Europa’s wankele banken

De financiering van de Europese banken blijft een erg precaire zaak. Volgens de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) gaat het van kwaad naar erger.

Er bestaat nog weinig discussie dat de crisis in de eurozone in de eerste plaats te maken heeft met structurele tekortkomingen van de euroconstructie. Vooral het ontbreken van een politieke unie belet een adequate aanpak van de crisis. Voorts blijft het een open vraag of de eurocrisis steeds opnieuw aangeblazen wordt door de gammele toestand van de publieke financiën in een aantal eurolanden of door de wankele positie van flink wat banken in de eurozone.

Dat het net de interactie is tussen de op termijn onhoudbare publieke financiën en de onstabiele banken die bedreigend werkt voor de toekomst van de eurozone, lijkt het dichtst bij de realiteit aan te leunen.

Hoe dan ook, de positie van de Europese banken blijft zorgwekkend. Dat komt nog eens duidelijk aan de orde in het jongste jaarverslag van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB), de bank van de centrale bankiers. De discussie over de internationale regulering van het bankwezen speelt zich voor een groot deel af binnen deze BIB. Die regulering gaat in essentie om twee kapitale elementen, solvabiliteit en liquiditeit. Over solvabiliteit staat de discussie over de omvang van het eigen vermogen (kapitaal) ten opzichte van het balanstotaal van de banken centraal.

Bij de liquiditeit ligt de focus op de stabiliteit van de financiering van de banken. De financieringsvormen waar de banken op kunnen terugvallen bestaan grosso modo uit drie elementen: het eigen vermogen, de deposito’s die ze van het publiek kunnen aantrekken en de zogenaamde marktfinanciering ( market funding). De laatste twee elementen zijn veruit de belangrijkste in de financiering van de activiteiten van de banken en bepalen in belangrijke mate de stabiliteit van deze funding.

Twee jaar afkalving

De studaxen van de BIB berekenden hoeveel van de financiering van de banken stabiel is. Stabiele financiering bestaat volgens hen uit de som van de deposito’s en de marktfinanciering op lange termijn. Bijgaande grafiek geeft weer dat de Europese banken nauwelijks de helft van hun financiering als stabiel kunnen beschouwen. De overige helft is financiering op korte termijn vanuit de markten. Deze financiering kan de markt snel terugvorderen en is mogelijk een grote bron van onzekerheid voor de goed functionering van de banken.

In de Verenigde Staten en Japan ligt de stabiliteitsratio een heel stuk hoger dan in Europa, rond 75 procent. Gelouterd door de zware financiële crisis in Azië in 1997-’98 en kort nadien ook in Brazilië en Rusland, trokken de banken in de opkomende landen hun stabiliteitsratio op tot 85 procent. Het meest verontrustende van de stabiliteitsratio van de Europese banken is dat na een forse verbetering ervan in 2009 er nu al twee jaar een nieuwe afkalving van de financieringsstabiliteit van de Europese banken doorzet. Het feit dat de Europese Centrale Bank (ECB) alle sluizen moet opendraaien om het Europese bankwezen overeind te houden, heeft alles met deze grote onzekerheid van de funding van de banken te maken.

JOHAN VAN OVERTVELDT

De Europese banken kunnen nauwelijks de helft van hun financiering als stabiel beschouwen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content