Europa wil niet meespelen
Brian Beedham, redacteur van The Economist, vraagt zich af of Europa het hele jaar lang zal blijven mokken.
Wanneer je vijfhonderd jaar lang het centrum van de wereld bent geweest, is het uiteraard pijnlijk om te zien hoe ieders ogen nu gericht zijn op andere delen van de planeet. Maar het is een domme reactie om je dan terug te trekken en woedend een vuist op te steken.
Dat is de verleiding waarmee het Europa van de 21ste eeuw wordt geconfronteerd, en het komende jaar zal uitwijzen of het Oude Continent er aan zal kunnen weerstaan.
Er zijn twee redenen waarom het Europa van de 21ste eeuw het isolationisme van het negentiende-eeuwse Amerika wil nabootsen. De eerste reden is een harde geopolitieke realiteit. De voorbije eeuwen, tot aan het eind van de Koude Oorlog, kon Europa zich erop beroemen het centrum van de wereld te zijn. Nu is dat voorbij. De laatste onafgewerkte zaken uit de Koude Oorlog werden afgehandeld in de Balkan, en Europa kan eindelijk min of meer vrede met zichzelf hebben. Daarom zal het grootste deel van de geopolitieke agenda van de volgende eeuw zich buiten Europa afspelen.
Op deze nieuwe agenda staat over tien of vijftien jaar wellicht de confrontatie met een uitdijende, nationalistische Chinese supermacht. Daarnaast – en dat komt er zéker – zal Amerika willen verhinderen dat nucleaire en biologische massavernietigingswapens in handen komen van onvoorspelbare dictatoren of ronddolende ideologische fanatici. Om het hoofd te kunnen bieden aan deze twee problemen – China en de proliferatie van wapens – werkt de VS aan een nieuwe alliantie die verder reikt dan de allianties met de Europese democratieën uit 1917, 1941 en tijdens de Koude Oorlog.
De Amerikanen hebben nieuwe betrekkingen aangeknoopt met de Russische president Vladimir Poetin, en ze zouden ook graag India aan hun lijstje toevoegen. Andere landen die al deel uitmaken van de zich uitbreidende alliantie zijn Turkije, Australië, misschien Pakistan (als de kwestie-Kasjmir met India kan worden opgelost), en zeker ook Japan. Indien de Chinese expansiepolitiek bewaarheid wordt, hebben de Europeanen nog een keuze. Ze kunnen toetreden tot de grotere alliantie, of ze kunnen zich in hun hoekje knus tot een bolletje oprollen en doen alsof ze met al die dingen niets te maken hebben.
Nog een reden waarom de Europeanen wel eens zouden kunnen kiezen voor de isolationistische optie, is niet van politieke maar van psychologische aard. Het voorbije jaar werd Europa geconfronteerd met een explosie van anti-Amerikaanse woede, zelfs in doorgaans rustige landen als Groot-Brittannië, Duitsland en Zwitserland. Het startschot werd gegeven door de vraag hoe Saddam Hoessein moest worden aangepakt, maar de uitbarsting evolueerde al snel tot kritiek op alles wat de VS sinds het eind van de Koude Oorlog in de wereld heeft uitgevoerd.
Veroordeeld wegens hun gelijk
Het vreemde is eigenlijk dat de Europeanen te laat hebben toegegeven dat de Amerikanen de voorbije tien jaar bij ongeveer elk buitenlands geschil gelijk hadden. Het waren hun eigen aarzelingen en uitvluchten die fout waren. Voor enkele economische en milieu-aangelegenheden hebben de Europeanen natuurlijk wél gegronde redenen om er een andere mening op na te houden. De nieuwe landbouwsubsidies en staaltarieven van president George Bush schenden het beginsel van de vrijhandel. En de Amerikanen hadden het Kyoto-protocol natuurlijk nooit mogen verwerpen. Maar wanneer het de voorbije tien jaar aankwam op belangrijke geopolitieke beslissingen, werd het aan Europese zijde verontrustend stil.
De Europeanen gaven uiteindelijk wel toe dat de Amerikanen gelijk hadden toen ze verklaarden dat het bewaren van de vrede in de Balkan geen oplossing was (er wás geen vrede om te bewaren), maar het gebruik van geweld tegen Slobodan Milosevic en zijn Groot-Servische bondgenoten wel. Op het Russische front aanvaardden de Europeanen ten slotte de Amerikaanse stelling dat het veilig was om de Navo uit te breiden tot aan de Russische grens, omdat Rusland dat niet echt erg zou vinden. Hetzelfde kan worden gezegd over het Amerikaanse besluit om een antirakettenruimteschild te ontwikkelen (waarvan veel Europeanen nu toegeven dat ze het maar al te graag zouden willen delen). Deze keer realiseerden ze zich iets sneller dat het noodzakelijk was om op treden tegen Al-Qaeda en de Taliban in Afghanistan. Zelfs bij het geschil over Irak waren de meeste Europeanen het met Amerika eens dat Saddam ontwapend moest worden, en ze geloofden samen met de Amerikanen dat Irak een veel gelukkiger land zou zijn zonder hem. Waarover ze wel enige twijfel hadden, was over de manier waarop en de prijs waartegen dat moest gebeuren. Over het middel dus, niet het doel.
Kortom, deze nieuwe golf van anti-Amerikaanse verontwaardiging is niet echt gebaseerd op een objectief meningsverschil over concrete feiten. Het gaat veeleer om een opwelling van melancholische afgunst van landen die de Renaissance, de Reformatie en de Industriële Revolutie voortbrachten, en die destijds veel landen uit de rest van de wereld in hun talrijke imperia opnamen (en waaruit onder andere de VS is voortgekomen), maar die ervoor kozen elkaar te bekampen tot er een wapenstilstand op volgde. Vervolgens ontdekten ze dat de macht en de pracht naar elders waren verdwenen.
Uiteraard zijn er veel Europeanen die dit begrijpen, die inzien dat hoewel de democratieën aan weerszijden van de Atlantische Oceaan vaak tegenstrijdige economische belangen hebben, ze toch dezelfde culturele achtergronden en geopolitieke belangen delen. Uiteindelijk zullen deze ruimdenkende Europeanen wellicht zegevieren. Maar het zal nog even duren voor het oude centrum van de wereld zijn melancholische afgunst te boven komt.
(2003)
“Aan de basis van de nieuwe golf van anti-Amerikaanse verontwaardiging ligt melancholische jaloersheid.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier