Eric Van Zele schrijft een nieuw verhaal voor Barco
Eric Van Zele had geen honderd dagen nodig om drastisch in te grijpen bij Barco. Voor de Kortrijkzanen is het vijf voor twaalf en Van Zele gebruikt dat bewustzijn om met de grove borstel door de structuren te gaan. Hij maakt korte metten met de decentralisatie en de interne baronieën waarop de hervormingen van zijn voorganger Martin De Prycker grotendeels doodliepen.
Het nieuwe organogram dwingt de ingenieursboetiek met zijn 725 miljoen euro voortgezette omzet tot de confrontatie met de markt. Van Zele spreekt over een ‘ remodelling job‘. Hij versterkt de verkoopkanalen, splitst onderzoek & productontwikkeling op in een ‘commerciële’ en een ‘nichegroep’ en brengt productie en logistiek onder één gezag.
Dat is een begin. De problemen bij Barco zitten dieper, weet Van Zele. Barco had vorig jaar 834 mensen in onderzoek & ontwikkeling op een totaal van 3522. Maar het bedrijf wist die enorme inspanning onvoldoende te verzilveren. Dat wijst erop dat het traditionele Barco, dat hooggespecialiseerde componenten verkoopt aan systeemleveranciers, zijn beste tijd heeft gehad. De technologieën waarin Barco zo lang uitblonk, zijn rijp geworden. Barco krijgt het daardoor moeilijker om nog waarde toe te voegen. In sommige niches kan dat oude Barco nog een tijdlang doorgaan, in andere moet er een nieuw verhaal komen.
De ommekeer begint met het besef dat Barco niet meer uitsluitend in hoogtechnologische niches speelt, maar ook in het middensegment. En met het vermijden van het perverse effect van de winnaarsmentaliteit bij Barco: nog méér in ontwikkeling investeren voor een nog duurder eindproduct en een nog kleinere nichemarkt.
Van Zele vecht een strijd op vele fronten: hij moet de productie, service en logistiek stroomlijnen om de concurrentie aan te kunnen. Hij moet op korte termijn domeinen zien te betreden waarin Barco meer toegevoegde waarde kan scheppen. En hij moet voldoende cash mobiliseren om op langere termijn te kunnen investeren in onderzoek naar nieuwe technologie.
In het verleden schermde Barco met het argument dat het moest vasthouden aan zijn rol van toeleverancier als het wou blijven rekenen op afzet bij grote systeembouwers. Dat is een doodlopende straat. Concurrentie met eigen afnemers is een normale manier om te groeien. Als je daar niet mee wegkomt, betekent dat vooral dat je voordien ook al inruilbaar was.
De nieuwe koers van Barco werpt dan ook de oude vraag op waarom de medische afdeling van Barco niet nauwer samenwerkt met de medische afdeling van Agfa, zijn Vlaamse buur.
Een andere vraag is of Barco niet opnieuw nood heeft aan een duidelijke referentieaandeelhouder, die de uitbouw van de langetermijnstrategie kan garanderen. Met 77,46 procent van de aandelen bij het publiek is Barco kwetsbaar voor een overnamebod. Gimv, dat met Herman Daems nog altijd de voorzitter van Barco levert en nog altijd de grootste aandeelhouder is (9,33 procent), is de logische kandidaat. (T)
Door Bruno Leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier