Europa’s zinloze strijd tegen ggo’s
Europa handhaaft halsstarrig zijn verzet tegen de teelt van genetisch gewijzigde organismen (ggo’s). En dat terwijl nu ook China massaal investeert in ggo’s. Vlaanderen investeert intussen in wat wél mag, het onderzoek naar genetische mechanismen om de opbrengst van planten verder te vergroten.
Waarom zouden we ggo’s toelaten?
Door het in- of uitschakelen van bepaalde genen kan men planten en gewassen beschermen tegen droogte, koude, insecten, parasieten of bepaalde onkruidverdelgers. Het is ook mogelijk op die manier de groei en dus de opbrengst van die gewassen te bevorderen of de voedingswaarde te verhogen.
Wat is de rol van Vlaanderen?
Die rol is onbestaande voor de productie van ggo’s, met uitzondering van serrekweek van transgene gewassen bij de Gentse biotechnologiebedrijven Devgen, Bayer Bio-Science en CropDesign en bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Vlaanderen is nochtans pionier in die zogenaamde groene biotechnologie en is wereldwijd bekend voor zijn onderzoek naar nieuwe en betere ggo’s. Proeven in de open natuur zijn nog altijd verboden in ons land, zoals de recente commotie rond een miniproefveld van het VIB voor genetisch gewijzigde populieren aantoonde.
Waarom investeert China massaal in ggo’s?
Omdat het verwacht dat zijn huidige landbouwareaal niet zal volstaan voor de toenemende voedingsnoden van zijn 1,3 miljard inwoners. Door de stijgende levensstandaard van de Chinezen stijgt ook de consumptie van vlees. Als vuistregel geldt dat voor de productie van 1 kilogram vlees 4 tot 7 kilogram extra diervoeder nodig is, in de vorm van graan.
China vreest al langer dat dit zal uitmonden in een landbouwinfarct, en investeert miljarden dollars in rendementsverbeterende technieken. De voorbije jaren werden Chinese landbouwstudenten wereldwijd uitgestuurd om hierover kennis te vergaren. Die studenten worden nu massaal teruggeroepen om hun kennis in eigen land toe te passen.
Bovendien kampt het land met een toenemende waterschaarste. Ook hier kunnen ggo’s voor een stuk een oplossing bieden.
Waarom blijft de Europese Commissie zich verzetten tegen de teelt van ggo’s?
Die weerstand in Europa tegen ggo’s sleept al tientallen jaren aan. Nogal wat politici en ngo’s vrezen dat het toelaten van de productie van ggo’s gelijk staat met het binnenhalen van het paard van Troje: je weet niet wat je in huis haalt en je raakt er nooit meer van af.
De gemiddelde Europeaan vreest dat ggo’s schadelijk zijn voor de gezondheid. Nochtans is er daarvoor geen enkel bewijs. Momenteel zijn vrijwel alle maïs en sojabonen in de VS genetisch gewijzigd. Een ander argument, dat door nogal wat ngo’s wordt aangehaald, is dat ggo’s de afhankelijkheid verhogen van een handvol multinationals zoals Monsanto. Met als gevolg dat die de prijzen van het zaaigoed naar hun hand kunnen zetten.
Tegenstanders stellen bovendien dat er wereldwijd voldoende voedsel is, en er dus ook geen nood is aan genetische ingrepen om de opbrengst te verhogen. Dat niet iedereen voldoende voedsel heeft, is volgens hen eerder het gevolg van armoede, ongelijkheid en oorlogen die de toegang tot de landbouw bemoeilijken of verhinderen.
In Europa speelt ook de politieke factor volop. Groene partijen en hun kiezers zijn hevig gekant tegen ggo’s. Andere partijen willen niet het risico nemen die potentiële stemmen voor het hoofd te stoten door wél pro-ggo te stemmen.
Wat kan het gevolg zijn?
Dat België en het gros van Europa achterblijft met een verouderde, meer vervuilende landbouw, waarbij het overspoeld dreigt te raken met geïmporteerd goedkoper – en met ggo-gewassen gevoed – vlees uit bijvoorbeeld Zuid-Amerika. Tevens laat ggo-technologie toe om het gebruik van ziektebestrijdingsmiddelen sterk te verminderen en de opbrengst aanzienlijk te verhogen. (T)
Door Bert Lauwers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier