Er is leven na de val
De grote bedrijven die in 2020 van hun voetstuk vielen, kunnen volgend jaar overeind krabbelen.
Een van de gevolgen van de pandemie is dat de meest obscure delen van de bedrijfsobligatiemarkt een stuk chiquer zijn geworden. De terminologie klinkt al lang minder hard: vroeger heette dat soort obligaties ‘rommel’, nu krijgen ze een rating als ‘hoog rendement’ of ‘speculatief’. Het gaat ook om heel andere bedrijven. Onder meer Renault, Kraft Heinz en Marks & Spencer verloren het voorbije jaar hun hoge status.
Tegen het einde van het derde kwartaal hadden bedrijven voor ongeveer 1,25 biljoen dollar investeringswaardige obligaties uitgegeven. De bedrijven hebben bovendien hun bankkredietlijnen tot het uiterste uitgeput. De schuld van de Amerikaanse bedrijfswereld steeg tijdens de eerste helft van 2020 van 75 tot 90 procent van het bbp.
Lessen trekken
De enorme stijging van de schuldenhefboom in combinatie met onzekere perspectieven vergroot de kans dat de schulden niet volledig of op tijd terugbetaald worden. De wanbetalingen van obligaties zijn al scherp toegenomen. In 2021 volgen er nog meer.
Hoe erg het wordt, hangt af van de strijd tussen een aantal tegengestelde krachten. Het coronavirus is er een van. Bijna niemand verwacht dat de economie tegen eind 2021 volledig hersteld zal zijn. In oktober voorspelde het Internationaal Monetair Fonds dat het Amerikaanse bbp pas in 2022 zal terugkeren naar zijn niveau van 2019. In Europa is het nu al duidelijk dat de heropleving van de activiteit na de recessie in maart en april alweer vaart verliest doordat de infecties weer oplaaien.
Er zijn echter ook krachtige invloeden die in de andere richting werken. Neem het fiscale beleid. Deeltijdse en technische werkloosheid en andere steunprogramma’s hebben veel bedrijven geholpen om het hoofd boven water te houden. Een grote zorg is dat de overheid die stimulans te abrupt weer intrekt, zoals in Europa gebeurde na de financiële crisis van 2007-2009. Daar zijn echter lessen uit getrokken. Een bemoedigend teken is de oprichting van een herstelfonds in de eurozone. De eerste aanwijzingen uit Frankrijk, Duitsland en Italië suggereren dat het fiscale beleid in 2021 in grote lijnen ondersteunend zal blijven.
Bloed van de economie
Een tweede factor is de liquiditeit van de obligatiemarkt. De explosie van uitgiften in de loop van 2020 kwam voor een groot deel door de Amerikaanse centrale bank. Die zei in maart dat ze klaarstond om bedrijfsobligaties op te kopen. En de markten ontdooiden. Grote ondernemingen zouden veel geld kunnen ophalen om de moeilijke periode te overbruggen. Beleggers zullen ook nieuwe bedrijfsobligaties kopen en oude doorsluizen, al was het maar omdat er geen goede alternatieven bestaan.
Krediet is het bloed van de economie. Zolang bedrijven geld kunnen lenen, kunnen ze overleven. Daarom zet de markt voor bedrijfsobligaties ook de toon voor meer riskante activa, zoals aandelen. Door het zwakke herstel en de hoge schuldenlast zullen veel bedrijven leningen niet kunnen terugbetalen. Maar goedkoop geld en fiscale ondersteuning zullen veel grote ondernemingen die anders over de kop zouden gaan, toch in leven houden. Er zullen minder wanbetalingen zijn dan in de lente van 2020 werd gedacht. De gevallen engelen zullen niet nog meer onteerd worden. Sommigen zullen in 2021 misschien zelfs verlossing vinden.
De auteur is Buttonwood-columnist van The Economist
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier