Euronav
Voor het eerst sinds 2014 presenteerde de Antwerpse rederij nog eens minder dan verwachte kwartaalcijfers. Al was het toch vooral een eenmalig boekhoudkundig verlies van 24,2 miljoen USD op de in mei aangekondigde ontmanteling van vier 50-50-joint ventures met Bretta Tanker Holdings dat voor een valse noot zorgde. Van de vier Suezmaxschepen (capaciteit tussen 150.000 en 165.000 ton) komen de twee jongste -de Captain Michael en de Maria– volledig in handen van Euronav en gaan de andere twee over naar Bretta Tanker Holdings. Ter compensatie voor het verschil in leeftijd, en rekening houdend met de lopende opdrachten, betaalde Euronav 15,1 miljoen USD aan Bretta. De vrachttarieven daalden vanaf juni, waardoor het gemiddelde dagverhuurtarief voor de VLCC-olietankers (Very Large Crude Carriers met een maximale capaciteit van 320.000 ton) in het tweede kwartaal strandde op 47.864 USD, een daling met 13,9 % tegenover vorig jaar (55.570 USD), en te vergelijken met 60.638 USD (-21,1%) in het traditioneel sterkere eerste kwartaal. Voor de Suezmaxschepen bedroeg het gemiddelde dagtarief 33.119 USD, tegenover 41.886 USD in 2015 (-20,9%) en 38.386 USD in het eerste kwartaal (-13,7%). Na zes maanden bedraagt het daggemiddelde bij de VLCC’s 54.156 USD (+1,5%), terwijl de tarieven bij de Suezmaxschepen met 15,6 % terugvielen, tot 35.729 USD. De omzet daalde in het tweede kwartaal tegenover vorig jaar met 10,6 %, tot 189,6 miljoen USD, en in het eerste semester met 2,9 %, tot 404,5 miljoen USD. De bedrijfskasstroom (ebitda) daalde met 5,4 %, tot 282,4 miljoen USD, maar in het tweede kwartaal is er wel een forsere terugval met 25,5 %, tot 106 miljoen USD. De nettowinst zakte van 92,4 miljoen USD naar 40,1 miljoen USD (-56,5%). Dit cijfer omvat het vermelde boekhoudkundig verlies van 24,2 miljoen USD. Na zes maanden is er een daling van de nettowinst van 173,2 miljoen USD naar 153,7 miljoen USD (-11,3%), of per aandeel van 1,13 USD naar 0,97 USD. Op 25 augustus (rapportering volledige halfjaarcijfers) wordt het interim-dividend bekendgemaakt, op basis van de onveranderde uitkeringspolitiek van 80 % van de recurrente winst (zonder eenmalige elementen). De vooruitzichten voor het derde kwartaal ogen flauw, met 50 % van de VLCC-capaciteit geboekt tegen 31.800 USD per dag, en 39 % van de capaciteit voor de Suezmaxschepen tegen 20.900 USD per dag. Het break-evenniveau (winst noch verlies) ligt op 27.300 USD (VLCC) en 24.000 USD (Suezmax). Vanaf het vierde kwartaal zouden de tarieven, aangevuurd door het winterseizoen in het noordelijk halfrond, terug moet stijgen. De structurele stijging van de olievraag -de verwachte stijging voor 2016 en 2017 is opgetrokken van 1,2 miljoen vaten extra per dag, naar respectievelijk 1,4 miljoen en 1,3 miljoen extra. De waarde van zowel nieuwbouw- als tweedehandsschepen viel de jongste maanden tussen 8 % en 21 % terug. Hierdoor daalde de geschatte netto-actiefwaarde terug tot ongeveer 9 EUR per aandeel. Deze daling biedt kansen voor nieuwe, gerichte overnames.
Conclusie
Het wat mindere rapport en de flauwe vooruitzichten voor het derde kwartaal stuurden het aandeel naar het laagste niveau sinds 2014. Het aandeel blijft in de ‘Inside Selectie’ op basis van de lage waardering en de positieve vooruitzichten.
Advies: koopwaardig
Risico: gemiddeld
Rating: 1B
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier