ERIC VAN ROMPUYT ANTWOORDT

Vlaanderen heeft alle belang

bij een goed presterende Waalse economie, en daarom is Vlaams minister van Economie Eric Van Rompuy (CVP) blij met het nieuwe beleidsplan van Waals minister-president Robert Collignon (PS). “Over de inhoud hoef ik me eigenlijk niet uit te spreken”, zegt Van Rompuy, “want elk gewest moet een beleid kunnen voeren aangepast aan de eigen behoeften. Precies daarmee waren er in het verleden problemen. Op cruciale momenten verzette het Waals gewest zich tegen onze beleidsvoorstellen, zoals de arbeidskostenverlaging. Daar heeft Wallonië ons de kans niet willen geven onze eigen weg te gaan.”

Collignon geeft nu toe dat de loonkosten voor arbeidsintensieve bedrijven te hoog zijn (zie hoofdtekst). “Op zich vindt Wallonië de verlaging van de arbeidskosten een goed idee”, aldus Van Rompuy. “Maar zij denken steeds dat de Vlamingen een verborgen agenda hebben. Vlaanderen wou de verlaging van loonkosten helpen financieren en dat lijkt in hun ogen de eerste stap tot.”

Collignon pleit voor meer ondernemerschap in Wallonië, maar is tegelijk “fier” dat hij FN te hulp gesneld is. “Wij gebruiken dezelfde woorden, maar de invulling is radicaal anders”, aldus Van Rompuy. “In ’95 besloot ik om geen overheidssteun meer te verlenen aan ondernemingen zonder toekomst. De Waalse politici daarentegen spelen nog altijd te graag zelf ondernemer. Bij het minste probleem in een onderneming jeuken hun handen om tussen te komen.”

Van Rompuy heeft ook zo zijn bedenkingen bij de klacht van Collignon dat de vlucht vooruit van de federale regering het Waals tewerkstellingsbeleid belemmert. “Wallonië blijft bedrijven in moeilijkheden steunen en heeft dan geen middelen meer om de dingen te doen die echt nodig zijn voor de vernieuwing van de economie, zoals ondersteuning van innovatie, permanente vorming, aantrekken van buitenlandse investeerders en zo meer. Waarop dan de Waalse ministers aan de federale regering vragen om op dat vlak toch iets te doen. Ik denk hier aan de voorstellen van federaal minister van Economie Elio di Rupo voor de komende federale ministerraad over het investeringsklimaat. Daarmee komt de federale regering dan volop terecht in maatregelen die Vlaanderen allang genomen heeft. Dat kan echt niet. Zo ontstaan er overlappingen en stijgt de verwarring bij binnen- en buitenlandse investeerders.”

VLAANDEREN REAGEERDE SNELLER.

Collignon zegt dat er in Wallonië altijd een belangrijke secundaire (of industriële) sector zal blijven bestaan. Vlaanderen moet niet onderdoen, volgens Van Rompuy. “Ondanks de achteruitgang van de industrie is Vlaanderen nog steeds meer geïndustrialiseerd dan onze buurlanden. Gelukkig kende onze industrie een vernieuwing, waardoor we nu een aantal kleine en middelgrote ondernemingen hebben die door een nichestrategie erin slaagden goede posities uit te bouwen op de internationale markten. We hebben nog wel enkele grote fabrieken, maar wij zijn veel sneller dan Wallonië kunnen overschakelen op flexibele en moderne kleine productie-eenheden met grote toegevoegde waarde. Ik ben dan ook niet onder de indruk van het argument dat Wallonië het nu slecht doet omwille van de verouderde industrie. Dat probleem is minstens 20 jaar oud. Op die tijd moet je dat toch kunnen veranderen.”

Toch is in Vlaanderen de overstap naar hoogwaardige dienstenactiviteiten volop aan de gang. “De huidige netto aangroei van de tewerkstelling in Vlaanderen is uitsluitend te danken aan het feit dat de verloren jobs in de industrie meer dan gecompenseerd worden door de banencreatie in de diensten.”

Collignon wil de grote ondernemingen vragen om in het buitenland tussenpersoon te spelen voor kleine kmo’s. Zo’n samenwerking ziet Van Rompuy wel zitten. “Dat is net één van de argumenten waarom ik gepleit heb voor de onafhankelijkheid van Tractebel. Dat bedrijf kan in bepaalde markten een steun zijn voor Vlaamse ondernemingen. En met het besluit op de Plato-projecten en de Peterschapsprojecten creëerde ik de mogelijkheid om grote en kleine ondernemingen van elkaar te doen leren.”

JVG

ERIC VAN ROMPUY (CVP) Het probleem van de verouderde Waalse industrie is al 20 jaar oud. Op die tijd moet je dat toch kunnen veranderen ?