Jozef Vangelder

Europa moet oorlog voeren met zichzelf, niet met China.

Jozef Vangelder redacteur Trends

Chinese concurrentievervalsing ondermijnt Europese bedrijven. Karel De Gucht, Europees commissaris voor Handel, dreigt met harde maatregelen. Terecht, maar onvoldoende.

Chinese concurrentievervalsing ondermijnt Europese bedrijven. Karel De Gucht, Europees commissaris voor Handel, dreigt met harde maatregelen. Terecht, maar onvoldoende. De Europese economie moet vooral oorlog voeren tegen haar dreigende irrelevantie, of straks valt er niks meer te vervalsen.

In 2008 zette Karel De Gucht als Belgisch minister van Buitenlandse Zaken de diplomatieke betrekkingen met Congo op de helling. Bij een bezoek aan het land veegde hij de Congolese politici de mantel uit over de corruptie in hun rangen. Vandaag neemt De Gucht, intussen Europees commissaris voor Handel, China in de tang. Hij dreigt met een procedure tegen de goedkope kredieten en andere staatssteun aan Huawei en ZTE, Chinese producenten van netwerkapparatuur. Dankzij de steun zouden beide bedrijven de concurrentie vervalsen en de Europese concurrenten uit de markt duwen.

China is Congo niet. China is de tweede economie van de wereld, telt 1,3 miljard inwoners, en is een grootmacht in wording. Deze keer is het Karel tegen Goliath. Een aantal lidstaten zijn bang dat hun bedrijven Chinese contracten zullen verliezen als gevolg van de harde houding van De Gucht, een vrees waar China handig op inspeelt. Maar iemand moet het doen. Als China in 2001 mocht toetreden tot de WTO (Wereldhandelsorganisatie), was dat om het land te laten integreren in de wereldmarkt, niet om onze bedrijven kapot te laten maken door oneerlijk spel. De regels van de vrijhandel zijn gemaakt om deelnemende landen te laten delen in de baten, niet om op veroveringstocht te trekken.

Maar hoe dwing je China om te spelen volgens westerse regels, als het dat westen met de dag minder nodig heeft? Vandaag zijn China en de EU nog belangrijke handelspartners, maar dat begint te veranderen. In zijn zeer goed gedocumenteerd boek ‘When China rules the world’ legt Martin Jacques uit hoe China rustig aan een internationaal imperium bouwt. In de periode 2009-2010 leende China meer geld aan de ontwikkelingslanden dan de Wereldbank. Het IMF, een ander kind van de Amerikaanse wereldhegemonie, is vandaag praktisch gemarginaliseerd in Oost-Azië. Op voorstel van China kwam er een alternatief, het zogenoemde Chiang Mai Initiative. Het is een systeem waarbij Oost-Aziatische landen met betalingsbalansproblemen kunnen putten uit een gezamenlijke financieringspool. Ook de WTO kwam op een zijspoor in de regio, door de vrijhandelsakkoorden onder de ASEAN-koepel, met China aan het stuur.

Elders in de wereld, in het grondstoffenrijke Latijns-Amerika en Afrika, maakt China almaar meer vrienden. Zij krijgen harde investeringen als beloning, en worden zo minder afhankelijk van westerse hulp. In 2007 brak Angola onderhandelingen af met het IMF, omdat China een lening aanbood tegen gunstiger voorwaarden.

Als het Westen zijn regels gerespecteerd wil zien, dan moet het zorgen dat zijn economie blijft meetellen in de wereld. Dat komt het respect vanzelf. Antidumpingheffingen op Chinese invoer en ander grof geschut zijn misschien nuttig op korte termijn, we moeten niet over ons heen laten rijden. Maar Europa moet vooral oorlog voeren met zichzelf. De schuldenlast moet lichter en de unie moet sterker, opdat we niet om de haverklap de schietschijf van de obligatiemarkten worden.

We moeten vooral meer innoveren. Voorlopig pronken de Chinezen nog graag met Mercedessen of BMW’s, maar ze klimmen zeer snel de technologieladder op. Er wordt vaak lacherig gedaan over de Chinese namaakeconomie en de povere kwaliteit van hun patenten. Vandaag is China vooral een assembleerder van hightechgoederen, stelt de Leuvense economieprofessor Reinhilde Veugelers in haar paper ‘The World Innovation Landscape: Asia Rising?’ Lang zal dat niet meer duren. In het vorig decennium stegen de Chinese R&D-uitgaven met een verschroeiende 22,4 procent per jaar. Tegen 2009 moest China enkel de VS laten voorgaan inzake R&D-uitgaven. Het is een kwestie van tijd eer China die investeringen zal verzilveren op de wereldmarkten, aldus Veugelers.

Zware milieuvervuiling, snelle vergrijzing en welig tierende corruptie wegen op het Chinese partij-establishment, maar daarom nog niet op het economisch toekomstpotentieel van het land. Een opkomende Chinese middenklasse laat steeds meer van zich horen, ook dat is juist. Maar dat garandeert niet de overgang naar een democratie Westerse stijl, die automatisch de vrijhandel zal omarmen. We weten waarop het glasnost & perestrojka-experiment in de voormalige Sovjetunie is uitgedraaid. Het communistisch apparaat is er gewoon vervangen door een andere oligarchie. Rusland is onlangs wel lid geworden van het WTO, maar blijft een koele minnaar. De toetredingsonderhandelingen hebben 18 jaar aangesleept, een record in de geschiedenis van het WTO.

De wereld is geen film met enkel good guys en bad guys, en waarin de eersten na veel strijd uiteindelijk triomferen. Dat cliché, nog een product van de Amerikaanse cultuur, zouden we beter opbergen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content