Eindelijk een plan, Herman

De markten zetten vorige week Europa het mes op de keel en het oude continent leek zich gewillig naar de slachtbank te laten voeren. Maar, halleluja, net vóór het mes de financiële slagaders van Europa zou doorsnijden, wisten de Europese leiders 750 miljard euro te mobiliseren om zichzelf te redden.

Een tekort aan dramatiek kan de Europese leiders niet verweten worden. Eerst gunden Herman Van Rompuy & co ons een nieuwe blik in de afgrond. Vervolgens wachtten ze, net als in een slechte rampenfilm, tot het laatste moment met een poging om ons en zichzelf van de financiële ondergang te redden. Langer dralen kon ook echt niet meer. Het risico op een nieuw Lehman-Brothers-moment (in de vorm van een Griekse wanbetaling), annex bankencrisis, annex zware recessie was de jongste weken in Europa te hoog opgelopen.

De bloedsomloop van de economie was alweer aan het stremmen. Het wantrouwen tussen de banken steeg opnieuw – wie heeft te veel geleend aan Griekenland & co? – de liquiditeit droogde op, dollars werden schaars en de kredietstroom naar de economie dreigde stil te vallen. Kortom, het spook van de kredietcrisis was terug. Het moet deze déjà vu zijn die de Europese leiders tot actie geïnspireerd heeft. En de wetenschap dat ze niet langer de middelen hadden om de boel een tweede keer op te ruimen. Het was dus voorkomen, want genezen kon niet meer.

Dat Europa met de rug tegen de muur staat, komt omdat er de voorbije jaren veel te veel kredieten waren gegeven aan de zuiderse eurolanden zonder te checken of ze die schuldenlast wel konden dragen. Net zoals in de VS te veel rommelkredieten waren toegekend aan gezinnen zonder voldoende inkomsten. Dit Europese schuldenhuis stond op instorten en zou de Europese banksector weer onder het puin bedelven.

De cijfers doen duizelen. De Europese banken hebben gezamenlijk 3035 miljard dollar uitgeleend aan de private en publieke sector. Wereldwijd hebben de banken 4100 miljard dollar tegoed van de PIIGS (Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje). Belgische banken ontsnappen de dans niet. Ze hebben 158 miljard dollar uitgeleend aan deze landen. Ook opvallend: de Franse banken zitten met meer vingers in de zuiderse val dan de Duitse.

Niet alleen Griekenland hangt in de touwen. “Ook voor Ierland en Portugal zagen we geen uitweg meer. Ook zij hadden een reddingsboei van de EU en het IMF nodig. Zolang die er niet was, dreigde de besmetting naar andere landen door te gaan”, zegt James Nixon, strateeg van Société Générale.

Wat begon als een halfbakken reddingsplan voor Griekenland is daarom gelukkig uitgegroeid tot een reddingsoperatie van het Europese banksysteem en van het hele europroject. “Om het structurele schuldenprobleem van zuidelijk Europa in te dijken is minstens 500 miljard euro nodig, met daaraan gekoppeld een streng toezicht op de saneringsplannen”, zei Peter De Keyzer, hoofdeconoom van Petercam, eind vorige week, toen de markten het gevoel kregen dat de Europese leiders de schuldencrisis niet meer onder controle hadden. Maar soms worden gebeden verhoord. Europa en het IMF gooien voor 750 miljard euro noodleningen en garanties in de strijd en er komt strenger toezicht op de sanering van de overheidsfinanciën van de landen die van de steun gebruikmaken.

Ook de Europese Centrale Bank doet wat ze in hoge nood moet doen: principes opzijzetten en de marktpaniek verdrinken door de geldsluizen open te draaien zolang als dat nodig is. Het gevolg is wel dat de exitstrategie van de ECB er niet gemakkelijker op wordt en voor onbepaalde tijd is uitgesteld.

Echte werk moet nog beginnen

Het omvangrijke reddingsplan haalt voorlopig de lont uit het kruitvat, maar het kruitvat zelf is nog niet opgeruimd. Daarvoor moet er eerst jaren gesaneerd en gematigd worden in de landen beladen met schulden. Dat blijft alles behalve evident. Het reddingsplan voor Griekenland bijvoorbeeld lijkt meer op een strop dan op een reddingsboei, omdat het bijhorende bruuske besparingsplan de Griekse economie nog meer onderuit dreigt te halen. En hoe moet je schulden ooit aflossen als het inkomen daalt? Het reddingsplan vermijdt dus een default op korte termijn, maar vergroot op lange termijn de kans op wanbetaling, en niet alleen in Griekenland. Maar de Grieken hebben dankzij de leningen van de EU en het IMF ongeveer twee jaar om hun mission impossible op de sporen te zetten en het tegendeel te bewijzen.

Intussen is het met een bang hart afwachten of de andere probleemlanden het hoofd boven water kunnen houden. Zelfs het Verenigd Koningrijk en Frankrijk (zie kader Op termijn komt zelfs Frankrijk in het vizier) lijken op termijn niet buiten schot te blijven. De lont brandt intussen tot in Portugal en Spanje en vooral dat laatste land is een veel groter kruitvat dan Griekenland. Spanje is gewoon too big to save.

Er zijn geruststellende verschillen tussen Spanje en Griekenland, maar er zijn ook veel beangstigende gelijkenissen. Net als de Griekse economie, teert de Spaanse al jaren op de instroom van buitenlands kapitaal. Spanje heeft een netto buitenlandse schuld (overheid en privaat) van ongeveer 1000 miljard euro opgebouwd (ongeveer 80 procent van het bbp). Griekenland staat netto voor ongeveer 180 miljard euro in het krijt bij het buitenland, terwijl België netto 110 miljard (of 30 procent van het bbp) te goed heeft van de rest van de wereld. België is dus een schuldeiser in het globale knikkerspel en dat is een sterke troef om de speculanten op afstand te houden.

De Spaanse staatsfinanciën staan er wel nog een stuk beter voor dan de Griekse, en de Spanjaarden hebben nooit geknoeid met de cijfers. Bovendien heeft Spanje al bewezen dat het durft te saneren. “Spanje is al voor deze crisis begonnen met het saneren van de begroting. Spanje zal standhouden. We gaan daarom niet mee in extreme scenario’s waarin Europa verdrinkt in de schulden”, zegt Carsten Brzeski, econoom van ING België.

Toch staat ook Spanje voor een zware opdracht om zijn buitenlandse schulden af te lossen. Dat zal op termijn met exportoverschotten moeten gebeuren en net daar wringt het schoentje. De Spanjaarden lieten hun concurrentiekracht te veel teloor gaan, waardoor ook zij voor jaren van pijnlijke loonmatigingen staan. “Europa heeft zichzelf nu tijd gekocht. Maar als deze landen geen orde op zaken zetten, zal de schuldenproblematiek opnieuw vroeg of laat de kop opsteken”, zegt De Keyzer.

Door daan killemaes

Spanje is gewoon too big to save.

België is een schuldeiser in het globale knikkerspel en dat is een sterke troef om de speculanten op afstand te houden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content