‘Er zijn ook federale maatregelen nodig’
Het stond al in de startnota en het staat nu ook zwart op wit in het Vlaamse regeerakkoord: de regering-Jambon wil de werkzaamheidsgraad optrekken naar 80 procent. “Er staan goede voorstellen in het regeerakkoord”, oordeelt de arbeidsmarktspecialist Jan Denys. “Maar de resultaten zullen ook afhangen van het federale beleid.”
De Vlaamse regering zal alles op alles zetten om de werkzaamheidsgraad op te trekken naar 80 procent. Zo zullen we aansluiten bij de top van Europa. We willen de volgende jaren 120.000 Vlamingen extra aan een job helpen. Dat vergt een rist aan activerende maatregelen”, staat te lezen in het Vlaamse regeerakkoord. De vraag rijst of het realistisch is 80 procent van de Vlamingen op arbeidsleeftijd aan het werk te krijgen.
“Toen de Vlaamse werkzaamheidsgraad onlangs de grens van 75 procent overschreed, waren minister-president Geert Bourgeois (N-VA) en minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) euforisch. Terwijl Vlaanderen daarmee gewoon in de middenmoot bleef”, zegt Jan Denys, arbeidsmarktspecialist van Randstad. “Het is goed dat het regeerakkoord het heeft over 80 procent. Aan het einde van de legislatuur kan de regering daarop worden afgerekend.”
Jobbonus
Een van de meeste opvallende maatregelen is de jobbonus. Die stond niet in de startnota van informateur Bart De Wever (N-VA). Hij kwam in het regeerakkoord onder druk van Open Vld. Dankzij de jobbonus zullen de laagste inkomens (tot 1700 euro bruto per maand) jaarlijks netto minstens 600 euro extra ontvangen. Ook brutolonen tot 2500 euro per maand krijgen voor een stuk de nieuwe jobkorting. Het is een belastingverlaging die de Vlaamse regering kan toekennen dankzij haar extra fiscale autonomie. Volgens Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten “geven we jongeren die starten op de arbeidsmarkt en mensen met een laag loon een duw in de rug én maken we werken meer lonend en aantrekkelijker dan niet werken”. De werkgeversorganisaties Unizo en Voka zijn vol lof.
Het is goed dat het regeerakkoord het heeft over 80 procent. Aan het einde van de legislatuur kan de regering daarop worden afgerekend” Jan Denys, Randstad
Jan Denys is eveneens positief: “Elke ingreep die werken aantrekkelijker maakt, is positief. Een koopkrachtversterking die de werkloosheidsval verkleint, sluit daarbij aan. De vraag is natuurlijk of dat de meest effectieve maatregel is. Weegt die op tegen de kostprijs?” De maatregel zou de Vlaamse regering 350 miljoen euro kosten. Nog voor het Vlaamse regeerakkoord bekend was, liet de arbeidseconoom Ive Marx (Universiteit Antwerpen) zich er al kritisch over uit. Hij noemde zo’n belastingverlaging te duur voor het effect dat ze heeft. Ze zou bepaalde groepen er toch niet toe aanzetten een baan te zoeken. Andere ingrepen, zoals vergoedingen voor het woon-werkverkeer of tegemoetkomingen voor kinderopvang, zouden efficiënter zijn. Maar daar speelt het Vlaamse regeerakkoord ook op in: “We voorzien in meer plaatsen en meer flexibele opvanguren in de kinderopvang, zodat beide ouders kunnen werken.”
VDAB moet tandje bijsteken
De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) krijgt een regisseursrol. Na drie maanden moet een werkzoekende een verplichte overeenkomst sluiten over een traject naar werk. “Dat klinkt mooi, maar uit ervaring weet ik dat er altijd een verschil is tussen verklaringen en de uitvoering ervan”, zegt Jan Denys. “De VDAB zal zeggen dat ze meer middelen nodig heeft, terwijl die organisatie toch al goed bediend is. En wat is een arbeidsregisseur? Wat is de rol van de OCMW’s die zich bezighouden met de leefloners die niet in de categorie van werklozen terechtkomen? De VDAB is de regisseur, maar geen actor. We moeten opletten dat daar geen waterhoofd komt.”
De voorbije jaren gaf de VDAB soms een uitgebluste indruk. Zo kreeg een toenemende groep werklozen het etiket ‘niet-toeleidbaar naar de arbeidsmarkt’. Topman Fons Leroy was aan het einde van zijn loopbaan. De voorbije legislatuur klonk in het Vlaams Parlement weinig kritiek op de arbeidsbemiddelingsdienst. Een uitzondering was de CD&V’er Robrecht Bothuyne, die regelmatig vragen stelde over het functioneren van de VDAB. Bij arbeidsmarktkenners is te horen dat de N-VA niet veel kritiek uitte omdat de VDAB onder de voogdij van een eigen minister viel, Philippe Muyters. Met Wim Adriaens, ex-kabinetschef van Muyters, komt nu iemand met een N-VA-stempel aan het roer van de VDAB.
De partijen op federaal niveau op één lijn krijgen, lijkt onbegonnen werk. Voor de socialisten aan beide zijden van de taalgrens is een verstrenging van het systeem van de werkloosheidsuitkeringen taboe.
Gemeenschapsdienst
Een andere opvallende maatregel is de gemeenschapsdienst voor wie twee jaar niet werkt. Daarmee haalt Open Vld een tweede trofee binnen. “Ik ben daar maar een koele minnaar van”, stelt Jan Denys. “Bij de steden en de gemeenten zal er weerstand zijn, want zij moeten het organiseren. Gemeenschapsdienst kan een meerwaarde zijn voor de integratie van kansengroepen op de arbeidsmarkt. Maar het debat over de gemeenschapsdienst zou niet gevoerd zijn als de werkloosheidsuitkeringen beperkt zouden zijn in de tijd. Die maatregel moet de federale regering nemen. Om een werkzaamheidsgraad van 80 procent te halen, is wat nu voorligt onvoldoende. De nieuwe Vlaamse regering moet goed beseffen dat het zal afhangen van wat er federaal gebeurt. We activeren al vijftien jaar op Vlaams niveau en ik hoor nu opnieuw dat men vooral daarop moet inzetten. Het blijft belangrijk, maar het is niet het enige. Kijk naar de dienstencheques. Die sector krijgt laaggeschoolden naar de arbeidsmarkt, maar het aandeel van de buitenlandse poetshulpen blijft groot. Ondanks de activering worden onvoldoende werklozen naar die sector gelokt. Een maatregel zoals beperkte uitkeringen in de tijd is dan wel een deel van de oplossing.”
De partijen op federaal niveau op één lijn krijgen, lijkt onbegonnen werk. Voor de socialisten aan beide zijden van de taalgrens is een verstrenging van het systeem van de werkloosheidsuitkeringen taboe. Meer nog, federaal ligt een maatregel klaar om de Belgische arbeidsmarkt opnieuw wat rigider te maken. Sp.a-Kamerlid Meryame Kitir lanceert een wetsvoorstel om de regels voor uitzendarbeid strenger te maken: drie maanden bij dezelfde werkgever werken zou automatisch moeten resulteren in een contract van onbepaalde duur. Zo kunnen de federale regels een rem zetten op het optrekken van de Vlaamse werkzaamheidsgraad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier