EN DE BELGEN… Ze werken voort !
Een groot deel van werkend België geeft er de komende weken de brui aan. En toch draait het land tijdens de vakantietijd onbekommerd door. Bedrijven willen hun dure machines nu eenmaal niet wekenlang stilleggen. Al kost het soms heel wat kunst- en vliegwerk om alles draaiend te houden.
“Vakantie of niet : we slachten voort, ” zegt Johny Oyen, personeelsdirekteur van de Hasseltse slachterij nv Jos Thys. Elk jaar in de vakantieperiode ziet hij een kwart van het personeel vier volle weken vertrekken. Van de 37 arbeiders zijn er 10 van Marokkaanse en 6 van Turkse afkomst en die gaan naar de familie. Thys, aktief in het slachten, versnijden, verpakken en distribueren van kalfsvlees, staat echter nooit stil. “De produktielijn is zo opgebouwd dat elke arbeider een specifieke taak heeft, ” lacht Oyen. “In de verpakking vullen interims en jobstudenten de lege plaatsen op. ” Voor het versnijden huurt de nv Jos Thys professionele krachten van kollega-slachter bvba LSB (Limburgs Slachtbedrijf), ook uit Hasselt. Zowel Thys als LSB versnijden drie dagen per week : de konkurrenten kunnen mekaar best een handje toesteken. “Het volume tijdens de vakantie ligt iets lager, de bezetting blijft, dankzij de samenwerking met LSB, konstant, ” weet Oyen.
KLANTENBINDING.
Zakt “het volume” bij de Hasseltse slachters, de Belgische begrafenisondernemers zien het hunne tijdens de vakantie stijgen. De grote maaier werkt het hele jaar door, maar de voorbije jaren vooral in juli en augustus. Dat bleek onlangs nog uit cijfers van het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie (IHE) : tussen 7 juni en 27 augustus 1994, de warmste zomer sinds 1833, stierven 1266 meer mensen dan statistisch kon worden verwacht. Die tien procent extra doden worden, voorzichtiger dan Amerikaanse studies dat doen, toegeschreven aan de kombinatie van warmte plus ozon. Die ozon is vooral een gevolg van de stikstofuitstoot en dat gebeurt in België, zeker tijdens de zomer waarin 80 % van de Belgische vakantiegangers er met de wagen op uit trekt voor tweederde door het verkeer. Zo is de cirkel rond : de toeristenstroom zorgt voor meer stikfstofuitstoot, wat, in kombinatie met de warmte, zorgt voor meer ozon en meer doden en dus extra werk voor de begrafenisondernemers.
En dat stelt hen voor de nodige problemen. In de begrafenissektor is klantenbinding nog meer dan elders bepalend voor het sukses van de onderneming. “Als je één uitvaart in een familie hebt gedaan, heb je in negen van de tien gevallen de rest ook. Ga je een week weg, dan merk je de gevolgen nog jaren nadien, ” klinkt het. Steeds meer begrafenisondernemers hoeden er zich dan ook voor om in juli of augustus de deuren te sluiten.
REISLUSTIGE BELGEN.
Terwijl de doden vooral op het thuisfront vallen, gaat iedereen die gezond van lijf en leden is én er zin in heeft met vakantie.
België is met een vakantieparticipatiegraad van 59 procent, na landen als Nederland (75 procent) en Zweden, waar 87 procent van de mensen erop uit trekt, één van de meest reislustige landen van Europa. Van de Walen die aan een inhaalbeweging toe zijn gaat 57 % op vakantie, de Vlamingen kloppen hen met één procentje. Van de Brusselaars gaan er 72 op 100 weg in juli of augustus.
Volgens de Holiday Monitor 1994, een studie van Dimarso Gallup-Belgium in opdracht van het Vlaams Commissariaat Generaal voor Toerisme (VCGT), trokken in 1994 4,828 miljoen Belgen (ouder dan 15 jaar) op vakantie. Het merendeel daarvan, 3,596 miljoen, trok over de grens.
Bijna evenveel Belgen, 3,319 miljoen of 41 % van de bevolking (+15) bleef thuis ; de helft daarvan omdat ze vakantie te duur vinden. Van de vertrekkers behoort 31 % tot de hogere sociale klasse. Dixit Dimarso.
144 MILJARD PER JAAR.
De begrafenisondernemers pikken uiteindelijk maar een miniem deeltje van de financiële vakantiekoek mee. Aan vakanties, zijnde 4 opeenvolgende dagen en 3 opeenvolgende nachten, besteedden de Belgen in 1994 steeds volgens Dimarso 144 miljard frank ; 23 miljard frank in het binnenland, 121 miljard aan de playa, de costa of nog verder weg.
Belgen, op “congé” in eigen land, spenderen per persoon gemiddeld 10.116 frank (cijfers ’94) per vakantie ; zij die naar het buitenland trekken, 23.712 frank.
Tegenover deze uitgaven staan de inkomsten : het alom geprezen vakantiegeld. Geschat wordt dat de Belgische werknemers dit jaar zo’n 250 miljard frank ontvangen. Precieze cijfers voor bedienden en kaderleden zijn er niet. Zij krijgen hun vakantiegeld als percentage op het loon van hun werkgever én hun vakantiegeld ressorteert niet onder de sociale zekerheid. Voor degenen die onder een arbeiderskontrakt van vakantie naar vakantie moeten, liggen de zaken veel duidelijker. Uit de begrotingscijfers voor 1995 van de regering-Dehaene I blijkt, onder de rubrieken 8046 en 8332, dat in totaal meer dan 119 miljard frank wordt uitgetrokken voor het uitbetalen van vakantiegeld aan arbeiders. Het merendeel daarvan gaat naar de RJV, de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie, de rest naar overwegend sektoraal georganizeerde Biezondere Vakantiefondsen zoals Congémétal Antwerpen of de Kas voor het jaarlijks “verlof” voor de papierverwerkende nijverheid van Turnhout.
Kaat Meyns van de ACV-studiedienst heeft weet van de allerlaatste vooruitzichten voor vakantiegeld in 1995 : “De Rijksdienst voorziet een effektieve uitbetaling van 58,481 miljard frank, de fondsen zijn samen goed voor 49,125 miljard. De begroting toont een groter bedrag maar daar zijn onder meer ook de administratieve kosten in verrekend. “
HEEL JAAR VAKANTIE.
Kortom, een groot deel van werkend België geeft er deze en de komende weken de brui aan. En ook zij die thuisblijven, gaan in geen geval werken. Toch draait ekonomisch België in de vakantietijd onbekommerd door. Vrijaf nemen wordt met de krokus-, de paas- en de kerstvakantie en de verlengde weekends rond 1 mei, Allerheiligen of morgen 21 juli zo’n vertrouwd verschijnsel dat het het hele jaar door een beetje vakantie is. Bovendien willen bedrijven hun dure machines niet wekenlang stilleggen. Al kost het soms heel wat kunst- en vliegwerk om de boel draaiend te houden.
KOLLEKTIEF MET VAKANTIE.
De beruchte Belgische overlegekonomie heeft haar handen grotendeels van de vakantie afgetrokken. Over het aantal vakantie- en roostervrije dagen wordt uiteraard onderhandeld. In de meeste KAO’s is ook een plafond gesteld aan het aantal weken dat men achter elkaar mag opnemen. Maar dat is het zo ongeveer. Kollektieve vakanties bestaan ; het “bouwverlof”, drie weken in juli, is het meest bekende voorbeeld. Toch geldt ook hier geen enkele verplichting. De Regionale Syndikale Kamers van het Bouwbedrijf sluiten daarover akkoorden met de bonden. Hoewel de bouwbedrijven vrij zijn om dat te volgen, zullen weinig aannemers in juli werken. Ze kunnen immers weinig uitrichten omdat hun leveranciers en onderaannemers uit de bouw potdicht zijn. Jongere én oudere werknemers zien de kollektieve sluiting nochtans steeds minder zitten, vakantie nemen buiten juli en augustus is stukken goedkoper.
De bedrijven zijn inmiddels gewend geraakt aan improvizeren, al wordt dat steeds moeilijker door de wensen van tweeverdieners en het wassend aantal vrije dagen. Vaak hebben ze er welbewust voor gekozen het hele jaar open te zijn. De reden is zeer simpel : het is niet omdat België in juli en augustus de boeken sluit, dat dat ook elders zo is.
RECHT OP VAKANTIE ?
Barco, de Westvlaamse producent van videoprojektoren en -monitoren, draait sinds 1994 het hele jaar door ; de tijd dat de bedrijvigheid één maand lang onbestaande was, behoort tot het verleden. “In mei 1993 hebben we de vakbonden geroepen, ” herinnert woordvoerder Donald Defoort zich. “De vakantieplanning stond voor de deur en we konden de vraag amper beantwoorden. We hebben de mensen toen, voorzichtig, gezegd dat we niet aan het recht op vakantie wilden prutsen, maar dat de tijd dat Barco vier weken stil kwam te liggen, voorbij was. “
Vorig jaar was de eerste vingeroefening : de traditionele julivakantie van Barco werd gespreid over juli en augustus. Donald Defoort : “Het bedrijf ligt nooit meer stil. Het kan niet anders. Steeds meer produkten worden op bestelling gemaakt én de leveringstermijnen zijn korter geworden, een erfenis uit de krisisperiode. Barco heeft, zoals vele Belgische bedrijven, de vakantie moeten aanpassen aan de groeiende exportafhankelijkheid. “Zo’n 27 % van onze omzet gaat nu al naar de Nafta-landen, zo’n 17 % direkt of indirekt naar Azië. Een klassieke Belgische vakantie raakt in zo’n situatie kant noch wal. ” Ook in de Kuurnse afdeling van Barco is, omwille van de markt, aan de traditionele vakantieregeling geknabbeld.
FLEXIBELE VAKANTIE.
“Ook in het opnemen van vakantie moeten we flexibel leren zijn, ” stelt Lieven Descamps, verantwoordelijk voor de logistiek wereldwijd : “In het Verre Oosten valt de vakantieperiode niet samen met de onze. In China, Taiwan of Singapore valt de vakantie rond het Chinese nieuwjaar ; in moslimlanden als Indonesië of Maleisië rond de vastenperiode. En in de VS draaien ze in juli en augustus op volle toeren. Flexibiliteit moet ! Honderd van de achthonderd personeelsleden zijn hier in juli en augustus én wie toch met vakantie is, moet te allen tijde bereikbaar zijn. “
Niet alleen bedrijven die leven van de exportmarkt hebben de traditionele congé payé tijdens de zomermaanden al lang in de vuilnisbak van de geschiedenis gekieperd. “Bij ons kan én mag niemand vakantie nemen in juli, ” stelt Eric Ignoul resoluut. Voor zijn Teleserv, een Leuvens bedrijf aktief in de tele-dienstverlening, is juli dé topmaand met een piek van 20 % in de omzet ; precies omdat dan het telefoonverkeer van een hele rits bedrijven die door de vakantie onderbemand zijn, via Teleserv passeert. De 29 medewerkers zijn in juli, vier weken lang, 24 uur op 24, ononderbroken bezig.
De zekerheid dat minstens één keer per jaar niet hoeft te worden gewerkt, komt blijkbaar steeds meer op de helling te staan. Het moet.
Extraction De Smet, het engineeringbedrijf uit Edingen dat machines voor extraktie en raffinage van vegetale oliën ontwerpt, en vooral afnemers heeft in de VS, Latijns-Amerika en het Verre Oosten, kan zich geen sluiting veroorloven. Maar het wordt wel met de vakantieperiode gekonfronteerd omdat zijn machines via onderaanneming worden gefabriceerd. Commercieel direkteur Nicolas Gilliot : “Er wordt lang op voorhand gepland en in het hoofdbedrijf is vakantiespreiding een plicht. Werknemers zonder schoolgaande kinderen moeten op vakantie buiten het hoogseizoen. In elke dienst is de helft van het personeel permanent aanwezig ; jobstudenten en interims springen bij. In juli en augustus is het bij ons niet rustiger dan anders. “
De tijd dat arbeiders even langer dan voorzien aan de Canarische bar bleven hangen, lijkt, mede door de angst voor het stempellokaal, definitief achter de rug. De jaren dat gastarbeiders tot zes weken naar vrouw en kinderen trokken in Turkije, Tunesië of Marokko ook. Bij General Motors in Antwerpen mogen arbeiders van buitenlandse origine 400 op 6400 werknemers om de 3 jaar een beroep doen op een biezondere regeling om voorafgaand aan of aansluitend op de kollektieve sluitingsdagen extra vakantiedagen te nemen om naar hun land van herkomst te reizen.
“De meesten zijn hier echter zo goed ingeburgerd dat nog weinigen naar Noord-Afrika trekken op familiebezoek, ” weet de personeelsdienst. Kortom : de migranten zijn immigranten geworden.
IMPROVIZATIETALENT.
Bedrijven die ‘s zomers hun produktiepiek kennen, hebben het meeste improvizatietalent nodig om ongeschonden de vakantie door te komen. De horeca is een vaste stek voor vakantie- en seizoenwerkers. Maar ook de groente- en fruitverwerkende industrie draait ‘s zomers op volle toeren, al hebben vernuftige koelsystemen de seizoenschommelingen enigszins afgevlakt. Losse krachten én beperkingen op de vakantie van het vast personeel houden de boel draaiend.
Evenzo overleven de Belgische brouwers die omwille van het brouwproces van makkelijk zeven weken de zomer moeten doorspartelen op een voorraad op een rompbezetting van brouwers en bottelaars, aangevuld met vakantiewerkers en uitzendkrachten. “
HELPENDE HANDEN.
Interims én jobstudenten : zij helpen België tijdens de vakantie draaiend te houden. Om hoeveel helpende handen het precies gaat, is onbekend. Uitzendbureaus zijn doodsbenauwd voor de konkurrentie en houden hun cijfers voor zich. Francis Dorval, distriktmanager Interlabor Oost-Vlaanderen licht een tipje van de sluier : “Tijdens de drie zomermaanden van ’94 tekenden bij Interlabor voor heel België 37.700 uitzendkrachten een kontrakt. Daaronder 5406 jobstudenten.
Vooral juni is voor de interimwereld een knalmaand, de bedrijven willen dan immers nog een aantal orders afgewerkt krijgen. Jobstudenten zijn bovendien zeer gegeerd in de bedrijven. Dorval : “We hebben net een grote, Gentse klant kunnen overtuigen om voor het eerst niet te sluiten tijdens de vakantie. Hij gaat nu draaien op jobstudenten. ” Jobstudenten zijn goedkoop, ze krijgen hetzelfde loon maar er hoeven geen sociale lasten betaald. En, zegt Dorval : jobstudenten zijn gemotiveerd én slim.
Interlabor zelf roept tijdens de vakantie ook extra hulp in. Van uitzendkrachten… van Interlabor.
FAILLISSEMENTSKAMERS.
Tenslotte : nergens meer dan op de rechtbanken wordt bewezen dat de Belgische bedrijven ook tijdens de vakantiemaanden niet stilzitten. Al was het maar omdat ze precies dan denk maar aan Michelin jaren geleden, Lee tien dagen geleden, of Beaulieu vorige week afdanken, sluiten of failliet gaan. Volgens het gerechtelijk wetboek zijn de Belgische rechtbanken gesloten van 1 juli tot en met 31 augustus, maar de meeste rechtbanken houden “verloszittingen” voor dringende zaken.
In grotere arrondissementen zetelen de “faillissementskamers” permanent. Zegt Jef Dauwe, sinds zijn curatorschap van de NV Boelwerf Vlaanderen inmiddels een Bekende Vlaming geworden : “Het ondernemingsleven stopt niet in juli. Ook in de zomer kan een bedrijf failliet gaan. ” Zelf neemt Dauwe geen vakantie. “Je kan een faillissement waarmee jobs van mensen zijn gemoeid niet laten aanslepen. ” Bovendien is Dauwe momenteel curator van Deko, de sinds 21 april 1995 failliete grootste tuinzetelfabrikant van West-Europa. “De vakantie is nu dus meer dan ooit een piekmoment. “
Het hele Belgische bedrijfsleven mag dan al uitgewerkte plannen hebben om deze zomer door te draaien, de politieke direktie van de NV België houdt wel een kollektieve sluiting. Sinds 7 juli kunnen de dames en heren parlementsleden hun besognes aan de kant schuiven. Tot medio september : de bouwvakkers hebben drie weken, de politici acht. Tenzij onvoorziene omstandigheden zoals in ’94 de dood van koning Boudewijn er anders over beslissen. Voor de regeringsleden ligt het enigszins anders. Zij mogen pas begin augustus vertrekken én er moet altijd minstens één minister in het land zijn. Mark Eyskens (CVP) bouwde zich, ook op dat vlak, een heuse reputatie op door vanuit zijn vakantiestek in Knokke liefst acht ministeries voor zijn rekening te nemen. En alles te beredderen, tot en met de Belgische bijdrage in de Golfkrisis.
In principe mag een federaal minister niet zomaar op vakantie trekken. “Als ik met m’n fiets naar het Nederlandse Cadzand wilde rijden, moest ik eerst het fiat krijgen van Laken, ” grinnikt Eyskens. “Als je in België blijft, draait de winkel gewoon door. Tweemaal per week komt een chauffeur langs met de dokumenten die moeten worden ondertekend. En zelfs op de verste plekken ter wereld krijg je elke dag een fax met het persoverzicht. Isolement bestaat helaas niet meer. “
Ook deze zomer zal er geen enkel probleem zijn : wat er ook gebeurt, Jean-Luc Dehaene blijft te allen tijde bereikbaar. De direkteur van de NV België is een van de laatste echte kleine zelfstandigen : nooit echt met vakantie.
RON HERMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier