‘Elke bankcrisis verhoogt de kans op een volgende’

Nassim Taleb, de visionaire professor risico-engineering en auteur van de bestseller De Zwarte Zwaan, wijst eens te meer op de broosheid van de bank- en financiële systemen. In Antifragiel gaat hij na wat de kracht van de instellingen is: het vermogen om gesterkt tevoorschijn te komen uit de chaos.

Nassim Taleb is een van de zeldzame denkers die de subprimecrisis voorzagen. Hij deed dat in zijn in 2007 gepubliceerde bestsellerDe Zwarte Zwaan. We doen er dan ook goed aan zijn hypothesen au sérieux te nemen. Zijn nieuwste boek, een turf van 650 pagina’s, kreeg als titel ‘Antifragiel. Dingen die baat hebben bij wanorde’. Antifragiel is een concept dat de auteur bedacht en dat niet te verwarren is met stevigheid. Stevige zaken zijn schokbestendig, antifragiele zaken slorpen de schokken op om er sterker van te worden. De grote verdienste van Taleb is dat hij zowat elke menswetenschap aan die notie toetst, net als de stresstests waaraan de banken onderworpen worden, maar dan wel in een meer uitgewerkte vorm. Slotsom: het financiële systeem is nog altijd broos, vooral in de Verenigde Staten. Noord-Europa daarentegen plaatst de auteur in het kamp van de antifragielen.

U kende in 2007 succes met uw voorspelling van de subprimecrisis, maar u bent tegen prognoses. Dat is toch paradoxaal?

NASSIM TALEB. “Dat was geen voorspelling, maar een waarschuwing voor financiële risico’s. De bedoeling was te zeggen: opgepast, die brug is slecht gebouwd en ze gaat instorten. Niet meer, niet minder. Ik ben geen waarzegger en al helemaal geen grote ster. Overigens mijd ik sinds 2009 het mondaine leven. Ik blijf alleen thuis. Om mijn boek te schrijven, heb ik welgeteld 1150 dagen in eenzaamheid doorgebracht.

“Ik heb destijds twee dingen aangetoond: dat het systeem gebouwd was op een zwakke, te theoretische basis en dat sommige mensen dat wisten. Ik heb daar dan het begrip moral hazard aan vastgeknoopt: er waren mensen die profiteerden van de broosheid van het systeem. Nooit in de geschiedenis hadden niet-risiconemers — al wie zich niet persoonlijk blootstelde — zo’n grote invloed. We hadden de macht doorgegeven aan de economen, de managementexperts en uiteraard de bankiers, die zich alleen maar verrijkt hebben. In 2010 kregen laatstgenoemden zelfs rijkelijke bonussen.”

U neigt nu opnieuw naar provocatie, dit keer met uw pleidooi voor een zekere chaos. We willen alles beheersen, zegt u, terwijl wanorde ook voordelen biedt.

TALEB. “Wij verwarren risico met wanorde. Een zekere wisselvalligheid is nodig. Bijvoorbeeld: een kunstlong die constant werkt, kan de dood van de patiënt veroorzaken, maar als ze afwisselend tegen 80 en 120 procent werkt, overleeft hij. Hetzelfde geldt voor ons lichaam: het is veel beter temperaturen van 20 en 28 graden af te wisselen, dan te baden in een comfortabele 22 graden. Te veel orde belet aanpassing, ze laat ons geloven dat we het lot bezworen hebben en sluit ons op in een zeker pseudowetenschappelijk comfort. Orde houdt ontdekkingen tegen. We moeten vertrouwen hebben in ons lichaam, dat beter dan onze intelligentie waarschijnlijkheden onderkent en risico’s evalueert. Fluctuat nec mergitur — ‘het wordt heen en weer geschud door de golven, maar zinkt niet’ — klinkt de Latijnse spreuk.”

Moet hetzelfde gebeuren in de economie, moeten de voorzichtigheidsregels afgeschaft worden?

TALEB. “Investeerders denken dat ze de risico’s kunnen beheersen met stresstests, die erin bestaan het slechtste gekende scenario te verzinnen. Maar dat zijn slechts momentopnames. De Romeinse filosoof Lucretius zei dat iemand die een berg die hij net gezien heeft, omschrijft als de hoogste ter wereld’, een idioot is. De uitersten zijn onzichtbaar voor het blote oog. Als verklaring voor zijn beoordelingsfout tijdens de subprimecrisis zei de Fed-voorzitter dat “het nooit eerder gebeurd was”. De natuur daarentegen, bereidt zich wel voor op extreme scenario’s. Ze is antifragiel.”

Wat is die antifragiliteit waar u het over hebt?

TALEB. “Het is het vermogen te reageren op wanorde en er versterkt uit te komen. Beenderen zijn steviger als er druk op uitgeoefend wordt. Het organische eist veranderlijkheid, en dat geldt ook voor de economie. Zonder veranderlijkheid krijg je een constante en onzichtbare opstapeling van risico’s, en dat kan het systeem doen ontploffen. Een brand grijpt uiterst snel om zich heen in een woud waar nog nooit kleine brandjes bedwongen werden. Dat is een proces van overcompensatie. Een onderneming die in haar geschiedenis schokken heeft moeten opvangen, biedt beter weerstand. In de eerste plaats omdat ze haar stevigheid aangetoond heeft, maar ook omdat ze zich op de volgende schok heeft voorbereid. De spanningen die ze ondervindt, bevatten informatie en sommige komen er versterkt uit.

“Een onderneming die een zekere wisselvalligheid in haar resultaten kent, bereidt zich beter voor op incidenten. Een bedrijfsleider hoeft zijn resultaten niet af te vlakken om de markt een genoegen te doen. Het ontbreken van variatie neemt de druk weg die nodig is om te evolueren. Afvlakking is altijd kunstmatig. Financiers hebben moeite dat te begrijpen. Zodra ze naar de beurs trekken, tekenen ondernemingen hun doodvonnis. Je moet hoeft maar naar de samenstelling van de Amerikaanse beursindexen van weleer te kijken om het sterftecijfer vast te stellen van de ondernemingen die ooit zo solide leken.”

Hebt u de indruk dat de financiers sinds de crisis veranderd zijn?

TALEB. “Nee. Er zijn nog altijd mensen die geld verdienen zonder risico’s te nemen — of beter gezegd, die anderen risico’s laten nemen, zoals de bankiers — en dat schept een probleem van asymmetrische moraal. Het is als een krijger die wil doden zonder zich fysiek bloot te stellen aan de klappen van zijn vijand.”

In uw boek hebt u het voortdurend over de aloude waarden en bekritiseert u de rationalisten die systemen willen uitdokteren. Moeten beslissingen dan op de tast worden genomen?

TALEB. “Ik ben tegen het naïeve rationalisme, dat erop neerkomt dat men zijn hand afhakt om ze te vervangen door een kunsthand en dat men zich een wetenschappelijk air aanmeet. Dat is de valse vooruitgang van de pseudo-expertise. We moeten ons schikken in het onbekende. In de economie, net als in heel wat andere disciplines van de sociale en menswetenschappen, is er te veel interactie tussen de handelende personen om voorspellingen te kunnen doen. De globale modellen onderschatten de risico’s: JP Morgan had verwacht dat een verlies zoals de bank heeft gekend, zich statistisch gezien in geen miljard jaar zou voordoen. Ze hebben hun risico 500 miljoen keer onderschat. Daar is toch iets dat niet klopt!”

“In alle bescheidenheid gezegd, je kan slechts één gebeurtenis tegelijk voorzien en dan nog op zeer lokaal niveau. Luchtveiligheidssystemen zijn zo ontworpen dat ze kleine fouten kunnen opsporen die los van elkaar staan. Een fout die opgespoord wordt, verkleint dan het risico op een latere fout. Een luchtramp maakt een volgende catastrofe minder waarschijnlijk. Niet zo in de financiën. Bij elke bankcrisis verhoogt de waarschijnlijkheid van een volgende. Economische systemen houden geen rekening met interacties, met besmetting, met de complexiteit van de gebeurtenissen. Economen spelen met 37.000 gegevens, maar de prognoses waren amper betrouwbaarder dan wanneer je een pijl naar een schietschijf zou mikken. Dat is irrationeel rationalisme.”

Met andere woorden, we hebben eind 2013 nog niet alles van de crisis gezien?

TALEB. “We zijn een tijdperk van grote broosheid ingegaan. De huidige modellen werken niet en door ze te gebruiken, worden we alleen maar brozer.”

Waar ligt die kwetsbaarheid dan precies?

TALEB. “In de economie zijn de schulden de wortels van de broosheid. De Europeanen, vooral dan de Duitsers, hebben dat begrepen. De Amerikanen niet. Sinds kort hou ik me graag bezig met wiskunde en ik ben van oordeel dat de broosheid en de stevigheid van landen meetbaar is. In de VS werd de crisis uitgelokt door bankiers, die krediet verleenden aan mensen die niet hadden mogen lenen. Aan het einde van de rit betaalde de belastingbetaler het gelag. Dat systeem bestraft diegenen die geen fouten gemaakt hebben en laat de verantwoordelijken ongemoeid. Maar we trachten het systeem in stand te houden via een ander mechanisme: we drukken geld bij, waardoor de prijzen van de financiële activa en het vastgoed stijgen ten bate van de banken en de superrijken die de aandelen in handen hebben. De Verenigde Staten gaan schulden aan om aan de rijken te kunnen geven. De groei van het Amerikaanse bruto binnenlands product in de jongste maanden stemt overeen met een enorme schuldenlast. De Europeanen, vooral die in het noorden, hebben nu de gevaren van die methode ingezien. De Amerikanen niet.”

In uw boek uit u kritiek op de Verenigde Staten en meer in het algemeen op grote eenheden. Alleen kleine entiteiten, zoals Zwitserland, de gemeenten, de taxichauffeurs, de kruideniers en de apothekers, lijken genade te vinden in uw ogen. Waarom?

TALEB. “U hebt in uw opsomming de Duitse Mittelstand vergeten, die volgens mij de ideale omvang heeft. Een grote omvang speelt niet in het voordeel van een onderneming. Heel wat studies wijzen op de grenzen van de fusies. Grote multinationals zetten grote winsten neer, maar stellen zich ook meer bloot. Een kleine crisis verzwakt de groten meer. Ratten overleven beter dan olifanten. We hebben studies uitgevoerd naar de omvang van projecten in het Verenigd Koninkrijk. Voor werken van meer dan 100 miljoen pond ligt de waarschijnlijkheid van verborgen en bijkomende kosten 30 procent hoger dan bij projecten van 20 miljoen. Een onvoorziene gebeurtenis kost naar verhouding meer als ze zich voordoet op een grote werf. Bij een en dezelfde schok lijden grote entiteiten sneller schade.”

“Wat de beursindexen betreft, volstaat het te kijken naar de S&P500 van 1973. Ondernemingen die nu nog in de selectie voorkomen, zijn doorgaans familiale bedrijven met een beheersbare omvang. Kijk ook naar steviger instituten, zoals de katholieke kerk, met haar gedecentraliseerde organisatie rond het parochiewezen. Het christelijke principe van subsidiariteit — toegepast op de Europese instellingen — maakt deel uit van die stevigheid: niets hoeft te gebeuren op een hoger niveau als het evengoed op een lager niveau kan plaatsvinden. Om het met de woorden van een manager te zeggen: de kerkvaders waren de voorlopers van de bottom-uporganisatie.”

U houdt niet van rationalisme, centralisatie, de neiging tot regulering. Frankrijk moet voor u dan wel het allerergste land zijn.

TALEB. “Frankrijk is nooit zo gecentraliseerd geweest als beweerd wordt. De Fransen leven in een zeer doeltreffend, gecontroleerd bordeel. Het is een mooi voorbeeld van antifragiliteit: het land slaagt erin zijn eigen verwarring, zijn antieke wanorde en zijn grote diversiteit om te zetten in een werkzame organisatie. In Frankrijk treedt de staat niet op om te bestieren, maar om de schokken te temperen.”

Bent u met uw bestseller rijk geworden?

TALEB. “Het boek heeft niet overdreven opgebracht. Ik heb veeleer geld verdiend tijdens de crisis. Een pak geld, overigens, maar ik heb het op ethische basis verdiend. Als je over iets spreekt, je overtuiging wil uitdragen, moet je de prijs willen betalen als je je vergist. Ik heb mijn investeringen in overeenstemming gebracht met mijn ideeën. En ik heb twee keer gelijk gekregen, tijdens twee krachs, in 1987 en 2008.”

FRANCK DEDIEU (L’EXPANSION)

“Zodra ze naar de beurs trekken, tekenen ondernemingen hun doodvonnis”

“De schulden zijn de wortels van de broosheid. De Europeanen, vooral dan de Duitsers, hebben dat begrepen. De Amerikanen niet”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content