Euro 2000 is e-business

De ene e-business is niet de anderee-business. Spontaan denken we vandaag aan de electronic business. Er bestaat een tweede vorm van e-business die krachtig woelt, de entertainment business. In die tweede soort kan België evenzo scoren als in nummer één. Het teeveebedrijf Woestijnvis is met zijn exporteerbare formats een symbool.

U ontving per bode een dikke omslag met tickets, bons voor het restaurant, een parkeerbewijs, een handleiding en een lint met plastic mapje voor rond uw hals. Het wapentuig voor de genodigde van de Euro 2000-sponsor. Een prelude op het fijntjes griezelen tussen de bierbuiken. Tot 3 juli draait een megasportshow annex miljardencircus van horeca-, teevee-, reis- en VIP-contracten. Een hoogtepunt van de ontspanningseconomie.

De koffiebonen van uw kop hebben enkele centiemen gekost, de gebrande koffie enkele frank, het opdienen van de kop 25 frank. Waarom kost een koffietje aan de plage van Le Zoute dan negentig frank en op het terras van de Georges V in Parijs tweehonderd frank? In Le Zoute en Parijs koop je met je koffie een belevenis. Waarom logeren zwaarlijvige Amerikanen in de themahotels van Las Vegas met kunstmatige meren, nephemels met dito wolken, Venetiaanse gondeliers, piramiden en Texaanse obers die Franse woordjes prevelen? Omdat ze een belevenis aanschaffen. Waarom heeft uw fitnessclub om de zes maanden nieuwe toestellen in de aanbieding die skibewegingen of fietswedstrijden of roeiraces nabootsen? Omdat ze een belevenis wil creëren. Waarom is de jaarshow van de Antwerpse modeschool telkens uitverkocht? Omdat een belevenis wordt aangeboden, geen modefeest.

De diensteneconomie van de jaren zestig wordt overvleugeld door de beleveniseconomie. De klant wil meer dan een product en een dienst. De klant wil een experience. Business wordt showbusiness. Sport werd showbusiness. Een concert van I Fiamminghi is showbusiness. Een krant met haar bijlagen ontwikkelt tot showbusiness. The Experience Economy van Joseph Pine duidt de nieuwe horizon aan. Bedrijven moeten amuseren, mobiliseren en informeren. Een Brusselse consultant vloog vorig jaar vanuit Limburg zijn gasten met de helikopter naar de 24 uur van Francorchamps. Het verkrijgen van een kwalitatieve dienst of product is niet meer voldoende. Een dienst is vluchtig, wordt zo snel mogelijk geleverd en bedient een brede waaier van klanten. De experience blijft in de herinnering hangen, houdt rekening met de agenda van de klant en is individueler gericht. Is de klant bereid voor die extra bij het bedrijf bestede tijd te betalen, dan is er sprake van een belevenis volgens de definitie van Pine. Internet maakt het vergelijken van goederen en diensten eenvoudiger. De moeilijker te imiteren belevenis wordt daardoor een middel van onderscheid met de concurrenten. Klinkt dit als kunstjes van amuseurs?

De belevenis kan dieper schieten, tot in de kern van je ziel. Pol Hauspie van L&H sponsort een internationaal festival voor gregoriaanse muziek in Watou. Ontroering in een kerk en genot in een museum zijn facetten van de expierence economy. Ieper toont in zijn stadshal waar dit land sterker in kan worden. In Flanders Fields is een navrante ontmoeting met het slijk, de kadavers, de stank van’14-’18. De mufheid en de stofferige fetisjen van het Afrika Museum in Tervuren tonen het contrast. Veertig jaar na de onafhankelijkheid van Congo wekt dit kenniscentrum een langgerekte geeuw op. Verhuur dit kremlin van de afrikanistiek aan Disney World. Disney tovert het om tot een oord van lering en vermaak. Education is fun.

De fijngeesten zullen dergelijke commercialisatie verguizen, maar zoals het museum er vandaag bijstaat, is het zonde van de subsidies. Een scholier met thuis op zijn spellencomputer Lara Croft wil in het leerhuis dat een museum zou moeten zijn de ontdekkingsreizen van Stanley beleven in virtual reality. We hebben in dit land van de beste imagingbedrijven ter wereld. Je moet natuurlijk curators kweken zonder dikke schellen bureaucratie.

We evolueren naar een samenleving waarin de jaarlijkse uitgaven voor ontspanning en pret hoger stijgen dan deze voor huiselijke voorzieningen, gezondheidszorg en inrichting. De gecommercialiseerde pret wordt een sociaal bindmiddel, een gedeelde verbeelding. Shopping evolueert naar half winkelen en half speeltuinieren voor volwassenen. De kledingketen Gap creëert een nieuwe productenlijn om de zes maanden. Dat M&S en C&A daarbij oubollig lijken – en in de problemen geraken – is evident.

De troefkaart van de beleveniseconomie is de creativiteit. Dit is beangstigend voor de klassieke zakenmensen die hun beslissingen nemen op basis van uitvoerige spreadsheetanalyses. Sheryl Crow, de popster, koert All I wanna do is have some fun. De meest waardevolle grondstof is de menselijke verbeelding. Zijn Belgische ondernemers voldoende fris en nieuw to create some fun?

frans crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content