‘Er zijn delen van een beleid, maar er is geen globaal plaatje’

“Energie is het belangrijkste thema van deze eeuw”, zegt Luc Sterckx. Hij blijft de sector volgen, ook al vertrok hij eind maart als CEO van het energiebedrijf SPE/Luminus.

In het zwarte gat is Sterckx niet gevallen na het afscheid van SPE. “Grote groepen hebben hun eigen cultuur, visie en structuur. Ofwel pas je daarin, ofwel niet.”

Zijn analyses brengt hij kalm, beredeneerd. “Het is niet omdat je een eigen mening hebt, dat je die brutaal moet brengen. Ik beschouw mezelf als een vrij dynamische manager, maar ik durf tot in het laatste detail te gaan als dat nodig is. Niet snel tevreden en weinig geduld (lacht). En luisteren is nog altijd niet mijn grootste kwaliteit.”

Op zijn 59ste is Sterckx niet meer uit op een operationele functie. “Ik ben meer dan twintig jaar CEO geweest in energie, scheikunde, milieu. Het is een fascinerende job, maar ze vraagt ongelooflijk veel energie, en meestal kan je niet eens beslissen waar je met je energie naartoe moet. Voor een stuk geef je de vrijheid van agenda op in ruil voor hefbomen om dingen te doen bewegen. Ik zie mijn rol nu meer als begeleider en adviseur van bedrijven.”

Niet dat de agenda van de naar Brasschaat uitgeweken Leuvenaar leeg oogt. Als adept van mens sana in corpore sano loopt hij elke ochtend acht tot tien kilometer. Volgend jaar doen er met zijn 85-jarige vader en zijn zoon drie generaties Sterckx mee aan de 20 kilometer van Brussel. Aan het einde van de dag volgt een blokje zwemmen.

Tussendoor blijven er genoeg afspraken. Sterckx is gasthoogleraar aan de KU Leuven over managementaspecten in de scheikundige industrie. Hij is ook betrokken bij een Europees onderzoeksproject en is bestuurder bij het engineeringbedrijf PDM. Voorts doet hij zijn eerste stappen als businessangel, en is hij erg actief in de corporategovernancevereniging Guberna. “Er is in Vlaanderen en België nog veel nood aan beter bestuur.”

LUC STERCKX. “In elk bedrijf is een van de moeilijkste taken van een CEO de integratie van de aandeelhoudersbelangen. De nieuwe referentieaandeelhouder EDF had andere inzichten over de CEO-rol, gericht op een sterkere integratie in de groep. Dat is allemaal correct afgehandeld. Plezant is het niet, maar het is evenmin een drama. Die dingen gebeuren.

“Ik ben wel trots op het traject. Toen ik er in 2005 begon, waren Luminus en SPE nog twee aparte bedrijven: een verkoopbedrijf van het Britse Centrica en de Limburgse intercommunale Interelectra, en een Belgisch en eerder Waals productiebedrijf met de overheid als aandeelhouder. Die culturen waren water en vuur. We zijn erin geslaagd een team samen te stellen en van 15 miljoen euro nettoverlies te evolueren naar 110 miljoen euro winst vorig jaar.”

De energiesector is nog geen afgesloten hoofdstuk.

STERCKX. “Energie wordt het belangrijkste thema van deze eeuw. Het basisprobleem is de toename van de wereldbevolking die er volgens het Internationaal Energie Agentschap voor zorgt dat we tegen 2030 een kwart meer, en tegen 2050 de helft meer energie verbruiken dan nu. De uitdaging is om aan die stijgende vraag te voldoen, met meer hernieuwbare energie. Die omslag kost naar schatting 10.000 miljard euro en meer. De grote vraag is hoe we dat betaalbaar houden.

“Dit is een transitie die zelden gezien is in de geschiedenis van de mensheid. De politiek is zich hiervan bewust, maar je wordt een beetje droevig als je de resultaten ziet. We zijn nog lang niet waar we moeten zijn.”

Er gaat toch heel wat geld naar hernieuwbare energie.

STERCKX. “Ja, maar wat doen we ermee? Tegen 2020 moet 13,6 procent van de Belgische energie uit hernieuwbare bronnen komen, wat voor de elektriciteitssector neerkomt op zowat 30 procent. In de federale of regionale richtnota’s vind je nergens gedetailleerd hoe we daaraan moeten komen. Vervolgens worden er subsidiesystemen gelanceerd en hopen we dat ‘de markt’ wel zorgt voor die 13,6 procent.

“Daarvoor is dit probleem te complex. Neem de zonnepanelen. Als we daarin investeren, zouden we beter kijken naar de totale maatschappelijke kosten, eerder dan naar de opbrengst voor de individuele producent. De panelen die mensen thuis plaatsen, kosten per kilowattuur een pak meer dan als een bedrijf een paar honderd vierkante meter panelen plaatst. Als je het echt sociaal bekijkt, dan moet de samenleving kiezen voor de hoogste opbrengst tegen de laagste kosten, en dus stoppen met al die kleine installaties.

“Nu zijn er delen van een beleid, maar een globaal plaatje heb ik nog niet gezien. Wat willen we realiseren, tegen wanneer? Want er is nu al een tekort aan productiecapaciteit.”

U gelooft niet dat we volledig op hernieuwbare energie kunnen overschakelen.

STERCKX. “Technisch is dat perfect mogelijk, maar het kost gigantisch veel. Je moet bij wijze van spreken het land vol zetten met windmolens en zonnepanelen. Mensen willen wel groen zijn, maar in de eerste plaats willen ze elektriciteit als ze de lichtknop aanzetten. En trouwens, wind en zon werken niet zonder back-up, maar dat wordt zelden in de prijs meegerekend.

“Elk type van elektriciteitspro-ductie heeft voor- en nadelen. Sommigen pleiten voor steenkoolcentrales, met CCS ( carbon capture & storage, de opslag van CO2 in de grond). Maar dat is ook niet zonder gevaar. CO2 is zwaarder dan lucht. Wat als er een hoeveelheid ontsnapt uit de ondergrond? Er is duidelijk nood aan meer wetenschappelijk onderzoek.

“Ik geloof niet in slogans voor of tegen. We hebben een mix van technologieën nodig. Je komt altijd terug bij de basics. Energie moet veilig zijn, betrouwbaar, duurzaam en zo goedkoop mogelijk. Want de prijs van energie zal stijgen.”

Is er ook een probleem met de mislukte liberalisering?

STERCKX. “Europa wilde de vrije markt. Nu wordt gezegd dat ze niet werkt. Maar dat wil ik nuanceren. Ze werkt wel. Er wordt nog altijd elektriciteit geproduceerd en die komt nog altijd waar die wordt gevraagd. Maar ze heeft niet geleid tot de verhoopte kostenverlaging.

“Fundamenteel zie ik geen reden waarom een vrije markt niet zou werken, maar liberaliseren is zeker niet zo simpel als eerst werd gedacht. Aan de verkoopkant loopt de marktwerking relatief goed, maar aan de productiekant zijn er problemen. Er is onvoldoende productiecapaciteit en geen level playing field. Eigenlijk zou de grootste speler maar 35 procent van de markt mogen hebben. Al doe ik niet mee aan het Electrabel- bashen. Dat bedrijf is zeker niet verantwoordelijk voor alles wat misloopt.

“De marktregulering in België is bovendien zeer complex. We hebben vier regulatoren, dat is van het goede te veel. Het zijn zeer plichtsbewuste mensen, waar soms mirakels van worden verwacht, zonder hen de statuten of de mankracht te geven om die waar te maken. Het is niet omdat er een regulator is, dat de prijzen zakken.”

U bent twintig jaar CEO geweest. Wat zijn de verschillen tussen toen en nu?

STERCKX. “Toen wij begonnen, was er een positieve onderstroom. De vraag wat we zouden doen als iets tegenviel, werd amper gesteld. Wij vlogen erin. Na de crisis van 2008-’09 is dat bijna volledig omgekeerd. Nu moet je voor je aan een project begint vooral prognoses maken over alles wat fout kan gaan. We hebben geleerd voorzichtiger te zijn, maar je moet ook plaats kunnen laten voor positief enthousiasme. In West-Europa hebben we te veel last van negatieve denkpatronen. Het glas is halfvol of halfleeg. Dat is een element van dynamiek: wil je het vullen of niet?

“Ik ben van 1952, de Tweede Wereldoorlog was toen nog niet uit de geesten. De mensen wisten wat het was om niets te hebben. Met de paplepel is me ingegoten dat we moesten werken om er te komen. Er was ook die positieve spirit van we can do it, in de wetenschap dat het niet vanzelf gaat. Die drive vind je vandaag veel meer in Azië dan bij ons. De jongere generaties hier hechten veel meer belang aan het leven buiten het werk. Ik weet niet wat beter is. Soms ben ik bezorgd omdat iedereen ervan uit lijkt te gaan dat alles automatisch gebeurt. Energie, water, grondstoffen, daarover zal strijd worden gevoerd, hopelijk niet met wapens. Maar het zal inzet vergen.”

Nooit zin gehad in een eigen bedrijf? Bij Oleon had u zichzelf ingekocht in het kapitaal.

STERCKX. “Voor mij is er niet noodzakelijk een verschil tussen ondernemen met je eigen geld of dat van iemand anders. Dat is voor mij nooit het belangrijkste geweest. Ik heb een aantal keer overwogen om zelf eigenaar te worden, maar uiteindelijk heb ik altijd hele mooie aanbiedingen gehad. Het gaat om de instelling, de motivatie. Ik heb me altijd als een ondernemer beschouwd, iemand die zorgt dat het vooruit en beter gaat.

“Je moet zelf je leven maken. Mijn vader was ambtenaar, mijn moeder huisvrouw, dus ik was niet voorbestemd om in het bedrijfsleven te komen. Ik heb gedoctoreerd in toegepaste wetenschappen, in volle crisis tussen de twee olieschokken. Nu heeft bijna elke ingenieur een job voor hij is afgestudeerd. Ik was de primus van mijn jaar, maar toen waren er geen twee die al werk hadden. Dus ben ik assistent geworden en deed tussendoor mijn legerdienst. Maar het was mijn roeping niet, het ging me niet snel genoeg.”

Zet u uw kinderen op weg naar het bedrijfsleven?

STERCKX. “Als ouder heb je een heel belangrijke rol, maar niet financieel. Waarden bijbrengen, hen tonen wat waardevol is in het leven en wat niet, opleiding, dat is veel fundamenteler dan hen een zak euro’s meegeven met de opdracht: ‘doe er maar iets mee’. Mijn vrouw is psychologe, die heeft zich altijd meer met de opvoeding beziggehouden. Ik denk dat ik er was op de belangrijke momenten, al mis je natuurlijk wel wat. Nu hou ik me meer bezig met de kleinkinderen.” (glimlacht)

Wat doet u bij Guberna?

STERCKX. “Ik schrijf mee aan een toolkit voor bestuurders. Er is een kans om beter te besturen, te coachen, te helpen, raad te geven. Ik ben een van de mentors voor vrouwelijke bestuurders. Voorstander van verplichte quota ben ik niet. Bij SPE/Luminus had ik een managementcomité van negen mensen, twee waren er al voor ik arriveerde. Ik heb voor die andere functies naar vrouwen gezocht, maar het is nooit gelukt. Het is soms willen en niet kunnen.”

Waar hebt u spijt van?

STERCKX. “Misschien dat ik geen echt internationale carrière heb uitgebouwd. Ik ben vlot viertalig, heb gewerkt in Duitsland en de Verenigde Staten. De kansen waren er: Exxon had al een carrièrepad uitgestippeld waarbij ik op mijn 60ste wereldwijde vicepresident zou zijn. Maar dat zag ik niet zitten en ik ben naar Indaver getrokken, al waren er veel die mij gek verklaarden.

“Professioneel blijf ik het jammer vinden dat de fusie van SPE en Distrigas nooit heeft plaatsgevonden. Ik heb er samen met Daniël Termont hard aan gewerkt. Het was de laatste kans om een Belgisch energiebedrijf te hebben van enige omvang. De beslissingscentra van PetroFina, Tractebel/Electrabel, en SPE/Luminus liggen nu in het buitenland. Een verankeringsfetisjist ben ik niet, maar het maakt een verschil waar het beslissingscentrum zit, daar moeten we niet naïef in zijn. In Frankrijk hebben de politici daarvan de draagwijdte ingezien, hier is een andere keuze gemaakt.

“De bottomline is dat het hier niet zo slecht gaat. Voor het grootste deel zijn we gelukkig, maar we mogen ook niet overoptimistisch zijn. Energie, en welke energie, wordt een fundamentele keuze, en de beslissingen die nu worden genomen, hebben een geweldig hefboomeffect in goede of slechte richting. Ik begrijp echt niet hoe de regeringsonderhandelaars het in hun hoofd halen om nog eens de belastingen te verhogen.”

LUC HUYSMANS, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN

“De marktregulering in België is zeer complex. We hebben vier regulatoren, dat is te veel”

“Ik blijf het jammer vinden dat de fusie van SPE en Distrigas nooit plaatsvond”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content