Et nunc, Jean-Luc

De pensioenspaarformule biedt u de mogelijkheid om volkomen legaal de fiskus te ontlopen. Maar het beleid zet één en ander op de helling.

– Onzekerheid troef, in tijden van besparingsrondes en globale plannen ?

– VEREYCKEN : Inderdaad. Geen mens weet wat Dehaene en opvolgers van deze formule overeind houden. Maar ik neem aan dat ze het hele systeem niet klakkeloos zullen afschaffen. We zitten in dit land met een gigantisch pensioenprobleem.

Bovendien mag men zich niet maniakaal laten leiden door onzekerheden omtrent de toekomst. Want waarom zou je dan nog staatsobligaties kopen ? De roerende voorheffing wordt volgend jaar misschien wel opgetrokken… Of misschien schort één of andere regering de terugbetalingen ooit wel eens op. Je kan enkel handelen vanuit de huidige toestand en hopen op een ietwat konsistent beleid in de toekomst.

– Is pensioensparen vandaag nog interessant ?

– VEREYCKEN : Ja. En niet alleen het pensioensparen. De premiebetalingen voor een individuele levensverzekering geven recht op een belastingkrediet van 30 tot 40 %. Deze gunstregeling is slechts van toepassing op een maximum van 66.000 frank. Maar samen met de 22.000 frank van het pensioensparen, geeft dat toch een fiskaal prezentje van 30 tot 40 % op een bedrag van 88.000 frank.

Zelfstandigen hebben bovendien de mogelijkheid om in fiskaal gunstige omstandigheden een fakultatief aanvullend pensioen te storten. Dit alternatief is in de vergeethoek geraakt. De sociale-verzekeringsfondsen zijn blijkbaar minder goede marketeers dan de private verzekeraars en de banken. Maar het blijft een fiskaal aantrekkelijk systeem.

– SLEGERS : Wie weet is de huidige lage taks op het lange-termijnsparen ook bij uw pensionering nog van kracht. Maar wie dat zaakje niet erg vertrouwt, kan misschien beter bij een buitenlandse verzekeraar een polis afsluiten en het hele fiskale voordeel aan zijn laars lappen.

Wie nu verzaakt aan het voordeel van de premie-aftrekbaarheid wordt later evenmin belast op de uitkeringen. Dìt koherentieprincipe zal de overheid wellicht niet kunnen aantasten. En het is bekend dat buitenlandse polissen een aantrekkelijker rendement bieden dan de Belgische.

– De Belgische polis geeft slechts 4,75 % gegarandeerd, eventueel aangevuld met een winstdeelname. Hoe groot is die deelname doorgaans ?

– VEREYCKEN : Dat varieert van instelling tot instelling en van jaar tot jaar. Sommige maatschappijen geven 3 of 4 %, anderen slechts 1 %. Maar de konkrete berekeningsmetoden zijn alles behalve doorzichtig.

Sommige verzekeraars of hun bemiddelaars maken op hun offertes de berekening met een winstdeelname van 3 %. Terwijl ze die nog nooit uitbetaalden. Anderen zijn konservatiever en rekenen bijvoorbeeld altijd 2 % voor. Terwijl ze in werkelijkheid vaak meer uitbetalen.

De verzekeraars zijn niet verplicht tot de uitkering van een jaarlijkse winstdeelname, laat staan dat ze jaarlijks hetzelfde moeten betalen. Ze kunnen op hun offertes dus vanalles en nog wat neerkrabbelen. Het gaat maar om simpele ramingen.

– BONTE : In het kader van pensioensparen zijn ook groepsverzekeringen aantrekkelijk. Heel wat bedrijven sluiten voor hun werknemers zo’n verzekering af. Bij de pensionering brengen deze kontrakten de grootste kapitalen op, ongeacht het fiskale rendement.

Ook de aanvullende persoonlijke bijdragen tot deze groepsverzekering kunnen fiskaal zeer aantrekkelijk zijn. Misschien ligt het werkelijke beleggingsrendement een paar frank hoger of lager dan bij andere beleggingen. Maar dat gegeven is van ondergeschikt belang.