Energie zonder grenzen
De koudegolf die Europa begin februari deed rillen, toonde nog maar eens het belang aan van de internationale integratie van de elektriciteits- en gasnetwerken. Dat proces werd al in de jaren zestig in gang gezet, maar is nog verre van afgerond.
In januari schroefde de Russische energiereus Gazprom de gasleveringen aan de Europese Unie terug omdat de Russische vraag averechts met de temperatuurcurve evolueerde. De daling bedroeg tot 30 procent en trof negen Europese landen, waaronder Duitsland en Italië, zonder evenwel een noodtoestand te creëren. Frankrijk, een traditionele exporteur van elektriciteit, maakte historisch hoge verbruikspieken mee, waardoor RTE, het filiaal van EDF dat de hoogspanningsleidingen beheert, gedwongen werd om per dag tot 9600 MW te importeren. Dat is meer dan drie keer het vermogen van de kerncentrale van Doel.
Bij ons leidde een en ander niet tot verrassingen: België is namelijk zo goed als altijd een invoerder van elektriciteit. Elia rapporteert dat in 2010 in België 86,6 TWh verbruikt werd, waarvan 0,55 TWh afkomstig uit import. “In tegenstelling tot Frankrijk heeft België niet echt een elektriciteitscultuur”, benadrukt Axelle Pollet, woordvoerster van de beheerder van het hoogspanningsnet. “Verwarmen doen we in de eerste plaats met gas en stookolie, elektriciteit dient enkel als aanvulling.”
Records bij Fluxys
Dan waren voor Fluxys de voorbije maanden veel meer bewogen. De records volgden elkaar op. Op 2 februari werd het historisch plafond van het verbruik van aardgas doorbroken en dat gebeurde nog een keer ‘s anderendaags en vervolgens op dinsdag 7 februari nog eens (1180 GWh). Dat kwam uiteraard door de koudegolf, maar ook door de zowat 60.000 nieuwe aansluitingen die gemiddeld jaarlijks op het Belgische gasnetwerk geregistreerd worden. “Het netwerk kende geenszins capaciteitsproblemen”, verzekert ons Bérénice Crabs, de verantwoordelijke voor de communicatie van de beheerder van het gastransportnet. Over de weerslag op hun energiefactuur hoeven de Belgen zich evenmin zorgen te maken. De koude kostte de gezinnen die zich met gas verwarmen dan wel 40 tot 50 euro, maar tevoren hadden zij al 100 euro bespaard dankzij de ongewoon zachte temperaturen die de weken voordien heersten.
De koudegolf heeft weliswaar niet tot een echte crisis geleid, maar ze wijst wel op de noodzaak van een betere integratie van de transportnetwerken in Europa. Dat is trouwens een van de belangrijkste uitdagingen waarvoor de sector staat. “Het onderwerp is erg actueel”, bevestigt Pierre Lorquet, vicevoorzitter van Capgemini en specialist van de sector. “De bevoorradingszekerheid wordt almaar precairder. Met een echt geïntegreerd Europees netwerk kan dat allemaal veel gemakkelijker.”
België transitland
België is allerminst een Gallisch dorp dat voor zijn energie helemaal geïsoleerd is: het land is verbonden met alle buurlanden (zie kaart). Dat is al decennia zo, ook al volgden gas en elektriciteit daarbij aparte wegen. Daarvoor is er een goede reden: in tegenstelling tot Nederland heeft België nooit de minste gasmolecule in zijn ondergrond gevonden. Toen het aardgasnetwerk in de jaren zestig ontwikkeld werd, was het onmiddellijk bedoeld voor zowel internationale transit als voor binnenlands verbruik.
De eigen markt verbruikt jaarlijks 19 miljard kubieke meter, maar de op lange termijn gereserveerde capaciteit bedraagt 95 miljard kubieke meter per jaar of zowat het totale verbruik van Groot-Brittannië of Duitsland.
“België is altijd een transitland geweest”, zegt Bérénice Crabs. “Dat speelt trouwens in zijn voordeel. Het beschikt niet over eigen bronnen en vormt een kleine markt, die minder interessant zou zijn voor de grote producenten als ze helemaal geïsoleerd was.”
Het al uiterst dichte netwerk verhindert niet dat Fluxys nog enkele grote investeringsprojecten in de pijplijn heeft. Zo bijvoorbeeld de grote methaanterminal in Duinkerken, die een capaciteit zal hebben van 13 miljard kubieke meter. “Die terminal is te groot voor de Franse markt alleen”, zegt Rudy Van Beurden, international business manager van Fluxys. “We hebben daarin een participatie van 25 procent en we zitten nu in de procedure om de terminal te koppelen aan het Belgische net.”
De leiding zal vanuit Duinkerken België binnenkomen in Alveringem en in Maldegem aangekoppeld worden op het Belgische netwerk. “Dat zal het volume gas verhogen dat op de markt van Zeebrugge beschikbaar is en tegelijk ook het aantal verbindingen met de Franse markt. Zodoende kan België zich opstellen als een toegangspunt naar Duitsland, dat over geen methaanterminal beschikt, en naar de landen van Oost-Europa die lng wensen in te voeren.”
Het andere grote project waar Fluxys mee bezig is, is de pijpleiding Nord Stream, die over de bodem van de Baltische Zee loopt en door Rusland werd aangelegd, omdat het sommige transitlanden – met Oekraïne op kop – wil vermijden. Een eerste buis werd eind 2011 gelegd, een tweede is in aanbouw. Bedoeling is om het noorden van Europa rechtstreeks te bevoorraden. Op die pijpleiding zijn twee projecten geënt: Opal, een leiding die via Tsjechië naar Zuid-Duitsland gaat en Nel, dat gebruikmaakt van het Duitse netwerk om Nederland te bereiken. De operatie-Nel kost meer dan een miljard euro en wordt voor 19 procent gedragen door Fluxys. De werkzaamheden zijn aan de gang.
Het atoom opent de grenzen
Voor elektriciteit verloopt het verhaal als het ware in omgekeerde richting. “De elektriciteitsnetten hebben zich ontwikkeld vanuit de nationale markten”, duidt Pierre Lorquet. De logica is vrij simpel, omdat ze verankerd zat in een markt die toen volledig geïntegreerd was: naargelang de behoeften legde de ‘nationale’ producent een verbinding aan tussen de productie-eenheid en het distributienet om zo de energie te brengen naar waar er vraag was.
Het was uiteindelijk het atoom dat de grenzen openbrak. “Toen in de jaren zeventig de kernenergie en de hoogspanningsleidingen van 380 kV opdoken, kwamen ook koppelingen van elektriciteitsnetten tot stand”, merkt Pollet op. “De verhoging van de capaciteit ging bovendien gepaard met de ontwikkeling van wederzijdse bijstand tussen landen.” De internationale elektriciteitskoppelingen ontwikkelden zich echter trager dan hun gastegenhangers. Op dit ogenblik is België rechtstreeks verbonden met Frankrijk en Nederland, maar nog niet met Luxemburg of Duitsland. In 2010 bedroeg de uitwisseling van elektriciteit met de buurlanden 24,24 TWh.
Ook Elia heeft projecten in de lade liggen. Zo wordt de landlijn versterkt die van Zomergem en Eeklo naar de kust loopt. In 2014 moet die operationeel worden. De codenaam voor het project is Stevin en het gaat om een investering van 230 miljoen euro. “Die versterking is noodzakelijk om de toekomstige productie van het windmolenpark op zee, dat meer dan 2000 MW zal voortbrengen, op te vangen.” Op het eerste gezicht opent Stevin geen nieuwe grenzen. Maar dat is slechts schijn. Want op termijn kan het gekoppeld worden aan supergridprojecten, uitgestrekte netwerken van windmolenparken die voor onze kusten zullen verschijnen. “Ons 50-Hertzfiliaal heeft al ervaring met dat soort platforms”, zegt men bij Elia.
En er zijn nog nieuwe verbindingen op til: dankzij Nemo, een joint venture van Elia en de National Grid, gaat het ook richting Groot-Brittannië. De geplande onderzeese kabel heeft aan de andere kant van het Kanaal al zijn eerste vergunningen te pakken. In België is zijn lot verbonden met dat van Stevin. Voor de ingebruikneming wordt gemikt op 2016-2017. En dan is er nog Allegro, zowat de missing link in het Europese netwerk: een rechtstreekse verbinding tussen België en Duitsland. Die continue kabel van een honderdtal kilometer zal vanaf 2017 of 2018 Lixhe (regio Luik) verbinden met Oberzier (Aken). “Allegro zal onze markt meer openbreken en bijdragen tot de versterking van onze bevoorradingszekerheid”, zegt Axelle Pollet. “Een en ander zal ook een betere integratie van hernieuwbare energie mogelijk maken. In die regio lopen heel wat wind- en biomassaprojecten en het is een goede zaak dat die productie ook zal kunnen ‘afgevoerd’ worden.”
BENOÎT MATHIEU
“De koudegolf heeft weliswaar niet tot een echte crisis geleid, maar ze wijst wel op de noodzaak voor een betere integratie van de transportnetwerken in Europa”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier