En wat verdien ik eraan?

Wat is globalisering? Vraag het aan een betoger tijdens de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds deze week en hij zal sneren: “Nike in Indonesië, Shell in Nigeria, Ikea in de Filippijnen.” Vraag het aan John Micklethwait en hij zal zeggen: “Een democratisch proces dat door individuele keuzen wordt aangewakkerd.”

Londen (Verenigd Koninkrijk).

J ohn Micklethwait slurpt cappuccino bij een latino in een trendy straat van Londen. Micklethwaits cappuccino wordt omringd door de globalisering: Japanse winkels, etalages met wandelstokken en bolhoeden, een wereldboekhandel met vijf verdiepingen, een Koreaans restaurant, een agentschap van American Express, een 4×4 van Mitsubishi voor de deur. Hij is amused: “De meerderheid van de burgers is niet tegen de globalisering. Tegenstanders zoals de Franse politici, de niet-gouvernementele organisaties en de Hollywood-vedetten vormen slechts een deeltje, weliswaar luidruchtig, van de publieke opinie. Bij ondernemers zie ik wel een te groot en naiëf vertrouwen in het globaliseringsproces.”

Micklethwait is een koele journalist van het koelste economische magazine, The Economist, en schreef met collega Adrian Wooldridge, een correspondent in de Verenigde Staten, een optimistisch boek over de globalisering. De auteurs versterken de traditie van The Economist. Het weekblad ontstond in 1843 als opiniemaker tegen de Corn Laws, een protectionistische bescherming van de Britse boeren. De Corn Laws werden afgeschaft en de economie begon aan haar opmars.

In de voorspoedige jaren voor de Eerste Wereldoorlog schreef Norman Angell het invloedrijke boek The Great Illusion (1911). Daarin argumenteerde hij, zoals sommige commentatoren vandaag over de globalisering, dat een grote oorlog voortaan onmogelijk zou zijn. De wereld was eenvoudigweg te onderling afhankelijk geworden.

Aan het einde van de negentiende eeuw was de globalisering inderdaad een feit, zegt Micklethwait. Toch stak een tegenbeweging de kop op en verzeilden we in oorlog, gesloten markten en een depressie. “Je moet vandaag de moed en het gezond verstand hebben om de grote verdiensten van de globalisering te tonen. Er zijn meer winnaars dan verliezers, de voordelen zijn gespreider dan de nadelen en daarom maken de benadeelden makkelijker een vuist.”

In 1960 bedroeg de gemiddelde wedde in de ontwikkelingslanden 10% van het gemiddelde industriële loon in de Verenigde Staten. Vandaag komt die verhouding op 30%. De cijfers van de Wereldbank tonen aan dat het aantal armen in de wereld vermindert, hoewel traag. Het grootste probleem is niet de globalisering, maar de afwezigheid van de globalisering in de arme landen, zodat zij minder of niet genieten van de groeikracht van deze omwenteling.

Tv-documentaires zijn

altijd tegen de globalisering. Neem nu de rapporten over Shell in Nigeria en Thailand. Waarom tonen zij niet ook de gunstige effecten van de investeringen van de oliereus in die landen? Meer kapitaal betekent vandaag een betere organisatie, hogere lonen, meer managementtalent. De nieuwe fabriek van General Motors in Brazilië is een voorbeeld voor de industrielanden. En kijk eens naar de eerste Nigeriaanse investeringsbanken.

A Future Perfect: The Challenge and Hidden Promise of Globalisation is een succes. Waarom? “Weinigen willen de globalisering op een brede manier bekijken. Wij doen dat wel. Economen piekeren over de kapitaalbewegingen, maar verwaarlozen de sociale en culturele breuken door de globalisering. Gauchisten hebben ondergangsvisioenen van een dolgedraaid kapitalisme. Cyberprofeten dromen van utopische werelden verbonden door web en net. De ondernemers kennen de kern van de problemen beter dan gelijk wie, maar zijn te veel opgeslorpt door hun streven naar rentabiliteit om het algemene beeld te zien,” antwoordt Micklethwait.

De Britse journalist gelooft niet in de term oneerlijke handel: “De Franse satirist Frédéric Bastiat argumenteerde ooit dat de zon een zeer onrechtvaardig concurrentievoordeel bezit tegenover de kaars, dus de beste manier om de job van de kaarsenmakers te redden is dat de staat de burgers verplicht om hun ramen dicht te plakken.” De grote les van de globalisering is juist dat zij kleine ondernemingen helpt bij de concurrentie tegen de grote ondernemingen. De concurrentie kan opduiken vanuit elke hoek: “Jij en ik kunnen morgen een onderneming stichten die opbokst tegen de groten. Dat is voor de eerste maal in de wereldgeschiedenis.”

Tony Blair en Bill Clinton verdedigen met hun Derde Weg en New Democrats de globalisering. Het goedkeuren van de globalisering geeft hen het voorkomen van rijpheid. De Franse premier Lionel Jospin zit echter op een verschillende golflengte.

De Franse elite is het meest uitdrukkelijk tegen globalisering. Maar Frankrijk werkt eigenlijk opvallend goed. Micklethwait: “We zijn in ons boek niet anti-Frans. Globaliseren wil niet zeggen dat één maat voor iedereen moet passen. De tegenkanting van de Fransen is echter niet verrassend. In de jaren zestig en zeventig exporteerden de Franse academici en linkse militanten het anti-imperialisme. Hun strijd tegen de globalisering sluit daarbij aan. Maar hoe lang kunnen ze op dat standpunt blijven staan als ze kijken naar het wereldsucces van bijvoorbeeld Vivendi, Aérospatiale, Alstom en Alcatel?”

De tegenstrijdige visies bevestigen de eerste regel van politiek: alle politiek is lokaal. Het is moeilijk de mensen te overtuigen dat zij zich evenzeer moeten bekommeren om de wereld als om het plaatselijke. Waarmee niet is gezegd dat plaatselijke belangen niet grensoverschrijdend kunnen zijn. Micklethwait: “In Afrika zijn de grenzen op de meest domme wijze getrokken door koloniale ambtenaren. Ze stemmen zelden overeen met de etnische en de economische realiteit. Toch is het heel moeilijk om zelfs die kunstmatige grenzen te veranderen. Hetzelfde geldt voor Noord-Amerika. De Canadees-Amerikaanse grens is de minst effectieve barrière voor economische, culturele en menselijke contacten. Canada wordt overspoeld door Amerikaanse televisie en massacultuur. Er zijn echter weinig Canadezen die deze grens willen oprollen.”

Globalisering is

een democratisch proces dat door individuele keuzen wordt aangewakkerd, meent Micklethwait: “Wat de meeste mensen nog altijd willen, is een cultuur, een eigen plek onder de zon en een nationaliteit. Nationale politici zijn niet machteloos, de geschiedenis is niet ten einde. Ondanks de globalisering en de transnationale verbanden kan niemand heen om het feit dat de natiestaat het monopolie op het wettelijke geweld blijft behouden.”

frans crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content