Het Masterplan voor Opvolging en Overname van de Vlaamse regering is volgens minister-president Kris Peeters uniek in zijn allroundaanpak. “Voor het eerst voert Vlaanderen een echt geïntegreerd beleid voor opvolging en overname”, zei hij bij de lancering van het Masterplan. “We willen de continuïteit van de onderneming een plaats geven in het gewone bedrijfsbeleid en zo meer geslaagde overnames genereren. Daarom zetten we in op bewustmaking, informatieverstrekking en begeleiding van de betrokken ondernemer, maar ook van zijn directe omgeving.”
TRENDS. Een geïntegreerd plan maakt geen onderscheid tussen sectoren, soorten overdragers of reden van overdracht. Is het niet beter gerichter te werken?
KRIS PEETERS. “De uitdaging is bijzonder groot. Men schat dat er de komende tien jaar 200.000 kmo’s in aanmerking komen voor overdracht. Hokjesdenken werkt hier enkel contraproductief. Daarom geven we eerst informatie. Wie dan een overdracht overweegt, bieden we subsidies voor individuele coaching en voor advies over een overdrachtsplan.”
Wat onderscheidt die nieuwe subsidies van de bestaande steun aan begeleiding en advies?
PEETERS. “De kmo-portefeuille voorzag al in 50 procent subsidie voor advies, ook over bedrijfsoverdracht, maar met een plafond tot 2500 euro per jaar. Nu is een bijdrage tot 25.000 euro mogelijk specifiek voor een overdrachtsplan. De individuele coaching gaat verder dan de huidige zakelijke ondersteuning en voorziet ook in emotionele begeleiding. Bedrijfsoverdracht blijkt immers voor 80 procent een gevoelskwestie. Als die goed wordt aangepakt, volgen de technische en financiële oplossingen haast vanzelf.”
Er zijn al heel wat private initiatieven rond coaching en mentoring bij bedrijfsoverdracht. Waar stopt de taak van de overheid en waar kan de markt beginnen te spelen?
PEETERS. “De overheid heeft de opdracht te denken aan de toekomst van het land. De privémarkt kan maar spelen waar vraag en antwoord elkaar ontmoeten, en dat blijkt nu niet altijd het geval. Ten eerste ligt de grote meerderheid van de ondernemers niet wakker van de bedrijfsoverdracht. De overheid moet hen ervan bewustmaken dat een tijdige voorbereiding bijdraagt tot de bedrijfscontinuïteit. Private dienstverleners kunnen de kosten daarvan niet terugverdienen. Tegelijk blijken ondernemers ook terughoudend om deskundigen in te schakelen. De overheid kan daar drempelverlagend optreden met bewustmakingsacties en subsidies.”
Hebt u een zicht op de return van initiatieven ter ondersteuning van opvolging en overname die u in het verleden subsidieerde?
PEETERS. “Het beperkte aantal initiatieven die het Agentschap Ondernemen al steunde, zijn positief ingeschat. Zo werkt het platform overnamemarkt.be vandaag zonder overheidssteun. In 2010 werden enkele bijkomende begeleidingprojecten geselecteerd. Die zitten nu op kruissnelheid en kunnen volop hun diensten aanbieden. Vanzelfsprekend worden alle initiatieven goed opgevolgd en volgt er aan het einde een evaluatie.”
Is stopzetting van een economisch rendabele onderneming per definitie negatief?
PEETERS. “Stopzetting is niet altijd slecht, het is soms zelfs zeer wijs. Maar nu staan we echter voor een demografische evolutie waarbij een ongezien aantal ondernemers tegelijk de pensioenleeftijd nadert. Als zij de bedrijfsoverdracht niet goed voorbereiden, zal ook een pak gezonde ondernemingen verdwijnen.”
Het draaideurprincipe van de economie stelt dat elk bedrijf dat verdwijnt, plaatsmaakt voor een nieuwe onderneming.
PEETERS. “Klopt, maar we mogen niet blind zijn voor de mogelijke negatieve gevolgen van stopzetting op de tewerkstelling. Nieuw gestarte ondernemingen werven veel trager aan dan bestaande ondernemingen. De onderneming hoeft niet samen met de ondernemer met pensioen te gaan. Elk goed bedrijf verdient een tweede carrière.”
België is zowat het enige land in Europa zonder regeling rond fiscale consolidatie.
PEETERS. “Fiscale consolidatie kan gunstige effecten hebben op het investeringsklimaat. Maar de vennootschapsbelasting is een federale bevoegdheid. Het is dus aan het federale niveau om te oordelen of fiscale consolidatie nuttig kan zijn en of dat haalbaar is binnen het stringente budgettaire kader. Daarover maak ik me voorlopig weinig illusies. Wat me wel zorgen baart, is de belasting op de meerwaarde op aandelen zoals die in de nota-Di Rupo wordt voorgesteld. Iedereen is het erover eens dat puur speculatieve meerwaarden kunnen worden belast. Maar een bezitsduur van acht jaar vooraleer een meerwaarde niet langer als speculatief wordt beschouwd, zou nefast zijn voor de overdracht van een onderneming waarbij de aandelen in handen zijn van de overlater.”