Europa als laboratorium voor een muntakkoord
De crisis werd veroorzaakt door onevenwichten in de wereldeconomie en we kunnen haar alleen maar oplossen als we de onevenwichten structureel aanpakken. De eurozone is hiervoor een ideaal laboratorium. Als we er niet in slagen de eurozone deftig op de rails te krijgen, ziet het er slecht uit voor de globalisering.
Zowel in Europa als in de rest van de wereld werden de handelsonevenwichten het afgelopen decennium bewust genegeerd. Excessieve kredietverlening in de Verenigde Staten diende een politiek doel: de democratisering van het huizenbezit en het verdoezelen van inkomensongelijkheid.
Sterke economische groei veroorzaakte dan wel complete euforie, maar was alleen mogelijk door het hypothekeren van de toekomst, letterlijk. De Amerikaanse kredietgedreven groei liet de exportmachine van het Middenrijk op volle toeren produceren en sloot zo naadloos aan bij de Chinese politieke doelstellingen.
De politieke logica in beide landen had op korte termijn baat bij de instandhouding van de onevenwichten. Kredietverlening, huizenbouw en overconsumptie in de VS waren een tegengewicht voor sparen, investeren en overproductie in China.
Als een modelbouwversie van de wereldeconomie verenigt de eurozone de beide uitersten binnen haar grenzen. Het Europese China van dienst luistert naar de naam ‘Duitsland’: nauwelijks groei van de binnenlandse vraag en voortdurend op zoek naar manieren om de concurrentiekracht aan te scherpen. De geroemde Duitse spaarzaamheid staat haaks op het lenen van toekomstige generaties en dus werd er bespaard, gesaneerd en geflexibiliseerd in het hier en nu.
De ‘overconsumenten’ van dienst vonden we het afgelopen decennium in Ierland, Spanje, Griekenland en Portugal. De lage Europese rentes (dank u Duitsland) lieten daar een explosie van de kredietverlening toe. Dat was gisteren, vóór de financiële crisis.
Vandaag liggen de consumenten van weleer tegen de vlakte, de producenten gloriëren. Een evenwichtiger economie, hetzij in Europa of in de wereld, vereist saneringen in de voormalige tekortlanden en meer consumptie in de overschotlanden. Het eerste is geen probleem: de VS, het VK, Ierland, Spanje, Portugal en Griekenland hangen uitgeteld in de touwen. Zij zullen de kater nog jaren uitzweten, willen of niet.
Het probleem zit bij de overschotlanden als Duitsland of China. In een ideale wereld stimuleren deze nieuwe rijken hun binnenlandse vraag om de extreem zwakke vraag bij de nieuwe armen te compenseren. Houden zij vast aan hun mercantilistische groeimodel, dan maken ze de schuldafbouw en het herstel van de competitiviteit in de rest van de wereld onmogelijk en dwingen ze hen in een deflatoire spiraal.
Uitgerekend daar wringt het schoentje: Duitsland en China zijn voorlopig niet bereid die stap te doen, integendeel. De Duitse feniks domineert de economische, financiële en monetaire debatten op het Europese toneel. China op zijn beurt heeft Japan verdreven als tweede economie ter wereld en het ambieert de absolute leiding.
De nieuwe rijken beleven een gigantische toename van hun economische en politieke status en zien daarin het ultieme bewijs van de deugdelijkheid van hun groeimodel. De onevenwichten beschouwen ze als het probleem en de verantwoordelijkheid van de tegenpartij. Zelf bijdragen tot de oplossing vereist dat ze een deel van hun status zouden opofferen ten voordele van hun voormalige klanten.
De grote vraag is of dat ooit gebeurt. Europa beschikt over een gemeenschappelijke munt, een Stabiliteitspact, een Commissie en permanent overleg in de raad van ministers. Geen enkele regio heeft meer overlegmechanismen tot haar beschikking om het evenwicht te herstellen. Als zelfs laboratorium Europa er niet in slaagt zijn eigen onevenwichten weg te werken, dan ziet het er slecht uit voor de wereldeconomie en heeft de globalisering haar beste tijd gehad.
Peter De Keyzer, Chief economist van Petercam
Peter De Keyzer
Het probleem zit vandaag bij de overschotlanden als Duitsland of China.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier