Er valt niets meer te stelen
Ondanks al zijn tekortkomingen is het toch ironisch dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ervan beschuldigd wordt in een samenzwering te zitten die geld witwast voor de Russische maffia. Het IMF, de Amerikaanse minister van Financiën Lawrence Summers en vice-president Al Gore werden allemaal over dezelfde kam geschoren. Ze hebben het verknoeid, ze hebben Rusland verloren en ze schoten waarschijnlijk in hun verantwoordelijkheden tekort door fondsen in Rusland te pompen die binnen de kortste keren opnieuw opdoken in witwasserijen in New York en Zwitserland.
Voor de Republikeinen, die in de huidige boomeconomie nauwelijks kwesties aan te kaarten hebben, is dat een buitenkansje om toch eens ‘schande’ te kunnen roepen, met modder te smijten en te hopen dat er wat van blijft kleven. Het is echter een volkomen zinloze discussie. Er zijn weliswaar ernstige problemen met Rusland en het IMF, maar die hebben helemaal niets te zien met het witwassen van geld.
Maar laten we eventjes naar die witwaskwestie kijken. De Russische centrale bank heeft reserves, die het van het IMF geleend had, verkocht op de open markt. Er bestaat geen twijfel over dat de maffia tot de kopers behoorde. Die heeft immers tijdens het grootste deel van het voorbije decennium dollars gekocht en kapitaal uit Rusland uitgevoerd.
In zekere zin is het waar dat het geld van het IMF de kapitaalvlucht van de boosdoeners gefinancierd heeft. Maar het is niet helemaal waar in letterlijke zin: de dollars van de centrale bank waren ook afkomstig van handelsoverschotten, de aanvoer van directe investeringen en de aankoop van waardepapieren door buitenlanders. Precies welk dollarbiljet in de handen van gangsters terechtkwam, kan niemand zeggen. Dat is overigens ook niet interessant.
Welke alternatieven waren er om te vermijden dat die kapitaalvlucht zou plaatsvinden? Het IMF had kunnen aandringen op rigoureuze controles op de kapitaalstromen. Dergelijke regimes bestaan, maar ze lopen allemaal mank omdat ze kunnen, en zullen, omzeild worden met corruptie. En de vrijmarkters zouden dan inderdaad al snel tot het besluit gekomen zijn dat het IMF een systeem steunde dat in het voordeel speelde van de maffia, met haar minachting voor de wet en haar gebrek aan terughoudendheid als het er op aankomt de weg naar de kassa te vinden.
Een andere mogelijkheid ware geweest dat het IMF geweigerd zou hebben geld te lenen aan Rusland. Het resultaat zou dan geweest zijn dat de Russische centrale bank gedwongen werd de interestvoeten te laten stijgen tot een niveau waarop de munt gestabiliseerd werd. Zonder de verkoop van dollars door de centrale bank zou de munt gedeprecieerd zijn tot het punt waarop de handelsoverschotten, veroorzaakt door het lage loonniveau, de dollars binnenbrachten die nodig waren om de kapitaalvlucht te financieren. Er zou minder politieke stabiliteit zijn, minder economische stabiliteit, meer mogelijkheden voor de maffia en een grotere aansporing om geld het land uit te brengen.
Met of zonder het IMF, er zou altijd kapitaalvlucht geweest zijn. De aantijging van het witwassen van geld houdt geen steek, niet in letterlijke en zelfs niet in figuurlijke zin.
Fouten.
De interessante vragen zijn: waar liep het IMF verkeerd en wat moet het doen om de situatie recht te trekken?
Het IMF maakte zijn eerste grote fout toen het er niet in slaagde om de hervormers van het begin van de jaren negentig te steunen met iets zoals een Marshallplan. Indien die hervormers erin geslaagd waren hyperinflatie te voorkomen en iets hadden kunnen voortbrengen dat in de verste verte geleek op ruim verspreide welvaart, dan had de markteconomie een andere richting kunnen uitgaan. In plaats van massale armoede, gebrek en een obscene oligarchie, zou een billijker economische vooruitgang sterk centrumgerichte democratische partijen voortgebracht hebben, net als in Oost-Europa.
Maar omdat er geen dergelijk Marshallplan kwam, ziet Rusland er op dit ogenblik eerder uit als Duitsland na het Verdrag van Versailles. De schuld voor die historische misstap in de schoenen schuiven van het IMF is naast de kwestie. Het waren de VS die een gebrek aan visie vertoonden, evenals hun partners in Europa trouwens. Het was te makkelijk om aan te nemen dat de overgang naar een markteconomie het probleem vanzelf zou oplossen. Het was te makkelijk om aan te voeren dat met geld smijten naar het probleem het risico op een uitstel van de hervormingen met zich zou brengen.
Het ligt inderdaad niet voor de hand dat een grootscheepse steuncampagne in Rusland tot een ander resultaat zou geleid hebben. Maar, achteraf bekeken, staat het buiten kijf dat het een grote vergissing was om het niet te proberen. Nu zijn de hervormers verdwenen en is hun zaak in diskrediet gebracht.
Een tweede cruciaal moment viel twee jaar geleden toen Rusland zijn inflatie onder controle had maar niet zijn begrotingstekorten. In plaats van geld bij te drukken, begon de regering in binnen- en buitenland te lenen. Het IMF speelde daarbij een sleutelrol. Tegen die tijd was Rusland te groot geworden om te mislukken. Er werd een kaartenhuisje opgetrokken en het IMF deed zijn best om een paar extra verdiepingen bij te bouwen. Op een ogenblik dat een munthervorming en een schuldenherschikking de instorting van vorig jaar hadden kunnen voorkomen, bleef het IMF geloven dat weer maar eens een nieuwe Doema-zitting plots uitzonderlijke maatregelen zou goedkeuren om de stabilisering te steunen. De klachten van “hadden we maar”, die we tegenwoordig alom horen, vormen slechts een povere rationalisering voor een diepgaand gebrek aan inzicht in Rusland. Het mangelde het IMF gewoon aan moed. Het was te naïef.
We zijn nu op een punt aangeland waar Rusland niet meer vooruitgaat maar ook niet instort. Rusland en het IMF hebben een nieuwe overeenkomst bereikt: er werd een nieuwe lening toegestaan om Rusland in staat te stellen zijn vroegere verplichtingen ten overstaan van het IMF na te komen. Dat maakt geld vrij om de Russische eurobonds te honoreren, die naar alle waarschijnlijkheid tegen bodemprijzen opgekocht werden door Russische oligarchen.
Anders Aslund, een scherp observator van de Russische scene, stelt vast dat het wel een heel speciale periode is voor het land: de staat is zo bankroet dat er niets meer te stelen valt. Rusland is dan misschien ook klaar voor een verandering. Maar in welke richting?
Er zijn twee mogelijkheden: ofwel wordt Rusland, zoals Duitsland in de jaren twintig, gemobiliseerd door steeds autocratischer regeringen, of het slaat de weg in naar hervormingen, gewoon om de pijn van stagnatie en armoede te verzachten.
Indien die laatste koers een kans gegeven wordt, moet het Westen de volgende president van Rusland vastberaden ondersteunen met een zeer breed en uitgebreid financieel programma. Die steun moet onvoorwaardelijk zijn en zich verre houden van het centenklievende IMF. Rusland zou nu toch moeten weten wat er dient te gebeuren. Een brede financiële steun zal het ook politiek mogelijk maken om de klus te klaren.
Rusland en het Westen zijn in eerste instantie mislukt, maar ze krijgen allicht een tweede kans. Het zou dwaas zijn om die te verkwanselen.
rudiger dornbusch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier