Enthousiasme is de remedie
“Kan het ook bij ons?” vragen velen zich af sinds de bestorming van het Capitool in Washington. Ja, dat kan. Misschien niet gehuld in berenvellen, maar het kan. En dat is niet alleen de schuld van de populisten en de sociale media, zoals sommige politici graag suggereren. Eerst een paar feiten. Sinds de zwarte zondag van 1991 – dat is dertig jaar geleden – is de traditionele politiek een deel van de bevolking kwijtgeraakt. Bij de jongste verkiezingen haalden Vlaams Belang en PVDA samen meer dan 23 procent van de stemmen voor het Vlaams Parlement. Het aantal niet uitgebrachte, blanco of ongeldige stemmen bedroeg 12 procent van het aantal stemgerechtigden. Samen zijn dat dik anderhalf miljoen mensen op 4,8 miljoen potentiële Vlaamse kiezers. Alleen Bart De Wever, op het hoogtepunt van zijn populariteit, kon met de N-VA ooit een deel van de misnoegden terughalen. Niet dat hij daar veel applaus voor kreeg, al helemaal niet over de taalgrens. Daar heet de lokale variant van het populisme PTB en vind je extreemlinks gedachtegoed ook in de programma’s van PS en Ecolo.
De algoritmes aanpakken, is een zwaktebod. De afhakers haal je er niet mee terug.
Allemaal de schuld van Facebook en Twitter? Vergeet dat maar. De polarisering bestaat al veel langer en zit veel dieper. Het politieke bedrijf is niet alleen in de Verenigde Staten ruw geworden. Ook in Europa zijn het de ‘goeien’ tegen de ‘slechten’. De ‘moreel superieuren’ tegen de ‘achterblijvers’. De ‘haves’ tegen de ‘havenots’. Gele hesjes, brexit, het succes van extreme partijen, het onbegrip tussen de oude en de nieuwe lidstaten in de Europese Unie. Allemaal zijn het symptomen van een diepe verdeeldheid. In eigen land komt de Belgische constructiefout daarbovenop. Na moeizame formaties krijgen we of een centrumlinkse regering waar de meeste Vlamingen niet voor gestemd hebben, of een centrumrechtse waar de meeste Walen niet voor gestemd hebben.
Er komen gouden tijden aan voor de populisten. In heel Europa klinkt oorverdovende kritiek op de aanpak van de coronacrisis. Straks komt de afrekening van de crisis daarbovenop. Wat doe je met de laaggeschoolden die hun baan dreigen te verliezen? Met de middenklasse, die de belastingdruk nog maar eens zal zien stijgen? Met de kleine spaarder, die veel banger moet zijn voor inflatie dan de grote vermogens? Straks begint het klimaat ook geld te kosten. En de migratieproblematiek is niet verdwenen. Voor de populisten die graag op primaire gevoelens inspelen, is dat een speeltuin. En inderdaad, de sociale media zetten daar een vliegwiel op. Mensen krijgen vaak ‘meer van hetzelfde’ en dat verengt het blikveld. Maar de sociale media verruimen ook. #MeToo zonder sociale media? Ik dacht het niet… Black Lives Matter zonder sociale media? Ik dacht het niet… De algoritmes aanpakken, is een zwaktebod. De afhakers haal je er niet mee terug.
Toch is er een remedie. De wereld snakt naar een nieuw verhaal dat mensen enthousiast kan maken. Vreemd genoeg kan dat wel eens schuilen in de nieuwe manier van leven, werken en consumeren, die in 2020 iets tastbaarder is geworden. Wat meer op mensenmaat. Wat minder verstikkend, vervuilend en meedogenloos. Eigenlijk kun je daar moeilijk tegen zijn, maar veel zal van de toon afhangen. Als we weer gaan polariseren en elkaar bang maken, is het een maat voor niets. Maak van vleeseters geen klimaatterroristen. Leer hen te koken met groenten. Maak van dieselrijders geen luchtvervuilers. Zorg ervoor dat ze een schonere auto kunnen kopen. Maak samenlevingsproblemen bespreekbaar. Investeer in de groeisectoren, vertel waarom je dat doet en zorg ervoor dat mensen daarin kunnen meegaan. Misschien is daar een nieuw soort leiderschap voor nodig. Jonger, frisser en meer empathisch, maar vooral optimistisch en ambitieus. Daarin kunnen ook de sociale media een rol spelen. Er beweegt echt wel iets in onze maatschappij. Bij veel jongeren, in veel bedrijven en zelfs bij sommige drukkingsgroepen verandert de toon. We hebben de keuze: verzoenen of de loopgraven in.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier