Ethiek als nieuw paradigma

Rudy Aernoudt

Sure there’s some graft, but there is just enough to make the wheels turn without speaking.” Die stelling van Willie Stark uit de film All the King’s men vat onze houding tegenover ethiek samen. Niemand houdt van onethisch gedrag, maar het maakt deel uit van het ‘spel’ dat geglobaliseerde economie heet. Maar die pragmatische, zelfs licht hypocriete, houding ten opzichte van ethiek heeft haar grenzen bereikt. De financiële crisis fungeert hierbij als een catharsis en kan leiden tot een nieuwe ethische bewustwording.

Het probleem in het bankwezen was namelijk niet de solvabiliteit. De meeste banken eerbiedigden de solventieverordeningen van de zogenaamde Bazel II-regulering. Fortis en Dexia hadden a priori geen probleem van eigen vermogen. Het was een vertrouwensprobleem dat de banken nekte. Iets wat slechts door publieke waarborgen kon worden ‘hersteld’.

In het tijdperk van het internet-bankieren betekent een vertrouwensbreuk dat een eenvoudige muisklik volstaat om miljoenen van de ene financiële instelling naar de andere te verkas- sen. We worden niet eens geconfronteerd met het gezicht van de lokale bankier en moeten geen drogreden bedenken waarom we plots al ons geld nodig hebben. Zodoende konden de Nederlanders, voormalige klanten van ABN Amro, in een mum van tijd hun rekeningen leeghalen. Nadien kochten de Nederlanders de bank voor een appel en een ei en brachten hun geld terug naar de ondertussen tot staatsbank omgetoverde instelling. De Fortis-aandeelhouders, waar ook ik deel van uitmaak, betaalden het gelag.

Bedrijfsleiders met een aura van staatsmanschap werden plots beklad. Het establishment van weleer moest het ontgelden. De filosoof Walter Benjamin toont in zijn geschriften schitterend aan dat aura zowel roem als schande betekent en dat beide naadloos in elkaar kunnen overlopen. Had de subprimecrisis later toegeslagen (na de betaling van ABN Amro) of was de overheid wijs genoeg geweest om de Dexia-techniek (overheidswaarborg in plaats van dumping) ook toe te passen op Fortis, dan had het debacle kunnen worden vermeden.

Transparantie was de medeoorzaak van de bankcrisis. Onwetendheid – en niet kennis – bepaalt het economische handelen. Wij dachten namelijk dat wij alles kenden en vandaar alles konden controleren. De onzekerheid, eigen aan financiële markten, werd ingekapseld in verfijnde risicomodellen die onze onzekerheid converteerde in schijnzekerheid. De recente Bazel II-richtlijn, die duizenden pagina’s bankreglementering bevat, voerde een verfijnd model van het risicobeheer voor banken in, maar kon de ineenstorting niet vermijden. Nu schreeuwen agnostici om meer bankregulering, maar die is er al.

De financiële crisis toont dat de tijd rijp is voor een nieuw paradigma, zoals de epistemoloog Thomas Kuhn het stelde. De basishouding voor de burger vandaag kenmerkt zich immers niet langer door de illusie van kennis, maar door de vrees voor het onbekende. Vertrouwen wordt opnieuw de basis voor ons handelen. Een loyale langetermijnverhouding wordt opnieuw belangrijker dan een tijdelijke korting. Daarom zullen, nog meer dan vandaag, business en ethiek geen antipoden zijn van elkaar. Ethiek op zich de basis zal de duurzame waarde van een bedrijf vormen.

Na de factorgedreven economie (combinatie van kapitaal en arbeid), de efficiëntie-economie (met de auto-industrie als voorbeeld) en de innovatiegedreven economie (het Finse model), bewegen wij ons nu in de volgende fase van de ‘waardegedreven economie’. Ethisch gedrag leidt tot een betere concurrentiepositie, tevredenheid van de consument en tot een beter imago bij alle stakeholders, met inbegrip van de aandeelhouders. De motivatie van werknemers en de capaciteit om nieuwe werknemers aan te werven, hangt in de toekomst niet meer af van het startloon maar van het maatschappelijk verantwoordelijke gedrag van de onderneming. Nu al blijkt dat ondernemingen die aan mecenaat doen gemakkelijker nieuwe arbeidskrachten kunnen aantrekken.

Niet solvabiliteit of liquiditeit maar loyaliteit en eerlijkheid zullen de waarde van de ondernemingen bepalen in de volgende jaren. In de toekomstige waardegedreven economie zullen de bedrijven die echte waarden incarneren, ook waarde creëren. Zoals Adam Smith, de vader van economische wetenschappen ons bijna 250 jaar geleden leerde: winst gaat samen met billijkheid. Ethiek, net zoals optimisme, is niet alleen een morele plicht maar wordt een economische opportuniteit. De bankier zal in deze geglobaliseerde wereld opnieuw een menselijk gelaat moeten hebben.

De echte uitdaging voor de toekomst is daarom: fatsoenlijk geld verdienen op een fatsoenlijke manier. En het enige accurate antwoord ligt in een vertrouwensvolle relatie te creëren. Zo’n relatie is wederzijds. De verkoper mag geen luchtkastelen voorspiegelen en de klant mag niet hengelen naar onrealistische voorstellen. Het veranderen van het paradigma impliceert dat de relatie tussen ethiek en business het stadium van de hypocrisie overstijgt terwijl wij doordrongen zijn van de socratische basisgedachte dat ‘wij alleen maar weten dat wij niets weten’. Laat die onwetendheid uw vertrouwensvolle investeringsleidraad zijn voor een gelukkig 2009. (T)

DE AUTEUR IS PROFESSOR ECONOMIE AAN EHSAL, HOGESCHOOL GENT

EN UNIVERSITEIT VAN NANCY.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content