen voor de Verenigde Staten, China en eender welk ander land. Tot nu toe blijft de EU echter blind voor dit feit. Doemdenkers kunnen dus ongestoord overal paniek zaaien en zo de internationale handel een zware slag toebrengen, waardoor de economische boom die de WTO de voorbije decennia zo sterk heeft gestimuleerd, wel eens tot een zeer abrupt einde zou kunnen komen. En zo zou deze evolutie dezelfde nefaste gevolgen kunnen hebben als het Smoot-Hawley Tariff dat mee aan de basis lag van de Great Depression in het Amerika van de jaren dertig.

dennis t. avery

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content