ETIEK IN BEDRIJVEN. Niet te veel vragen

Agusta en andere affaires werpen ook een beschamend licht op de etiek in ondernemingen. Amerikaanse bedrijven namen etisch ondernemen als eerste ernstig. Maar ze ontdekken nu ook het eerst de beperkingen.

President Clinton lanceert nu een vrijwillige kode rond etisch ondernemen en de rechten van werknemers van Amerikaanse bedrijven die zaken doen in het buitenland. Warren Christopher, Amerikaans staatssekretaris voor Buitenlandse Zaken, heeft beloofd dat de kode een “wereldwijde gedragsnorm voor Amerikaans ondernemen” tot stand zal brengen. Vele bedrijven zullen zich echter niet schikken naar de nieuwe richtlijnen uit angst terrein te verliezen aan minder skrupuleuze buitenlandse konkurrenten. Maar zelfs indien ze het doen, moet gezegd dat engelachtiger worden een duivelse taak kan zijn.

Zeer uiteenlopende bedrijven wat grootte en aard betreft, ondervonden dat etisch gedrag winstgevend is : Levi Strauss bijvoorbeeld, of Nike, Johnson & Johnson en Cannondale, een fietsenbouwer. Nu meer klanten hun aankoopbeslissingen beginnen te baseren op “niet-commerciële” overwegingen (werd dit in een werkplaats in Sri Lanka gemaakt ?) is etisch ondernemen een lukratieve zaak geworden. Het Ethics Resource Centre in Washington DC, kwam bij een recent onderzoek tot de ontdekking dat al 60 % van de Amerikaanse bedrijven zich boogt op officiële formele kodes die bepalen hoe ze thuis en in het buitenland handel drijven (Europese bedrijven dralen een beetje). Zo’n kode verklaart meestal hoe netjes een bedrijf zijn klanten, leveranciers, aandeelhouders, buren en werknemers tracht te behandelen.

Sommige bedrijven gaan verder. Een derde van de firma’s die door het Ethics Resource Centre onderzocht werden, zegt dat het kantoren of ombudsmannen voor etiek heeft ; een gelijkaardig aandeel voorziet training in etische bedrijfspraktijken. Bij handelsscholen, in Amerika zowel als in Europa, ontbreekt een kursus etiek nog zelden in een MBA-opleiding, dikwijls is die zelfs verplicht.

Al deze goede intenties ten spijt hebben vele bedrijven het blijkbaar nog steeds moeilijk om netjes te blijven, zelfs indien ze er strenge kodes voor etisch handelen op nahouden. Prudential, een Amerikaanse groep in financiële diensten, heeft een etische kode, maar het filiaal Prudential Securities geraakte wel in een miljardenfraude betrokken.

Of neem Johnson & Johnson, de moeder van Janssen Pharmaceutica. Zijn “credo” in vier paragrafen stelt dat de akties van zijn managers “rechtvaardig en etisch moeten zijn”. In januari van dit jaar stemde de onderneming toe om 7,5 miljoen dollar aan boetes en kosten te betalen, nadat ze erkende dat één van haar bedrijven papieren in verband met een federaal onderzoek naar de marketing van het medicijn Retin-A had versnipperd.

AMERIKAANSE STUDIE.

In een artikel in de California Management Review * trachten Joseph Badaracco, van de Harvard Business School, en Allen Webb van McKinsey te verklaren waarom bedrijven soms op het verkeerde pad raken. Ze richtten zich niet zozeer op de topmanagers, maar verkozen jonge hoogvliegers te ondervragen over hun etische dilemma’s. De helft van de kersverse managers had gewerkt bij bedrijven met officiële etische programma’s ; ze hadden allemaal etiek gestudeerd als onderdeel van hun MBA’s.

Hun ervaringen zijn niet leuk om lezen. In vele bedrijven betekende “etisch gedrag” niet meer dan goed presteren en trouw zijn aan het bedrijf. Zolang ze de wet niet overtraden, werden jonge managers over het algemeen aangemoedigd om niet té veel te investeren in etisch gedrag. Suksesrijke managers, ook al gingen ze over de schreef, schenen “immuniteit” voor etische beperkingen te verkrijgen. Minder dan een derde van de ondervraagden geloofde dat hun bedrijven werknemers die onetische praktijken melden, respekteren. Vandaar dat slechts in één bedrijf een jonge manager er de etische kode van zijn organizatie op nalas toen hij gekonfronteerd werd met een krisis.

“Het etische klimaat van een organizatie, ” stellen Badaracco en Webb vast, “is heel fragiel. ” Maar waarom ? De ondervraagden leggen de schuld bij het middenkader mensen die de etische kode van hun bedrijf niet bepalen, maar ze meestal moeten interpreteren. Door de enorme druk om te presteren en de financiële en familiale verplichtingen, kunnen leden uit dat kader er niet vandoor wanneer er een konflikt is tussen etiek en ondernemen. Heel anders dan idealistische jonge revolutionairen en rijke topmensen.

Voor hogere managers is het ook moeilijker geworden om hun etische boodschap over te brengen, vooral in grote, gedecentralizeerde bedrijven. Besparingen hebben de neiging om de kommunikatielijnen in een bedrijf af te snijden. Vooral in filialen die ver van de hoofdkwartieren verwijderd zijn, kunnen werknemers daardoor hun eigen gang gaan. Dat is vooral waar wanneer de kulturen van ouder en telg verschillen.

Zoals andere “bedrijfsetici” vinden Badaracco en Webb weinig makkelijke antwoorden. Zij vinden dat handelsscholen meer tijd moeten besteden aan het onderwijzen van Aristoteles’ koncept van persoonlijke deugd een idee die volgens hen zou kunnen aanslaan bij ambitieuze, jonge individualisten. En ze suggereren bedrijven om twee praktische stappen te zetten om de etische normen op te drijven. Ten eerste : de etische kode ondersteunen met kontrolemogelijkheden en zware sancties. Ten tweede : ervoor zorgen dat de bazen het voorbeeld geven. Als men ziet dat een topman het juiste doet, ook al is het raadzaam of voordelig dat niet te doen, zullen de werknemers makkelijker in zijn spoor treden. En op die manier van de deugd een noodzaak maken.

(c) The Economist

* Business Ethics : the View from the Trenches. Uitgave 37, nr. 2. Uitgegeven bij de Haas School of Business, University of California, Berkeley.

AGUSTA. Stelt ook etiek van ondernemingen in vraag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content